IDENTITEIT EN DIVERSITEIT
6 sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit
Normaliteit – behulpzaam, sociaal, respectvol
Leren van elkaar – door samenwerken
Onbevooroordeelheid en non-discriminatie – open minded
Flexibiliteit – leren omgaan met
Dialoog en diversiteit – luisteren
Multiperspectiviteit – jouw oordeel en dat van anderen
HOOFDSTUK 1: NORMALITEIT EN MULTIPERSPECTIVITEIT
WAT VERSTAAN WE ONDER IDENTITEIT?
Nature – nurture
Aangeboren: afkomst – M/V/X – (karakter)
Van bij de geboorte: verwachtingen
Je zelfbeeld bepaalt mede je identiteit
Identiteit:
Wie ben ik? Wat vind ik belangrijk? = waarden, levensbeschouwing
Waarom doe ik wat ik doe? = opvattingen, overtuigingen, normen
Waar wil ik naartoe? = idealen
ZELFBEELD EN ZELFWAARDERING
Zelfwaardering of zelfbeeld verwijst naar de manier waarop mensen naar zichzelf kijken (uiterlijk/innerlijk).
SOORTEN ZELFBEELDEN
ZELFBEELD: de bril waardoor je kijkt naar jezelf en anderen (bv. Ik vind dat auto’s veel lawaai maken, terwijl mijn
broer vindt dat het geluid van auto’s mooi is)
Je zelfbeeld bestaat uit verschillende facetten. Je ontdekt doorheen je leven vmeer facetten van jezelf en dat
zelfbeeld steeds meer wordt gedifferentieerd. Klassiek maakt men een onderscheid tussen:
Je reële zelfbeeld of werkelijke zelfbeeld: dit is hoe je jezelf nu ziet
Je ideale zelfbeeld of mogelijke zelfbeeld: dit heeft betrekking op hoe je naar je mogelijkheden in de
toekomst kijkt
Ideale
zelfbeeld
Reële
zelfbeeld
,Je zelfbeeld kan realistisch zijn, maar er is in andere gevallen dan weer helemaal niet realistisch te noemen. Het
is bovendien niet altijd zo zwart wit. Je hebt wel min of meer een juiste kijk op jezelf en op je sterkten en
zwakten. Toch zien we dat:
Sommige mensen zichzelf onderschatten en zich voortdurend verwijten maken
o Ze gebruiken hierbij vaak overdrijvingen (allang, nooit, niemand, niets, altijd) en stellen
zichzelf afhankelijk op. Ze denken dat niets zal lukken, ze ondernemen niets en ervaren dan
ook op geen enkele manier succes
Andere mensen zichzelf overschatten. Ze kennen hun beperkingen niet
o Ze overschrijden hun grenzen en als ze mislukkingen oplopen, geven ze de schuld graag aan
anderen
Omgaan met diversiteit als sleutelcompetentie betekent:
Diversiteit zien als een fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken
krijgt (normaliteit)
Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken
(multiperspectiviteit)
JE ZELFBEELD ALS FILTER
Je zelfbeeld is een soort persoonlijke filter tussen jezelf en de wereld. Het is de bril waardoor je kijkt en die
bepaalt wat je ziet of niet ziet. Je kijkt naar jezelf en beoordeelt anderen. Zo neemt iedereen de wereld en de
anderen op een andere manier waar. Alles wat rondom je gebeurt, zul je door jouw bril filteren, selecteren en
interpreteren: je neemt gemakkelijker zaken op die overeenstemmen met je bestaand zelfbeeld.
SOCIALE IDENTITEIT: SPIEGELEN EN AFZETTEN
Zelfwaardering heeft ook te maken met je relatie met anderen: vind jij jezelf de moeite waard en vinden
anderen jou de moeite waard? Identiteit is niet alleen een kwestie van hoe we onszelf zien.
We definiëren onszelf a.d.h.v. de overeenkomsten die we hebben of voelen met anderen mensen uit die
categorie. We spiegelen ons eerst aan onze ouders en later aan leeftijdsgenoten. Hierdoor nemen we tijdens
onze pubertijd afstand van onze ouders en nemen we zelf graag beslissingen over ons eigen leven. Het proces
van identificatie en later het afzetten, heeft een grote invloed op het zelfbeeld.
Spiegelen: van bij de geboorte, meningen, overtuigingen… nemen we over wij
Afzetten: onderscheiden, eigen meningen, peers (mensen rondom je). Resulteert in nieuwe inzichten
vanuit eigen denkkaders. Overtuigingen staan niet meer noodzakelijk tegenover elkaar maar worden
geïntegreerd
Is jouw identiteit dan vooral aangeboren of aangeleerd? Is het ‘van bij de geboorte meegekregen’ of iets ‘waar
je actief kan bij stil staan’?
Dit zelfbeeld, deze eigengemaakte identiteit, is dus onlosmakelijjk verknoopt met het beeld dat anderen van
ons hebben. De buitenwereld is dus altijd de beste spiegel voor onze identiteit. In contact met anderen
beslissen we welke dingen we overnemen en welke we afwijzen. Als resultaat ontwikkelen wij een identiteit die
uit meerdere lagen bestaat en kan veranderen na loop van tijd.
IDENTITEIT ALS MEERVOUDIG BEGRIP
, Pezzettino
Hij is een stukje ‘denkt hij’
o Eigenlijk bestaat hij uit vele verschillende stukjes
Onze identiteit is een verzameling van allerlei facetten, een cocktail van de verschillende groepen waartoe we
behoren en die ons op een unieke manier maken tot wie we zijn. Tot op zekere hoogte zijn we dus met z’n allen
schizofreen, of meer nog ‘multifreen’. Elk van ons bouwt tijdens zijn of haar leven een meervoudige identiteit
op. In tegenstelling tot wat we zouden kunnen verwachten hebben de meeste mensen hiermee geen
probleem. Ze blijken de verschillende identiteiten naadloos te kunnen combineren.
Ik heb niet meerdere identiteiten, maar één die weliswaar bestaat uit invloeden die ik heb van de verschillende
groepen waartoe ik behoor, maar waarvan de samensmelting wel mij als unieke persoon vormen. Onze
identiteit is de unieke samensmelting van deze en nog veel meer elementen, in een cocktail die voor elk anders
is en die in de loop van de jaren ook voortdurend verandert.
IDENTITEIT ALS DYNAMISCH BEGRIP
Identiteit is nooit af – steeds in verandering (omgeving – leeftijd – kennis…). Uitdaging vanuit het nieuwe –
afwegen van wat vertrouwd is en al dan niet verbinden naar de toekomst toe. Op een jongere leeftijd ben je
anders dan op oudere leeftijd. Je gaat je met groepen identificeren die je ontmoet in je leven.
Persoonlijkheidskenmerken zijn vaak redelijk stabiel, maar kunnen op bepaalde momenten in je leven dan
weer heel flexibel worden.
PRODUCTEN DIE JE IDENTITEIT ‘MAKEN’
Je bent wat je consumeert. Hoe mensen zichzelf zien wordt mede bepaald door hoe ze denken dat anderen
hen zien. De producten (kleding, sieraden, meubels en auto) plaatsen de consument in een sociale rol, zodat de
vraag beantwoord kan worden: wie ben ik nu? We beoordelen iemands sociale identiteit mede a.d.h.v. zijn
consumptiegedrag.
Objecten kunnen fungeren als een soort bescherming en zo onze identiteit versterken, vooral in ongewone
situaties. Er is een theorie dat mensen met onvolledig zelfbeeld geneigd zijn hun identiteit aan te vullen met
symbolen, die met hun identiteit geassocieerd worden (symbolic selfcompletion). Deze symbolen werken als
een soort ondersteuning waarop ze leunen in een periode van onzekerheid over hun identiteit. Als instanties
de individualiteit willen onderdrukken en de groepsidentiteit willen stimuleren – zoals in gevangenissen of
kloosters – nemen ze persoonlijke bezittingen in beslag.
De enorme impact van het verlies van eigendommen blijkt uit onderzoek naar rampen, wanneer mensen
letterlijk bijna alles verliezen na een orkaan. Ze laten de moed zakken en willen geen nieuwe bezittingen meer.
“Wat ik nu koop mag niet zo belangrijk meer voor me zijn”.
IDENTITEIT (ON)ZICHTBARE ASPECTEN
Gedrag dat je stelt en vaardigheden en/of kennis die je etaleert, zijn zichtbare aspecten gaat om
datgene dat je doet, toont
Van waaruit je reageert (opvattingen/waarden) of wat jou daartoe drijft, zijn onzichtbare aspecten
gaat om wat jij belangrijk vindt en eigenlijk wil
Het ijsbergmodel van McClelland geeft dit goed weer. Dit model legt een relatie tussen de zichtbare
kwaliteiten van mensen, de kennis en vaardigheden, en het onder de oppervlakte verborgen liggende
zelfbeeld, motieven, eigenschappen en normen en waarden.