VZOM: Geriatrie/chronische zorg: Preventie
1. Inleiding
Belgische bevolking wordt o.a. door verbeterde levensomstandigheden en doorgedreven medische zorg steeds ouder. Dit gaat gepaard met een natuurlijk
verouderingsproces van het lichaam, vaak gecombineerd met 1 of meerdere chronische aandoeningen.
Om het voor ouderen mogelijk te maken niet alleen langer te leven maar dit ook in aanvaardbare toestand te kunnen doen, speelt preventie een belangrijke
rol. Preventie heeft 2 doelen binnen deze bevolkingscategorie:
- Behoeden van een achteruitgang van gezondheid.
- Invloed op de kwaliteit van leven beperken.
2. Waarom preventie in de ouderenzorg?
Toenemende vergrijzing toenemende vraag naar zorg en sociale ondersteuning.
Aandoeningen worden niet alleen veroorzaakt door het langer leven maar ook door de vroegere en huidige levensstijl.
½ van de 65+ heeft 1 chronische aandoening, ½ van de 75+ heeft minstens 2 chronische aandoeningen.
Disability paradox = ondanks het feit dat vele ouderen met een chronische aandoening worden geconfronteerd, ervaren deze ouderen een grote mate van
welbevinden in hun leven. In dit fenomeen speelt de visie op de eigen gezondheid en de manier van coping een grote rol.
- Deficit model: oudere verliest alleen maar en kan niets meer. (bv. Meneer wordt in rolstoel gezet omdat stappen moeilijker wordt.)
- Rust-roestmodel: blijven zitten en laten gaan is voor niets goed, neem uzelf in handen en ga door.
- Competentie model: mensen bekijken naar gelang welke zaken ze nog kunnen en daar ondersteunen waar nodig.
- Positieve gezondheid: vertrekken vanuit wat de persoon nog kan en helpen waar steun nodig is.
Deze verschillende visie hebben een invloed op de manier waarop hulpverleners en de maatschappij naar ouderen kijken en zorg verlenen. Ze bieden ook
uitdagingen en opportuniteiten:
- Uitdagingen: zo lang mogelijk gezond blijven, niet enkel langer leven + tijdig oppikken achteruitgang gezondheidstoestand + ondersteuning voor
mantelzorg, geschikte zorg binnen gezondheidsinstellingen, aanpassing woon- en leefomgeving.
- Opportuniteiten: deelnemen aan informele zorg die een bron van kennis vormt.
Traditionele preventie richt zich op voorkomen of erger worden van ziekten preventie bij oudere zorgvragers met chronische aandoening richt zich op
behouden van zelfredzaamheid.
1
,VZOM: Geriatrie/chronische zorg: Preventie
Het collectief opstarten van preventie heeft geen nut inzetten op individuele zorg.
- Gezonde en vitale ouderen meer belang bij bevorderen van levensverwachtingen en voorkomen van aandoeningen.
- Kwetsbare ouderen meer belang bij voorkomen of uitstellen van algemene achteruitgang en voorkomen van sociaal isolement.
Er moet ook worden gewerkt aan het verhinderen van gezondheidsproblemen gelinkt aan het verouderingsproces.
3. Gezond, actief ouder worden
3.1. Rol van zelfzorg in preventie
Veranderende visie op ouder worden zorgt voor kentering in hoe hulpverlening en maatschappij omgaan met verantwoordelijkheid nemen t.a.v.
gezondheid bij oudere zorgvrager: gezond leven en gezondheid wordt in eerste instantie gezien als verantwoordelijkheid van de oudere zorgvrager zelf die
ondersteund moet worden door omgeving, overheid…
Er wordt van de oudere verwacht dat hij/zij actief op zoek gaat naar informatie of minstens aangeeft of er nood is aan informatie.
80+ en 90+ zijn nog niet helemaal mee met de verschuiving meer aandacht nodig.
Zelfzorg neemt toe aan belangrijkheid, met als hoeksteen de levensstijl = gezond eten en voldoende bewegen.
- Mogelijkheid hebben om aan gezonde levensmiddelen te raken.
- Mogelijkheid hebben om op veilige manier aan beweging te doen.
Ouderen moeten kunnen terugvallen op ondersteunende omgeving zodat ze zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Sociale omgeving, thuis, sociale
contacten, buurt en gemeenschappen spelen belangrijke rol in fysische en mentale capaciteit. De omgeving moet aangepast zijn aan de noden van de
zorgvrager age friendly environments.
3.2. Positieve gezondheid
Definitie van het WHO: gezondheid = een algemeen fysiek, psychisch en sociaal welbevinden en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek.
- Hoe kan ouderen met chronische aandoeningen dan ooit gezond zijn? nadruk meer op sociale gezondheid.
Gezondheid = het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het
leven. Kent 6 dimensies van het menselijk functioneren: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, spirituele of existentiële dimensies, kwaliteit van leven,
dagelijks functioneren en sociaal- maatschappelijke participatie.
2
,VZOM: Geriatrie/chronische zorg: Preventie
Doel:
- Iemands gevoel in verband met zijn eigen gezondheid en welzijn in kaart brengen.
- Brede kijk op wat gezondheid is.
- Aansluiting bij trend dat de focus op gezondheid en gedrag moet liggen i.p.v. op ziekte en zorg.
Uitgangspunt = veerkracht, functioneren en participatie van het individu.
Alleen de zorgvrager zelf kan aangeven welke de waarden van de verschillende dimensies voor hem of haar
betekenen alleen zorgvrager zelf kan aangeven wat er eventueel moet veranderd worden om zich
gezonder te voelen.
Uitdaging voor VPK: zorgvragers met lage gezondheidsvaardigheden hebben vaker ondersteuning nodig met
maximaal behoud van eigen regie.
3.3. Toegankelijkheid van zorg age friendly environments en health care
Volgens WHO zijn woon- en sociale omgeving de sleutel tot het autonoom en zelfstandig kunnen blijven wonen van de oudere zorgvrager heeft positief
effect op gezondheidstoestand van de zorgvrager.
Age friendly environments bieden gepast antwoord op de toenemende vergrijzing door bv. druk op zorginstellingen te verminderen. De focus ligt op de
woon- en sociale omgeving van de oudere zorgvrager.
- Samenwerking met industrie: personenalarmen, trapliften… om mensen langer thuis te laten wonen.
- Toegankelijke eerstelijns zorg
- Binnen zorginstellingen moet overgeschakeld worden van deficit model naar healthy ageing model: hebben van inspraak + instellingen aangepast
aan noden zorgvragers stellen oudere zorgvragers die niet meer thuis wonen in staat op een kwaliteitsvolle manier oud te worden.
3.4. Determinanten van healthy ageing
Definitie healthy ageing = een proces waarin de kansen op lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid worden geoptimaliseerd, zodat ouderen actief
kunnen deelnemen aan de samenleving en een onafhankelijk leven kunnen leiden met een goede kwaliteit van leven.
3
, VZOM: Geriatrie/chronische zorg: Preventie
Kenmerken van healthy ageing:
- Gericht op jongere ouderen en ouderen met chronische aandoening.
- Zet zich al in bij de geboorte.
- Er wordt gekeken naar welke impact de aandoeningen hebben op het dagelijks leven van de oudere.
- Proces bevat intrinsieke capaciteiten van de oudere, omgeving van de oudere en interactie tussen beide = welzijn in breedste zin van het woord.
- Speciale aandacht voor gezonde voedingsgewoonten, voldoende lichaamsbeweging en ontspanningsmogelijkheden.
- 5 grote thema’s: voeding, beweging, slaap, stress en ontspanning, sociale interactie.
Doel = behandeling beter laten aanslaan, fitter herstel.
Om zelfregie te kunnen uitvoeren en veerkracht te hebben, heeft de oudere het vermogen nodig om dit te kunnen doen. Dit is afhankelijk van fysieke,
psychische en sociale factoren die vaak verkeerd ingeschat worden door zorgprofessionals.
- Veerkracht = vermogen van mensen om zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden.
- Zelfregie = beslissen over het leven met of zonder ondersteuning van anderen.
- Zelfzorg = zorgen voor jezelf zodat je je fysisch, psychisch en sociaal goed voelt.
Gouden standaard is onmogelijk, ieders behoeften zijn anders.
3.5. Voorwaarden van gezond ouder worden, active ageing
Toenemende vergrijzing toenemende gezondheidsproblemen toenemende druk op gezondheidszorg beleid, zorgverleners, zorgvragers en
bedrijfsleven moeten nieuwe ideeën ontwikkelen om de kosten op de gezondheidszorg te beperken multidimensionaal concept active ageing in het
leven geroepen door WHO.
Definitief active ageing = optimaliseren van de kansen voor gezondheidszorg, participatie aan het sociale leven en veiligheid zodat de kwaliteit van leven kan
gewaarborgd blijven wanneer personen ouder worden. Het is een proces dat zowel betrekking heeft op individuen als op bevolkingsgroepen.
- Active: blijvende betrokkenheid in sociale, economische, culturele, spirituele en civiele aangelegenheden.
- Ageing: feit dat iedereen oud wordt binnen een bepaalde context.
Belangrijk onderdeel van active ageing is de onderlinge solidariteit en afhankelijkheid tussen generaties.
Gezond ouder worden = door combinatie van age friendly environments, healthy ageing en active ageing ervoor zorgen dat de oudere zorgvrager zo min
mogelijk negatieve gevolgen kan ondervinden van natuurlijk verouderingsproces en chronische aandoeningen.
4