Seksuele psychopathologie:
theorieën en concepten (P.
Enzlin)
Inhoudsopgave
1. SEKSUELE ORIËNTATIE EN HOMOSEKSUALITEIT.......................................................................................... 2
1.1. INLEIDING..........................................................................................................................................................2
1.2. EEN DEFINITIE VAN SEKSUELE ORIËNTATIE...............................................................................................................5
1.3. HOMOSEKSUALITEIT............................................................................................................................................7
1.4. HOMOSEKSUALITEIT EN (PSYCHISCHE) GEZONDHEID................................................................................................13
1.5. ETIOLOGIE VAN HOMOSEKSUALITEIT.....................................................................................................................18
2. SEKSUELE ORIËNTATIE: ASEKSUALITEIT..................................................................................................... 24
2.1. INLEIDING.......................................................................................................................................................24
2.2. HISTORIEK.......................................................................................................................................................24
2.3. DEFINITIE EN PREVALENTIE.................................................................................................................................25
2.4. KENMERKEN EN CORRELATEN VAN ASEKSUALITEIT..................................................................................................27
2.5. THEORETISCHE VERKLARINGSMODELLEN...............................................................................................................30
2.6. KLINISCHE IMPLICATIES......................................................................................................................................32
3. SEXUAL CONFIGURATIONS THEORY (VAN ANDERS): BESPREKING.............................................................34
4. GENDERDYSFORIE.................................................................................................................................... 36
4.1. INLEIDING: REPORTAGE VALENTIJN......................................................................................................................36
4.2. DEFINITIES.......................................................................................................................................................38
4.3. CLASSIFICATIE..................................................................................................................................................40
4.4. HISTORISCHE EN CROSS-CULTURELE ASPECTEN.......................................................................................................46
4.5. GENDERONTWIKKELING.....................................................................................................................................48
4.6. DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING..........................................................................................................................53
5. SEKSUEEL GEWELD................................................................................................................................... 58
5.1. KORTE VRAGEN................................................................................................................................................58
5.2. LANGERE VRAGEN.............................................................................................................................................60
1
,1. Seksuele oriëntatie en homoseksualiteit
1.1. Inleiding
Onderscheid man-vrouw
o wie voelt zich duidelijk man of vrouw?
o wie heeft daar ooit over getwijfeld?
zoektocht naar genderidentiteit steeds meer maatschappelijk relevant
o wat is “man zijn” en “vrouw zijn”?
– = zeer moeilijk te zeggen
– we hebben wel een bepaald gevoel, maar waar komt dat vandaan?
– door opvoeding? biologische kenmerken (borstvoeding kunnen geven, penis
hebben, etc.)? maatschappelijke normativiteit? genderrollen?
– [verschil tussen sekse en gender!]
o non-binaire indeling nodig, nuttig of overbodig?
Seksuele oriëntatie: veel vragen
o wie is er zeker?
o welke zijn er?
– homo, hetero, bi (cliché “basis”oriëntaties)
– pan, a, demi, sapio etc.
– is pedofilie iets wat past binnen oriëntaties? of is het parafilie? idem met
aantrekking tot voorwerpen?
o wat is seksuele oriëntatie?
– aantrekkingskracht tot uiterlijk of innerlijk van iemand?
– aantrekkingskracht tot gender?
– verschil met romantische aantrekking?
– wie is heteroseksueel (HTS)? hoe ben je erachter gekomen? hoe komt dat?
opvoeding?
verwachtingspatronen?
gewoonte?
culturele aanvaarding?
voorgeprogrammeerd? hoe dan precies? chromosomen? in DNA?
evolutionaire psychologie?
– waarom is iemand homoseksueel/biseksueel/aseksueel/…? (HS/BiS/AS)
vraag die veel meer wordt gesteld
blijkbaar "afwijkend”
o we categoriseren graag (hokjesdenken)
hele discussie is eigenlijk een maatschappelijk debat
gestructureerd vanuit vaststaande binaire begrippen, maar precieze betekenis?
diversiteit en aandacht ervoor wordt wel groter
“verklaring” nodig voor de afwijkende oriëntaties en identiteiten, terwijl we die niet
hoeven voor het normatieve (nl. HTS)
Casuïstiek
o casus 1
wat is de seksuele oriëntatie van deze man?
2
, 16 jaar: gevoelens voor man
17 jaar: gevoelens voor vrouw
20 jaar: relatie met vrouw, maar stiekem verliefd op HS man
28 jaar: gehuwd met vrouw, maar seksueel minder actief dan hij wil (samen 3
kinderen)
35 jaar: hopeloos verliefd op een man (die uit de kast is) als “onbedwingbaar”
gevoel
homo, hetero, of bi?
is hij verliefd op de vrouw waarmee hij getrouwd is?
seksuele en/of romantische aantrekking tot mannen en/of vrouwen?
hulpvraag: “ik weet niet wat ik moet doen”
waarom is het label zo belangrijk voor hem? (stress doen afnemen)
is praten met de vrouw een optie?
hij wil experimenteren om het uit te zoeken
als seksuoloog met de vrouw praten?
Ø ≠ onze taak
Ø vrouw betrekken houdt ook risico in dat het lijkt alsof je haar “kant” inneemt
voor- en nadelen van alle opties bespreken
NB: is gevoel belangrijker dan het rationele pro-contralijstje?
het is niet aan de seksuoloog om te oordelen over of hij al dan niet open kaart
speelt; wij laten de cliënt enkel nadenken over het wel/niet praten met de
partner en wat de gevolgen van alles zijn
voor het eerst seks met man in het buitenland = “hemelse ervaring”
wat was er anders met de vrouw?
wat maakte het zo hemels?
misschien ervaring met vrouw zo afgebroken in zijn hoofd en ervaring met
man opgehemeld vanwege nieuwheid?
ondertussen vaste vriend (en vrouw is op de hoogte)
voelt zich heel duidelijk HS
seks met vrouwelijke partner lukte niet meer (in termen van erectie/opwinding)
vrouw is nooit op consultatie geweest bij de seksuoloog met de man
o casus 2
wat is de seksuele oriëntatie van deze man?
20 jaar: relatie met vrouw
27 jaar: gehuwd met die vrouw
Ø seksueel minder actief dan de vrouw wil
Ø samen 2 kinderen
35 jaar: hechte vriendschap met man op werk
Ø gevoel van diepe verbondenheid
Ø voor het eerst dit gevoel
40 jaar: seks met man in het buitenland (en loopt HIV op)
45 jaar: hopeloos verliefd op man
Ø wil echt verder met die man
Ø gaat alleen wonen met nieuwe partner
Ø puberdochter was heel begripvol (“daar kun jij toch niks aan doen”)
seksuele identiteit kan dus doorheen de jaren veranderen OF de man durfde pas
op late leeftijd toegeven aan zijn echte seksuele oriëntatie (door katholieke
omgeving, succesverhaal met zijn vrouw etc.)
3
, 3 uitkomsten van therapie
er verandert niks
we doen er iets aan en het gevolg is dat de relatie stukloopt
we doen er iets aan en het gevolg is dat de relatie blijft bestaan
het ligt bij de cliënt om het werk te doen, wij begeleiden enkel
o casus 3
collega gaat zwemmen en ziet een hand met gsm onder de paskamer
normale vs. abnormale seksualiteit? welke grenzen worden overschreden?
komt nog ter sprake bij prof. Gijs (voyeurisme)
o casus 4
partner wordt opgewonden van partner die zonnebrillen draagt; vrouw is het beu
om in die seksuele fantasie mee te gaan
vrouw heeft het gevoel dat de partner seks heeft met de brillen, niet met haar
in hoeverre blijf je daarin meegaan? moet zij erin blijven meegaan?
ook vakgebied van prof. Gijs (fetisjisme)
Historiek van een classificatie
o genderdysforie, seksuele oriëntatie en parafilieën passen allemaal bij
“psychopathologie” omdat al deze onderwerpen in de DSM als parafilie hebben
gestaan tot op een bepaald moment (of nu nog)
o evolutie
– DSM-I (‘52): homoseksualiteit als subvorm van “seksuele deviatie”
– DSM-II (’68)
homoseksualiteit concreet benoemd als apart ziektebeeld
6e herdruk (’73): homoseksualiteit wordt vervangen door “seksuele
oriëntatiestoornis”
– DSM-III (’80)
genderidentiteitsstoornissen (GIS) toegevoegd onder koepelterm
“psychoseksuele stoornissen”
ook “parafilieën” in categorie van psychoseksuele stoornissen
homoseksualiteit wordt verplaatst: onder “andere psychoseksuele
stoornissen”
en hernoemd: “egodystone homoseksualiteit” (enkel homoseksuelen die last
ondervinden van hun oriëntatie)
– pas bij DSM-III-R (’87)
“egodystone homoseksualiteit” verwijderd
– pas bij DSM-IV (’94)
enkel nog seksuele disfuncties, parafilieën en GIS in categorie “seksuele en
genderidentiteitsstoornissen” (ipv “psychoseksuele stoornissen”)
– in DSM-V (2013)
eindelijk duidelijk onderscheid tussen seksuele disfuncties, genderdysforie
(nieuwe benaming!) en parafilieën
3 aparte hoofdstukken
Extra: heteroseksisme en heteronormativiteit
o https://www.youtube.com/watch?v=CnOJgDW0gPI
4
, o mijn opmerkingen en bedenkingen
– wringt een beetje voor mijn gevoel als de kinderen ouders willen spelen; 2
jongens en 2 meisjes dus mijn heteronormativiteit koppelt de jongens aan de
meisjes voor het spel, niet de meisjes aan elkaar en jongens aan elkaar
– geen gek gevoel bij de homokoppels, maar wel opvallend vreemd gevoel als
theater voor jongens blijkt en voetbal voor meisjes
– bij deeltje waar het gezin over een heterokoppel in de straat spreekt: erg dat ze
zo extreem reageren, doet me nadenken over hoe mensen over homokoppels
spreken (want ik ken dit gedrag niet vanuit mijn gezin)
– heteronormativiteit is evolutionair gezien wel het meest logisch; zou
homonormativiteit geen onzin zijn op dat vlak? [eigenlijk beter geen normativiteit]
– “maybe if you got yourself a girlfriend, all this teasing would stop” was heel gek
om te horen voor mijn brein (aanmoedingen van homoseksualiteit is iets wat ik
niet ken in mijn omgeving; er wordt meestal niet veroordeeld, maar ook niet
expliciet aangemoedigd)
– “Ashley does it with boys”: op zich niet shockerend qua gender, maar doet me
vooral nadenken over haar leeftijd? is dit de leeftijd waarop kinderen “het” al
beginnen te doen?
– “hetero!” als scheldwoord deed mij in eerste instantie lachen, terwijl “f**g*t” me
meteen zou shockeren
– ik merk dat ik soms veel moeite moet doen om de verhaallijn van
homonormativiteit te volgen: bv. als de jongen zegt dat zijn papa’s hem niet
zouden aanvaarden, was mijn eerste gedacht “oh kom op, je papa’s zijn zelf
homoseksueel dus ze gaan je zeker aanvaarden”, terwijl het natuurlijk om zijn
onaanvaardbare heteroseksualiteit ging
– mama’s weten dat hun kind gepest wordt, maar spreken eigenlijk niet met haar
over haar effectieve seksuele oriëntatie gesprek nodig? of bang dat het waar
is? beginnen ouders er in het algemeen zelf niet over tenzij ze het aanvaarden?
– it’ll get better, baby, I promise you🥺
1.2. Een definitie van seksuele oriëntatie
Seksuele oriëntatie: een definitie
o "Seksuele oriëntatie is een relatief consistente en persistente blijvende emotionele,
romantische, seksuele of affectieve aantrekking / gerichtheid tot (iets anders dan het
eigen zelf, m.n. …)
iemand van het andere of hetzelfde geslacht, of aantrekking tot beide
(heteroseksueel, homoseksueel, biseksueel)
iets (niet-normatieve seksuele objecten, vb. fetisjisme, partialisme; niet-
normatieve seksuele activiteiten, vb. amputatie aanraken, pampers dragen)
= parafilie
niets of niemand (aseksueel)
voor seksuele gratificatie/bevrediging”
o relatief consistent en persistent ( dus een heteroleven komt meteen op losse
schroeven te staan)
5