UPDATE: Voor het examen van januari 2021 behaalde ik enkel en alleen door dit document te studeren 15/20! Dit is dezelfde leerstof voor de schakelstudenten in het 2de semester.
Dit is een samenvatting/lesnotities voor het vak ondernemingsfiscaliteit (derde bachelor handelswetenschappen, ).
L...
1. INLEIDING
Richtlijnen bij studeren, examen en stellen van vragen
Je studeert dit vak aan de hand van wetteksten en bijkomende documenten of Ufora om deze wetteksten
toe te lichten (Vb. Excel)
Handboek “Fiscaal in essentie” is aanbevolen voor bijkomende informatie, maar niet verplicht om aan te
kopen (=naslagwerk)
Geen openboek-examen, maar een gesloten boek met 40 meerkeuze
o Opgave: Oefeningen en theorie-vragen (normaal 50/50, maar afwijking mogelijk)
o Standaardzetting: Minstens 25/40 om te slagen voor dit vak
o Oplostijd: 120 minuten (2 uur)
Te kennen leerstof wordt nog beschikbaar gesteld via Ufora
1
,Belangrijkste wetboeken in fiscalibus
Er zijn 4 grote domeinen/deelgebieden in fiscalibus:
1. Directe belastingen
Zijn allemaal geconcretiseerd in “Wetboek Inkomstenbelastingen (W.I.B. 1992)”
Directe belasting = een inkomen gaan belasten die je hebt verdiend gedurende een welbepaalde periode
(algemene definitie)
Vb. Je werkt een volledig jaar (kalenderjaar) in 2020, dan zal de fiscus alles wat je in 2020 verdiend hebt
belasten (= periodebelasting)
Vb. Als je een pand verhuurt aan een bakker, dan zal jij hiervoor een huur ontvangen en zal de fiscus de
huur die je ontvangen hebt in een welbepaalde periode (vb. 2020) belasten.
Wetboek inkomstenbelasting (W.I.B. 1992) = een belasting op inkomen
Wat behoort tot het gebied van dit WIB 1992, opdeling van directe belastingen:
Personenbelastingen
o Natuurlijke personen die fiscaal resident zijn in België (belastbaar op persoonlijk inkomen in
België).
o Zie de schijven in Art. 130
In personen belastingen heb je 4 soorten inkomen:
1. Onroerende inkomsten
= winst/inkomen dat je behaalt door het feit dat je onroerende goederen verhuurt. Wanneer je een pand
heb dat je verhuurt aan een andere persoon, dan ben je belastbaar op een onroerend inkomen.
Je wordt alleen belast op de huur die je ontvangt als je het verhuurt aan iemand voor
beroepsdoeleinden
Als je privé verhuurt, dan wordt je belast op het opgehoogd kadastraal inkomen
Kadastraal inkomen = elk onroerend goed, gebouwd of ongebouwd (vb. een bouwgrond), heeft een
kadastraal inkomen. Een kadastraam inkomen is 60% van de jaarhuur die dat pand oplevert in 1975.
2
,Niet alle onroerende inkomsten in België zijn belastbaar, vb. sommige verkopen van huizen zijn niet
belastbaar in dit land. Wanneer je een pand meer dan 5 jaar hebt en het verkoop aan de huurder, dan is
het niet belastbaar.
Wikipedia:
“Het kadastraal inkomen is het geschatte, gemiddelde normale netto-inkomen van het jaar 1975 van een
in België gelegen kadastraal perceel. Dit kan een stuk grond of een gebouw zijn. Van elk huis wordt er een
schatting gemaakt hoeveel dit zou opbrengen als men het zou verhuren. Volgens de wet zou dit elke 10
jaar aangepast moeten worden, maar dit heeft men sinds 1975 niet meer gedaan.”
2. Roerende inkomsten
Er zijn 3 voorbeelden
o Dividenden (bij aandelen) en intresten (spaarboekje)
Worden ingehouden aan de bron
o Auteursrechten
Worden tot een bepaald bedrag beschouwt als roerende inkomsten
o Bemeubelde panden die verhuurd worden, moet de huurprijs opgesplist worden in de huur van
de bakstenen en in het verhuren van de meubels (moet in de overeenkomst staan)
3. Beroepsinkomsten (= Inkomsten uit arbeid)
Er zijn 2 grote categoriëen:
o Loon- en weddetrekkende (en ambtenaren)
o Bedrijfsleiders (zelfstandigen, maar zaakvoerder zijn v/e vennootschap en hiervoor een
vergoeding krijgen)
Pensioenen worden ook belast, omdat ze ook aanschouwd worden als een soort van beroepsinkomen
(minder zwaar belast dan bezoldigingen)
Winsten en baten
o Het zijn zelfstandigen die niet werken met een vennootschap
Baten = vrije beroepen (vb. dokter)
Winst = zelfstandigen (vb. loodgieter)
Hierop worden ze belast
4. Diverse inkomsten
Er zijn 3 voorbeelden:
o Onderhoudsgeld van ouder aan kind (bij degene die het krijgt, is het 80% belastbaar). Bestrijkt
een periode van 1 jaar
o Een huis dat je verworven hebt dat je verhuurt en niet gebruikt, en je verkoopt het binnen 5 jaar,
dan ben je belastbaar op de meerwaarde (16,5%)
o Je hebt een terein en je verkoop het binnen de eerste 8 jaar, dan ben je op dat terein belastbaar
Vennootschapsbelasting (DOEL = COMMERCIEEL)
o Ruimer dan concreet enkel het belasten van vennootschappen
o RP belasten die winstgevend zijn en een winstgevend doel hebben
= Alle RP die in finaliteit het doel hebben winst te maken
Vb. VZW met een commercieel doel (supermarkt met winst voor goed doel), zal ook
onder de vennootschapsbelasting vallen, want doel = winst
Rechtspersonenbelasting (DOEL = IDEEEL)
o Rechtspersoon belast wiens doel niet is om winst te maken
o Veel gelijkenissen met de personenbelastingen
3
, Belasting niet-inwoners
= Nederlandse firma met een uitbatingszetel in België, dan zal die uitbatingszetel vallen onder de
belasting niet-inwoner optie vennootschapsbelasting (territorialiteitsbeginsel)
Waarom 1992? Omdat in 1992 een hernummering van de artikelen gebeurd is.
5. Indirecte belastingen
Indirecte belastingen = men gaat een verrichting belasten
Belasting over de toegevoegde waarde (BTW)
= dit is een verbruiksbelasting die gedragen moet worden door de finale consument
= het is bij uitstek een Europees product, want elke lidstaat moet een deel van zijn btw-ontvangsten
afstaan aan de Europese Unie (belangrijke bron van inkomsten voor hen)
Vlaamse Codex Fiscaliteit
= de regionalisering van die deelgebieden die door de laatste staatshervorming toebedeeld zijn aan de
regio’s
De bevoedgheid is vaak niet voor alles. Sommige deelgebieden zijn nog altijd federaal geregeld, waarin
de regio’s zelf nog wat kunnen aanvullen
Douane- en accijnzen
= belangrijke bron van inkomsten voor de overheid
6. Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
Deelaspecten:
Verkeersbelasting op autovoertuigen
Belasting op spelen en weddenschappen
Belasting op de automatische ontspanningstoestellen
Belasting op de inverkeerstelling
Belasting op de werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschap en op de
winstpremie voor de werknemers
LET OP: Het is belangrijk om te vermelden dat zowel op het vlak de directe- en indirecte belastingen én
het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen die we eigenlijk zouden kunnen
opdelen bij de indirecte belastingen dat wij natuurlijk de staatshervorming kennen in ons land. Bijna elk
wetboek gaat de regionalisering van dit land ingrijpen.
Er zijn dus stukken die in de directie belastingen die gestuurd worden door resp. Vlaanderen,
Brussel en Wallonië.
Er zijn stukjes in de indirecte belastingen die hetzelfde lot onderworpen zijn
Hetzelfde geld voor het WIGB (ook regionaal gestuurd)
De fiscale gevolgen van de staatshervorming zijn enorm, zowel op vlak van de wetgeving die de vakman
moet kennen, maar ook voor het verdelen van de middelen (federaal/regionaal).
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentugenteconomie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.