GESCHIEDENIS VAN HET PUBLIEKRECHT
16/11/2020
Thema 4: De Criminele Ordonnanties van Filips II (1570)
1. De bronnen van het strafrecht in de Zuidelijke Nederlanden/België
Oud recht (tot Franse Tijd):
- Gewoonte en praktijk (voornamelijk lokaal) belangrijkste bron
- Wetgeving (lokaal/stedelijk, vorstelijk – per provincie)
o Moet toegankelijk zijn
o Materieel element ontbreekt niet altijd neergeschreven
o Moeilijk om te studeren
o Vonnissen werden vroeger niet gemotiveerd – moeilijk te begrijpen
wat de juridische grond is
- Rechtspraak (oneigenlijke rechtspraak: zogenaamde
rechtspraakverzamelingen)
o Commentaar over vonnissen
o Belangrijke genre van rechtsliteratuur in de nieuwe tijd
- Rechtsleer (inheems en/of geleerd)
o Veel verschillende genres
- Geleerd recht
Franse/Nederlandse Tijd, België:
- Codificatie: revolutionaire wetboeken (intermediair recht: 1791, An IV), Code
pénal (1810, Napoleon), Strafwetboek van 1867, etc.
- Bijzondere wetten
- Rechtspraak (p.m. legaliteitsbeginsel)
o Geen straf dan krachtens de wet
o Een misdrijf moet aan een bepaalde wet verantwoorden
- Rechtsleer
- 20ste eeuw: internationaal strafrecht
o Internationaal strafrechtelijk hof
o Staten gaan zich onderwerpen aan een supranationaal hof
1
, 16de eeuw: overgangsperiode
- Gewoonte: op de teruggang, verliest dynamiek, maar onder meer homologatie
geconsolideerd (gewoonte op schrift gesteld)
- Wetgeving: weerspiegelt opkomende dynamiek van de vorstelijke macht
(verschillend over heel Europa)
- (Zuidelijke) Nederlanden Ancien Régime: enerzijds relatief sterk
gewoonterechtelijke particularisme, anderzijds wetgeving relatief minder een
instrument van vorstelijk politiek
- Ter vergelijking:
o Frankrijk: lokaal/regionaal strafrecht, maar zekere graad van
uniformisering door Ordonnance criminelle (1670, Lodewijk XIV)
met betrekking tot het strafprocesrecht
o Heilige Roomse Rijk:
Constitutio Criminalis Carolina (1532, Karel V), maar
salvatorische Klausel een voorbehoud clausule, die bepaald
dat deze ordonnantie geldt zolan er geen tegenstrijdige
wetgeving in lokale vorstendomen is (eigenlijk subsidiair
ordonnantie)
18de eeuw: territoriale strafwetboeken (VB: Codex Juris
Bavarici Criminalis, 1751)
Constitutio Criminalis Theresiana, 1768
Allgemeines Gesetz uber Verbrevchen und derselben
Bestrafung, 1787
2. Codificatie en wetgeving
Codificatie – relatieve criteria:
- Uitgevaardigd door staatsmacht en bindend gezag van wetgeving
- Systematisch over minstens een gehele rechtstak
- In beginsel volledig en exclusief (maar in werkelijkheid: aangevuld door
bijzondere wetten, niet in het wetboek opgenomen)
- Nota bene: een wetboek kan conservatief op progressief bedoeld zijn (of een
middenkoers varen)
2
, - Wetboeken die aan die (relatieve) criteria beantwoorden, vindt men in het
Westen nauwelijks voor het midden van de 18de eeuw
- Voor de Belgische territoria dateren de eerste wetboeken pas vanaf het einde
van de Oostenrijkse Tijd (Jozef II), en vooral vanaf de Franse Tijd (Napoleon)
- In de mate waarin wetboeken aan die criteria beantwoorden, weerspiegelen
zij:
o De graad van vorstelijke en staatsmacht
o De graad van staatsvorming (ook in het privaatrecht), want een graad
van juridische uniformisering
o Een graad van verwetenschappelijking van de gecodificeerde rechtstak
- Maar: de criteria van staatsvorming en van rechtswetenschap zijn sedert de
18de/19de eeuw veranderd!
3. De Criminele Ordonnanties: historische context
Lange-termijn context (Zuidelijke Nederlanden):
- Modern concept (en, ten dele, realiteit) van de exclusieve soevereiniteit
- (Gedeeltelijke) machtsverschuiving van steden/vorstendommen naar de
centrale overheid
- Vorstelijk streven (niet ten volle verloopt) naar politieke, economische,
religieuze, juridische, etc. homogeniteit/uniformiteit in zijn territoria
- Lage Landen onderdeel van de (Spaans-) Habsburgse monarchie/strategie
- Rode draad door de ordonnanties: spanning tussen de lokale en centrale
overheid
Tijdelijke omstandigheden rond 1570:
- Crisis van het koninklijk gezag: Protestantisme, beeldenstorm (1566), aanzet
tot burgeroorlog (1568)
- Hertog van Alva als opperbestuurder in de Nederlanden: met politieke en
militaire ondersteuning, taak: herstel van de orde (onder meer inzake geloof,
financiën, justitie) karikatuur (Alva wordt beschouwd als een monster)
3