Hallo mede verpleegkundestudenten van de HAN, hier vind je mijn samenvatting voor de Kennistoets OWE 3 (Gezond Leven).
De samenvatting bevat de volgende onderwerpen:
- Spijsverteringsstelsel, - Diabetes en Farmacologie, - Obesitas en Metabool syndroom, - Bloed en stolling, - Nieren en Urinewege...
VPL - VT - OWE 3 Gezond leven - 2020-2021
In dit document worden alle onderwerpen uit de kennistoets van OWE 3 uitgewerkt.
De leerdoelen zijn gebruikt om er zeker van te zijn dat alle stof wordt behandeld.
Inhoudsopgave
Anatomie Fysiologie ............................................................................................................................... 2
Spijsverteringsstelsel ........................................................................................................................... 2
Diabetes en Farmacologie ................................................................................................................. 10
Obesitas en Metabool syndroom ...................................................................................................... 15
Bloed en stolling ................................................................................................................................ 19
Nieren en Urinewegen ...................................................................................................................... 25
Zenuwstelsel: regulatie en integratie ................................................................................................ 29
Ouder worden ................................................................................................................................... 34
Palliatieve zorg en pijn ...................................................................................................................... 36
Verpleegtechnische vaardigheden ....................................................................................................... 41
Voeding, neus-maagsonde en Sondevoeding ................................................................................... 41
Bloedglucose zelfcontrole en instructie insuline spuiten.................................................................. 50
Wondzorg: Rode wond, gele wond, zwarte wond en hechtingen verwijderen ................................ 56
Zwachtelen en Decubitus .................................................................................................................. 64
Ulcus cruris en ambulante compressie therapie ............................................................................... 67
Tillift en Valpreventie ........................................................................................................................ 71
Mondzorgscreening en mondverzorging .......................................................................................... 73
Communicatieve vaardigheden ........................................................................................................... 76
Motivational interviewing ................................................................................................................. 76
Communicatie met psychotische patiënt.......................................................................................... 79
Grensoverschrijdend gedrag ............................................................................................................. 81
Dementie ........................................................................................................................................... 81
Themadag.............................................................................................................................................. 82
Gezondheid: Disease – Illness - Sickness ........................................................................................... 82
ASE-model & GVO-cyclus .................................................................................................................. 83
Diabetes en Therapietrouw ............................................................................................................... 85
Psychiatrische stoornissen ................................................................................................................ 85
Zeven stappen van gedragsverandering ........................................................................................... 86
Palliatief redeneren ........................................................................................................................... 86
Dementie ........................................................................................................................................... 87
Professionaliteit en levenseinde ....................................................................................................... 88
1
,Anatomie Fysiologie
Spijsverteringsstelsel
Leerdoel: Kan de algemene bouw van het maagdarmkanaal benoemen.
Leerdoel: Kan vertellen wat de route is waarlangs voeding passeert en verteerd
wordt, van mond tot anus.
Leerdoel: kan de functie van de mondholte en oesophagus uitleggen
Het spijsverteringkanaal is een lange elastische buis; 10m lang, zorgt voor vertering
van voedsel. Loopt van mond, via de maag en de darmen tot aan de anus.
Mondholte: kauwen van voedsel tot kleine stukjes, speekselklieren scheiden amylase
uit; eerste vertering van voedsel en maakt voedsel ‘smeuïg’.
Epiglottis: Strottenklepje dat de luchtpijp/slokdarm afsluit.
Oesophagus: slokdarm, vervoert voedsel van mondholte naar maag.
Leerdoel: Kan de functie en anatomie van de maag uitleggen;
De maagwand is ongeveer een halve centimeter dik en bestaat uit drie lagen, van
buiten naar binnen zijn dit:
- De spierlaag. je maag is erg gespierd, hierdoor kan je maag je voedsel goed
fijn kneden en doorsturen in de richting van de darmen.
- De bindweefsellaag. In het bindweefsel bevinden zich onder andere de
bloedvaten die de maag van zuurstof en voedingstoffen voorzien. Je maag
verwerkt voeding, maar de cellen van je maag hebben zelf ook voedingstoffen
en zuurstof nodig om te kunnen functioneren. Dit krijgen ze net als alle andere
cellen in je lichaam via je bloed.
- De slijmvlieslaag. Dit is de binnenste laag van je maag. In deze laag bevinden
zich de kliertjes die maagsap produceren.
Het slijmvlies aan de binnenkant van je maag doet naast het produceren van
maagsap ook dienst als bescherming tegen het maagzuur. Maagzuur is zo zuur dat
je cellen ervan kapot gaan, als ze er direct mee in aanraking komen. Het slijmvlies
beschermt de cellen van je maag tegen aantasting door het zuur.
Functie
Je maag is onderdeel van het spijsverteringsstelsel en heeft twee verschillende
functies. Namelijk een functie in de vertering van je voedsel, maar ook in de afweer
tegen micro-organismen. De maag maakt je voedsel fijner door het te kneden en er
wordt ook een begin gemaakt in de vertering van eiwitten en vetten. Daarnaast doodt
het bacteriën die met het voedsel mee je lichaam in komen.
Als je een hap eten hebt doorgeslikt, belandt deze via je slokdarm in je maag. Hier
wordt het voedsel gekneed tot het klein genoeg is om door te stromen naar je
darmen. Je maag maakt maagsap. Dit sap bevat maagzuur en enzymen die helpen
bij de vertering van voedsel:
- Maagzuur is nodig voor de vertering van voedingstoffen, maar ook voor de
afweer tegen indringers. Veel bacteriën die je via je voedsel binnenkrijgt,
overleven de maag niet vanwege het zure milieu waar ze niet tegen kunnen.
De pH in je maag ligt tussen de 1.2 en 3.0, wat erg zuur is.
2
, - Enzymen; in je maag begint de vertering van eiwitten en vetten. Je maag
maakt onder andere het enzym pepsinogeen, dit wordt door maagzuur
omgezet in pepsine. Pepsine maakt een begin aan de vertering van eiwitten
door de lange ketens van aminozuren, waaruit eiwitten zijn opgebouwd, te
splitsen. Daarnaast maakt je maag ook lipase aan, dat is het enzym dat vet
verteert. Dit gebeurt in de maag echter maar in kleine hoeveelheden. De
vertering van zowel eiwitten als vetten wordt voortgezet in de twaalfvingerige
darm en de dunne darm.
Er zit een sluitspier: pylorus tussen de maag en de darmen. Nadat je voedsel
ongeveer drie uur in je maag heeft gezeten, geeft dit orgaan het voedsel, in kleine
beetjes tegelijk, door aan je darmen. Als je erg vet hebt gegeten, dan doet je maag er
langer over voordat het voedsel aan de darmen wordt doorgegeven.
Je maag maakt ook hormonen aan. Namelijk:
- Ghreline: een eetlustopwekker. Dit hormoon stimuleert de voedselinname.
- Gastrine: een hormoon dat de productie van maagzuur stimuleert.
Pylorusreflex: Pylorus is de maagportier. Omdat de dunne darm niet tegen de zure
inhoud van de maag kan; bevat geen beschermlaag, blijft de maagkringspier
gecontraheerd totdat het zuur in de twaalfvingerige darm voldoende geneutraliseerd
is. Pas dan opent de pylorus
Voor goede verwerking moeten er geleidelijke hoeveelheden worden doorgelaten, en
de pH moet worden gereguleerd.
In de maag zit maagzuur: dit zorgt ervoor dat voedsel in kleine stukjes uiteenvalt
zodat het in de dunne darm makkelijk kan worden verteerd. In de dunne darm vindt
de resorptie plaats. Maagzuur is zuur; de maagwand is daar tegen bestand. Het
duodenum heeft een neutrale pH, dat wordt gereguleerd door de pylerus reflex. Spier
aan het uiteinde van de maag zorgt dat kleine porties vanuit de maag naar de dunne
darm gaat. Zo kan het in kleine hoeveelheden verwerkt worden. In het eerste stukje
van de dunne darm zit ook de uitgang van de galwegen. Vanuit de lever is dat gal,
vanuit de alvleesklier zijn dat verteringssappen met een basische pH waarde. De
zure verteringsproducten uit de maag + basische pH van de verteringssappen maakt
de voedselbrij neutraal.
Op de wand van de dunne darm zitten villi; deze vergroten het oppervlakte van het
dunne darm slijmvlies. Dat zorgt voor een vergroting van de voedselopname.
Als de pH te hoog is, gaat het eerste stukje dunne darm kapot; de wand gaat kapot.
Dit heet een maagzweer, maar zit dus in het eerste stukje van de duodenum.
Heel veel medicatie heeft invloed op de pH van het maagzuur, daarom slik je vaak
maagzuurremmers naast de medicatie om de pH niet te ver te laten dalen.
Leerdoel: Kan de functie van de dunne darm uitleggen.
De dunne darm = intestinum tenue bestaat uit drie secties: duodenum, ileum en
jejunum:
Duodenum: twaalfvingerige darm: 30cm lang, scheidt spijsverteringsenzymen af. Via
twee wegen worden hier verteringssappen toegevoegd aan de voedselbrij; de lever
produceert gal, opgeslagen in de galblaas en vanuit daar in de twaalfvingerige darm
vrijgegeven voor de vertering van vetten. De pancreas = alvleesklier scheidt stoffen
3
, af die in de twaalfvingerige darm helpen bij de vertering van koolhydraten, eiwitten en
vetten.
Jejunum: nuchtere darm; tussenstuk: 2m, vervoert verteerd voedsel snel van
duodenum naar ileum.
Ileum: kronkeldarm: 4m lang, absorptie van voedingsstoffen vindt hier plaats
Leerdoel: Kan de functie en anatomie van het colon uitleggen.
Colon: dikke darm, de overgebleven voedselresten gaan naar de dikke darm. De
massa is heel dun; het overtollige water wordt geresorbeerd het bloed in. De brij dikt
in. Wat overblijft is afval; feces
Het laatste stuk van het maagdarmstelsel wordt gevormd door de dikke darm. De
dikke darm bestaat uit verschillende delen en is
ongeveer 1,5 tot 1,8 meter lang. De dikke darm heeft als
belangrijkste functie het absorberen van water en
electrolyten en het voortstuwen van de darminhoud. De
dikke darm eindigt in het rectum en de anus. De
belangrijkste functie van het rectum en de anus is
defecatie.
Het eerste gedeelte is de blinde darm (het caecum) met
daaraan vast het wormvormig aanhangsel (appendix
vermiformis). Vervolgens gaat het caecum over in de
kanteldarm (het colon). Het colon bestaat uit een
opstijgend deel (colon ascendens), een transversaal
deel (colon transversum), een afdalend deel (colon
descendens), het colon sigmoideum, de endeldarm (rectum) en de aars (canalis
analis) (zie figuur 1). Op de wand van de dikke darm bevindt zich een slijmvlieslaag.
In deze slijmvlieslaag bevinden zich diepe inzinkingen, ook wel crypten genoemd.
Het laatste gedeelte van de dunnen darm, het terminal ileum, mondt uit in het eerste
gedeelte van de dikke darm, het caecum (zie figuur 1). Het is een zakvormig
gedeelte van de dikke darm wat ongeveer 6 tot 8 centimeter lang is. Aan de zijkant
van de onderkant van het ceacum komt het wormvormig aanhangsel. Het
wormvormig aanhangsel kan op verschillende manieren in de buikholte liggen. Het
wormvormig aanhangsel is een zakvormig uitstulpsel van de dikke darm van
ongeveer 6 tot 10 centimeter lang.
De twee belangrijkste functies van de dikke darm zijn; het fungeren als reservoir voor
de inhoud van de darm en het absorberen van water en elektroyten. De
reservoirfunctie van de dikke darm wordt met name uitgeoefend door twee delen van
de dikke darm. Het eerste gedeelte van de dikke darm wat fungeert als reservoir
functie voor de darminhoud is het caecum en het opstijgende deel van het colon. Het
tweede gedeelte van de dikke darm wat fungeert als reservoir is het rectum.
Er vinden verschillende motiliteitsbewegingen plaats in de dikke darm. Er vinden in
de dikke darm mengbewegingen plaats met sterke insnoeringen. Ook vinden er
peristaltische golven plaats. Deze peristaltische golven zorgen ervoor dat de massa
in de dikke darm zowel vooruit als achteruit in de dikke darm vervoerd kan worden.
Het nut van een peristaltische golf die de massa in de dikke darm achteruit vervoerd
is dat de massa vanuit het colon opgeslagen kan worden in het caecum. Als laatste
is er ook nog een massabeweging van de dikke darm. De massabeweging vindt
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kasper_samenvat. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.