Domein tijd 1.2
Hoofdstuk 1: een leerlijn
Begrippen:
Dagelijks tijdsbesef
Het heeft betrekking op uren, dagen, weken, maanden, jaren, eeuwen, seizoenen. Een synoniem
voor dagelijks tijdsbesef is cyclisch tijdsbesef (het heeft oog op het terugkerende karakter van de
tijd).
We beseffen dat er cyclische veranderingen zijn in de natuur, in een mensenleven of in de
geschiedenis. Dagelijkse tijd heeft ook een ritmisch karakter (er zit een ritme in het wederkerig
karakter van tijd).
Kenmerken van dagelijkse tijd: tijd is cyclisch en ritmisch.
Kinderen werken gedurende de lagere school aan:
Het leren gebruiken van tijdsbegrippen
Het leren situeren en ordenen van gebeurtenissen in de tijd (bv. verjaardagen)
Het leren zelf plannen van hun eigen tijd
Een voor hen bekende bezigheid realistisch inschatten 1e graad (bv. kwartier buiten)
Historisch tijdsbesef
Het heeft betrekking op het lineaire, niet-herhaalbare karakter van tijd. Het is de tijd met de
richtingspijl die verwijst naar de toekomst en naar het verleden.
Kenmerken van historische tijd: tijd is lineair en heeft een niet-herhaalbaar karakter.
Kinderen worden hiervan bewust gemaakt via het bestuderen van ervaringen in hun eigen leven, hun
familie of mensen en voorwerpen uit hun eigen omgeving (keten van verleden-heden-toekomst). Ze
krijgen besef van evolutie.
Begrippen die kinderen daarbij leren gebruiken zijn:
Vroeger, nu, toen, lang geleden, gisteren, vorige week, oud, ouder dan
Toen mama nog klein was, toen grootvader nog klein was, in de vorige eeuw,…
Kinderen leren op een abstracte manier omgaan met tijd, zoals leren werken met jaartallen en
tijdlijnen.
Historisch bewustzijn:
Het gaat over het besef dat er in het leven zowel dingen zijn die hetzelfde blijven (continuïteit tussen
verleden-heden-toekomst) als dingen die veranderen (discontinuïteit tussen verleden-heden-
toekomst). In het lager onderwijst bestaat historisch bewustzijn uit drie vormen van besef:
1. Kinderen beseffen dat ze worden beïnvloed door de tijd waarin ze leven
2. Kinderen beseffen dat er een verbondenheid is tussen hen en oudere generaties
3. Kinderen beseffen dat hun wereld niet hetzelfde is al de wereld vroeger of de wereld in de
toekomst
Hoofdstuk 1: een leerlijn Pagina | 1
, Algemene schets van de leerlijn – ontwikkeling van tijdsbesef
Kleuters:
Dagelijks tijdsbesef
Beleving van tijd is nog zeer subjectief
Gebruik van tijdsbegrippen, tijdsindeling, tijdsbepaling en tijdsplanning
o Begrippen: bv. vandaag – morgen - gisteren, dagen van de week
Didactische hulpmiddelen: daglijn, weeklijn, dagkalender, weerkalender,…
Historisch tijdbesef
‘Er ook al leven was’ ‘voor zij er waren’ en dat zijzelf, maar ook hun ouders en grootouders
ook een ‘verleden’ hebben
Historische verkenning van onderwerpen vanuit interesses
Eerste graad:
Dagelijks tijdsbesef
Beleving van de kinderen:
o De beleving van tijd is nog grotendeels subjectief
o Kinderen beleven bewust het ritmisch karakter van tijd
Kinderen leren:
o Kennismaking met het cyclisch karakter van tijd
o Aanduidingen van dagelijkse tijd (= begrippen gebruiken)
o Tijd = opeenvolging van gebeurtenissen
o In de tijd ordenen (= hulpmiddelen gebruiken)
KINDEREN LEREN DE DAG INDELEN:
Begrippen: ’s morgens, ’s middags, ’s avonds, bedtijd, schooltijden, dag en nacht,…
Hulpmiddelen: klok - daglijn – dagklapper – activiteitenlijn
KINDEREN LEREN DE DAG IN DE TIJD PLAATSEN: IN EEN WEEK:
Begrippen: vandaag, gisteren, eergisteren, morgen, overmorgen, weekindeling (welke dag
zijn we?), datum en maand, …
Hulpmiddelen: dagkalender - weekkalender
Je gaat pas over naar de week als de leerlingen de dagindeling onder de knie hebben!
KINDEREN LEREN DE WEEK IN DE TIJD PLAATSEN: IN EEN MAAND
KINDEREN LEREN DE MAAND IN DE TIJD PLAATSEN: IN EEN JAAR
Begrippen: deze week, vorige week, volgende week, maanden van het jaar, deze maand,
vorige maand, volgende maand, het jaar zelf, vorig jaar, volgend jaar
Hulpmiddelen: maandkalender – jaarfries – verjaardagskalender,
Het cyclisch karakter van tijd wordt duidelijk a.d.h.v. het verloop van de seizoenen. Hierbij kan een
seizoenskalender gebruikt worden.
Historisch tijdsbesef
Kinderen zien in dat:
o Vroeger was ander dan nu
o Mensen en dingen veranderen
Geschiedenis van het kind en de (groot)ouders
Hoofdstuk 1: een leerlijn Pagina | 2