Hanne Nuyts
Master Filmstudies & Visuele Cultuur – 2020/2021
Filmtheorie
INTRO ............................................................................................................................................................... 2
1. VROEGE THEORIE .................................................................................................................................... 4
2. AVANT-GARDE EN FRANKFURTER SCHOOL ........................................................................................... 10
3. FORMALISME VS. REALISME ................................................................................................................. 21
4. AUTEURPOLITIEK EN AUTEURTHEORIE .................................................................................................. 31
5. SEMIOTIEK EN PSYCHOANALYSE ........................................................................................................... 41
6. SCREEN THEORY 1: IDEOLOGIE, REPRESENTATIE EN FILM ..................................................................... 51
7. SCREEN THEORY 2: PSYCHOANALYTISCHE EN FEMINISTISCHE FILMTHEORIE......................................... 61
8. COGNITIEVE PSYCHOLOGIE, NEO-FORMALISM EN FILM ........................................................................ 72
9. CULTURAL STUDIES EN FILM ................................................................................................................. 78
,Intro
Spanningen in een bepaalde periode die het debat beheren
Les 1 – 29/9/29
Philippe Meers
Les 1: Vroege theorie
• 1895 - 1910s
Les 2: Film als kunst of industrie
• Basisvraag: Film= kunst of industrie?
• Debat gaat vandaag de dag nog steeds door
Les 3: Realisme vs formalisme
• Is film een realistisch (realiteit weergeven) of formalistisch (medium dat volgens
eigen normen functioneert los van ruimte & tijd) medium?
• Wat is film & wat moet film zijn?
• Arnheim (film moet zo ver mogelijk van de realiteit zijn) vs Kracauer (film is pas film
als het zo dicht mogelijk bij de realiteit is)
Les 4: Auteurpolitiek en auteurtheorie
• Filmauteur en film als zijn artistieke creatie
Les 5: Semiotiek & psychoanalyse
• Zijn cruciaal geweest voor filmanalyse
Les 6: Ideologie, representatie en film: Screen-theory I
• Ideologie in het algemeen toegespitst op economie & kapitalisme
Les 7: Psychoanalytische feministische filmtheorie: Screen II
• Jaren 60-70s
• Male gaze
• Patriarchale orde binnen die kapitalistische maatschappij
Les 8: Cognitieve psychologie, neo-formalism en film
• Jaren 80
• Tegenover psychoanalyse en semiotiek
Les 9: Cultural studies en film
Les 10: Hedendaags en historisch publieksonderzoek
2
,Hoe filmtheorie benaderen?
1. Grote figuren
→ Altijd heel dynamisch: nooit 1 enkele persoon maar debat, dialoog tussen verschillende
→ Concepten argumenten, methodes => toepassing
2. Metaforen
• Kino-oog, cine-drug, camera-pen
→ Relatie tussen film & kijker: speelt zich af doorheen het oog
→ Film als verslaving, spreken over mediagebruik met medische termen
→ Zoals een schrijver boeken schrijft, zo schrijft men films adhv camera
• Film-taal, film-droom, film-spiegel, film-brein (associaties)
→ Is film een taal
→ Cinema is een donkere ruimte waar je je verplaatst naar een (fictieve) narratie
→ Films zijn de spiegel van de maatschappij
→ Link tussen manier waarop ons brein waarneemt en hoe wij naar film kijken of hoe
de camera dingen vastlegt en de projector deze weergeeft
3. invloed van andere disciplines
• Filosofie, psychologie, literatuurwetenschap, neurowetenschap, …
4. Verhouding met andere kunstvormen (naast of tegenover)
→ Tot theater of film
→ Is film een opzichzelfstaand kunstwerk?
5. Paradigmatische verschuivingen (bril of uitgangspunten die je gebruikt om naar de
werkelijkheid te kijken)
• Theorie/interpretatie
• Van ontologisch (wat is film) naar methodologisch (hoe kunnen we film op de beste
manier benaderen, bespreken→ welke methoden?)
Kern: geen lineair-cumulatief verhaal
• Aantal van deze benaderingen op elke theorie toepassen
“Film theory is an evolving body of concepts designed to account for the cinema in all its
dimensions (aesthetic, social, psychological) for an interpretive community of scholars,
critics, and interested spectators.”
(Stam, 2000: 6)
(1:08-1:10)
(Bordwell)
High theory= allesomvattende theorie om het hele fenomeen te verklaren (bordwell doesn’t
like) & grand theory= bordwell geeft dita an om de high theory wat te ontkrachten, hebben
wel ambitie maar bereiken ze of niet (bv. Screen theory: hele fenomeen van film verklaren,
zowel hoe industire werkt, als impact op de kijker als hoe film zelf eruit ziet)
Middle range theories= minder ambitieus, werken met beperkt aantal concepten in functie
van een bepaalde problematiek (bv. Hoe komt dat shot reverse shot zo populair is?), geen
alomvattende theorie
3
, 1. Vroege theorie
Gorki, Münsterberg, Lindsay, Altenloh, Canudo, Marinetti
Vroege theorieën
• Problematiek nieuw medium
→ Wat maakt een medium nieuw en hoelang blijft dat nieuw?
→ Hoelang blijft het voor controverse zorgen?
• Situering auteurs
• Bespreking teksten
→ Gorki, Canudo/Marinetti, Lindsay, Altenloh, Münsterberg
• Kritieken en discussie
Situering problematiek nieuw medium
• Vanuit inzichten hedendaags onderzoek naar reacties op nieuw medium
• Tekst, context, receptie
• Gelijkaardige mechanismen bij opkomst nieuw massamedium:
- Angst en fascinatie, effecten, bescherming zwakkeren, mogelijkheden voor
kunsten, drang tot controle (censuur)
→ Angst brengt drang tot controle met zich mee, drang om zwakkere te
beschermen (laaggeschoolden, kinderen, vrouwen): deze worden heel snel
beïnvloed door deze media
- Kind als metafoor voor de brede ‘zwakkere’ groepen van de samenleving
→ Heel onschuldig, ongeschreven blad MAAR heel snel geperverteerd
- Bijkomende factor: Europese vrees voor Amerikaanse invloed/amerikanisering
(zeker vanaf jaren ‘20)
→ Zeker bij film
→ Omdat sinds WOI Hollywood de dominante speler op wereldvlak is (dus de
Amerikaanse mainstream filmindustrie)
• Embryonale filmtheorie?
• Maxim GORKI 1896
- Grijze, gauwe, geluidloze tafereel dat angstaanjagend is om te zien
- Openbaring, fascinerend om te zien
- Enerzijds somber, grijs & stil en anderzijds de fascinatie voor beweging & leven
• The kingdom of the shadows (Sleutelteksten 1 p17 e.v.)
- Ambivalente houding tegenover film, komst nieuw medium
→ Wanneer zal het evolueren naar niet zo onschuldige beelden (fotografie
begon ook met pornografische beelden)
→ Eerste grote business van de film was pornografie
a. Utopische mogelijkheden: film als democratische kunst, universele taal
b. Instrument van het kwaad: morele paniek, angst (alle negatieve krachten
worden toegekend aan nieuw medium)
- Verwijzing naar vroege Lumières-films
Arrivée d’un train en gare de la Ciotat
Sortie de l’usine Lumière à Lyon
L’arroseur arrosé
Repas de bébé
4