Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Verdieping formeel strafrecht werkgroep 2 €3,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Verdieping formeel strafrecht werkgroep 2

 42 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Verdieping formeel strafrecht werkgroep 2 bijzondere opsporingsbevoegdheden en de rol van de rechter-commissaris. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt

Aperçu 2 sur 6  pages

  • 3 février 2021
  • 6
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Stevens
  • Toutes les classes
avatar-seller
Week 2, werkgroep 2
(Bijzondere) opsporingsbevoegdheden en de positie van de rechter-
commissaris in het opsporingsonderzoek



Literatuur
 T. Kooijmans, ‘Een Tilburgse observatie van een Tilburgse observatie’, annotatie bij HR 12
november 2012, ECLI:BW9338 (NJ 2013, 413), Ars Aequi 2013, p. 222-229.
- Het begrip opsporing kan op twee verschillende manieren worden uitgelegd. De Hoge
Raad lijkt het verschil te maken tussen enerzijds situaties waarbij onderzoeksactiviteiten
naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat er een strafbaar feit is gepleegd en
anderzijds activiteiten zonder dat er sprake is van situatie die valt onder Art. 27 Sv.
- In het geval dat hier geen sprake van is, stelt de Hoge Raad dat art. 3 Politiewet een
voldoende waarborg is om onderzoek te verrichten in de fase voorafgaand aan de
opsporing. In dit artikel is de algemene taakomschrijving van de politie om de rechtsorde
te handhaven geformuleerd. Is er wel sprake van een verdenking dan is art. 141 Sv een
voldoende waarborg om dit onderzoek te verrichten. Hierbij is van belang dat de inbreuk
op het persoonlijk beperkt is. In beide gevallen geldt de verbaliseringsplicht zoals
vastgelegd in art. 152 Sv.
- Het artikel bespreek een arrest dat ging over een Tilburg team van de politie dat zich
bezig hield met de bestrijding van veelplegerscriminaliteit in het centrum. Als het team
een bekende veelpleger een winkel inziet gaan, een trui het pashokje meeneemt en
vervolgens zonder trui het pashokje en winkel verlaat. Veelpleger wordt aangehouden,
en trui wordt onder zijn jas gevonden. Advocaat stelde dat sprake was van stelselmatige
observatie ex art 126g Sv. Min of meer compleet beeld van bepaalde aspecten van het
privéleven verdachte.
- Om vast te stellen of sprake is van stelselmatige observatie wordt het
stelselmatigheidscriterium gebruikt. Ontwikkeld door de HR en biedt handvatten.
- Gebruik technische hulpmiddelen, duur, plaats, intensiteit, frequentie van observatie. Als
sprake is van stelselmatige observatie zonder bevel van ovj of rc dan kan sprake zijn van
vormverzuim, art, 359a Sv

 HR 1 juli 2014, NJ 2015, 114, m.nt. Van Kempen.
Dit arrest gaat over de inzet van een IMSI-catcher op grond van het huidige art. 3 Politiewet, art. 141
en 142 Sv. De IMSI-catcher wordt normaal gesproken door de politie om telefoonnummers te
achterhalen. Deze handeling kan op grond van artikel 126nb Sv alleen geschieden op bevel van de
ovj. In de onderliggende zaak werd de IMSI-catcher met een ander doel gebruikt, namelijk om de
locatie van een persoon te achterhalen. Artikel 126nb Sv voorzag echter niet in een dergelijke
toepassing van de IMSI-catcher. Volgens de HR kan dit gebruik van de IMSI-catcher alleen worden
toegepast op grond van artikel 3 Politiewet als sprake is van een geringe inbreuk op de grondrechten
van de burger en het ingezette middel niet zeer risicovol is voor de integriteit en beheersbaarheid
van de opsporing.
- Annotatie Kempen: Hij beschrijft dat het opvallend is dat uit de onderliggende feiten van de casus
blijkt dat de ovj toestemming heeft gegeven voor de inzet van de imsicatcher om de locatie van de
verdachte te achterhalen. Klaarblijkelijk was de ovj er toch niet zo van overtuigd dat art. 3 Politiewet
voldeed. Ook haalt Van Kempen artikel 8 lid 2 EVRM aan. ‘The law must indicate the scope of any suh
discretion conferred on the competent authorities and the manner of its exercise with sufficient

, clarity to give the individual adequate protection against arbitrary interference. ‘ Op basis van dit
artikel dient de bevoegdheid van de opsporingsambtenaar om gebruik te maken van een bepaald
opsporingsmiddel bij wet te zijn voorzien. De manier waarop de IMSI-catcher werd gebruikt was nog
niet in de wet vastgelegd. In dit licht kan men zich afvragen of er in strijd met art. 8 lid 2 EVRM is
gehandeld.

 HR 21 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9673, NJ 2007, 233, m.nt. P.A.M. Mevis
Deze zaak ziet op een afgesloten tap, dit met als doel om een dader van een in een
brandweerkazerne gestolen telefoon te kunnen achterhalen. De Hoge Raad gaat in het arrest in op
de begrijpelijkheid van het op grond van het in artikel 126m Sv door de ovj afgegeven bevel en
machtiging van de RC. De ovj dient namelijk te toetsen of gelet op de verdenking en de beginselen
van proportionaliteit en subsidiariteit de tap kan worden afgesloten. De RC toetst of de
omstandigheden voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Artikel 126m Sv bepaalt dat het moet gaan
om een misdrijf dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. Uit het arrest blijkt dat gelet op
de mogelijk ernstige gevolgen die de gestolen telefoon uit de brandweerkazerne, de materiele en de
persoonlijke betrouwbaarheid, maar ook voor de integriteit van het brandweerkorps van belang was
om de dader zo snel mogelijk op te sporen. Gelet op die gronden zijn de machtiging en het bevel dus
rechtmatig.
- Beroep op onrechtmatige bewijsvergaring als gevolg van onterecht afgegeven tapbevel.
- Tapbevel, art. 126m Sv behoeft een bevel van de OvJ een machtiging RC
- Mevis: Mevis doorloopt in zijn annotatie de toetsingsmomenten van de ovj en de RC maar gaat ook
in op de rol van zittingsrechter. Volgens Mevis dient de zittingsrechter niet alleen de besluiten van de
RC te toetsen, maar moet alle feiten en omstandigheden meenemen in zijn toets. Dit omdat de
zittingsrechter wel beschikt tot het volledige dossier. Het probleem bij de machtiging van de RC is
dan ook dat de RC bij zijn toetsingsmoment vaak nog niet het gehele dossier heeft kunnen inzien.

 J.H. Crijns, ‘Taak en positie van de rechter-commissaris in het nieuwe Wetboek van
Strafvordering’, RM Themis 2017, p. 303-312.
De rechter-commissaris was vanaf 1926 de onbetwistbare leider binnen het vooronderzoek,
maar daarna nam de kracht van zijn positie af. In de loop der jaren heeft de RC echter weer
een sterkere positie gekregen. Dit blijkt onder andere uit de Wet versterking positie rechter-
commissaris. Deze beoogt de RC zo goed mogelijk het voorbereidend onderzoek te laten
completeren zodat verder onderzoek tijdens het onderzoek ter terechtzitting minimaal is. In
het nieuwe Wetboek van Sv wordt ook de rol van de RC weer veranderd. De
conceptwetgever borduurt als het ware voort op de Wet positie RC en heeft als doel dat de
RC deels zelf onderzoekshandelingen gaat verrichten en deel verantwoordelijk is voor het
voorbereidend onderzoek. De conceptwetgever heeft hierin als belangrijkste doel het
voorbereidend onderzoek verder te versterken ten opzichte van het hoofdonderzoek en de
RC krijgt daarbij een grotere rol. Op grond van artikel 181 ev Sv kan de RC door de ovj en de
verdediging worden benaderd voor vorderingen en verzoeken tot het verrichten van
onderzoekshandelingen. Ook kan de RC ogv art. 185 Sv een regiebijeenkomst organiseren om
zo te zorgen dat hij de regievoerende taak kan uitvoeren. De Hoge Raad heeft in 2015
bepaald dat de regie tijdens het voorbereidend onderzoek bij de RC ligt, maar dat zodra het
onderzoek ter terechtzitting begint, de regie bij de zittingsrechter ligt. Het gevolg hiervan is
dat de RC alleen nog onderzoekshandelingen kan verrichten zolang het voorbereidend
onderzoek loopt. Dit betekent dat de RC pas weer aan het weer kan als hij daarvan ogv art.
316 Sv door de zittingsrechter wordt ingeschakeld. Dit arrest schept duidelijkheid omtrent de
bevoegdheden van de RC en de zittingsrechter, maar brengt ook het risico met zich mee dat
er ‘twee kapiteins op een schip aan het varen zijn’. Met het nieuwe wetboek van SV wordt
daarom geprobeerd om dit probleem op te lossen. Dit doet hij oa door de
negentigdagenregeling van art.66 uit boek 3 Sv aan te pakken. Deze regeling houdt in dat

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ingridp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

84669 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49
  • (0)
  Ajouter