Voorbeeldvragen die in de les zijn gegeven opgesomd en beantwoord aan de hand van les notities in kernwoorden.
Deze voorbeeldvragen staan nergens op een ppt, dit zijn uiterlijk aanduidingen uit de les.
Andere vragen doorheen de cursus
voorzieningen.
1. In een instelling die haar boekjaar afsluit per 31/12/ 20n0 wordt op 12 februari 20N1 een personeelslid
ontslagen met bijbehorende betwisting. Moet deze instelling een voorziening in 20N0 aanleggen?
Neen de gebeurtenis doet zich pas voor in 20N1 waardoor dan pas de voorziening kan worden
aangelegd.
2. In een verzorgingsinstelling ontstaat op 13 november 20N0 een geschil met een patiënt die niet
tevreden is en een schadevergoeding vraagt. Na gepalaver komt de directie met de patiënt overeen op
12 december 20N0 om na 2 maanden een schadevergoeding uit te keren van 800euro moet hiervoor
een voorziening worden aangelegd op 31/12/20N0 ?
Neen want het bedrag is reeds vaststaand ( geen geschil meer maar een overeenkomst) waardoor dit
een schuld is ( of niet recurrente kost?) . Mocht de schild nog niet bekend zijn wordt dit een claim en
moet je een geraamd/ geschat bedrag aanleggen in de voorzieningen.
3. IN een medisch labo waar men proefbuisjes gebruikt, blijkt er algemeen technisch bestaan 0,1%. Dit
soort defecten worden niet teruggenomen door de leveranciers. De boekhouder heeft het gemiddeld
jaarlijks verlies geraamd op ongeveer 100 eur. Moet deze instelling een voorziening aanleggen?
Neen want de voorwaarde voor individualisering is niet voldaan.
4. Een vereniging van tolken heeft de gemeente een subsidie gekregen voor het ontwikkelen van
taallessen Nederlands van 4000,00 euro. De vereniging wenst deze som echter voor een ander doel te
gebruiken en negeert de vooropgestelde voorwaarde door de gemeente. Moet deze vereniging een
voorziening boeken?
Wanneer hieromtrent een geschil ontstaat zal de vereniging een voorziening moeten boeken
( specifieke categorie B voor de VZW’s).
resultatenrekening bij verenigingen en stichtingen.
1. meet de resultatenrekeningen het resultaat bij Ven S?
- Neen, kosten en opbrengsten hebben bij verenigingen en stichtingen op elkaar geen
betrekking. In een vzw worden geen kosten gemaakt om opbrengsten te realiseren
maar om hoofdzakelijk dienstverlening te produceren.
- Neen, dienstverlening vertaalt zich gebrekkig/ niet in bedrijfsopbrengsten.
- Neen, want er is sprake van non exchange transactions. Geen causaal verband
tussen de middelen die worden gegeven tegenoverstaande de gemaakte kosten.
- Ja, in de mate dat vzw’s commercieel economische activiteiten uitvoeren.
sectorale boekhoudwetgeving ( ZH) naast boekhoudrecht WVV
- betekent harmonisatie van de sectorale regeling met het gemeen boekhoudrecht WVV het
afschaffen van de sectorale regeling en daardoor het verlies van specifieke informatie voor de
subsidiërende overheid.
Neen, dat hoeft niet. De sectorale regeling is na aanpassing verzoenbaar met het
gemeenrechtelijk BH wetgeving voor vzw’s ( bijvoorbeeld het verplichten van afdeling 5 en
niet ‘indien nodig’ want waarderingsregels zijn ALTIJD nodig in een jaarrekening. Zo kunnen
er ook heel wat toevoegingen worden gedaan in toelichtingen zonder aan het specificerende
MARZ rekeningenstelsel te komen.
, verouderde regels en fouten ZH boekhoudwetgeving
- wat zijn de gebruiksmogelijkheden van de ageing list ?
Een ageing list geeft weer wordt gebruikt voor de debiteuren opvolging. Het geeft een detail
van de vorderingen weer met zijn leeftijd. Op deze manier kan alles makkelijk worden
opgevolgd en de dubieuze debiteuren worden uitgehaald maar kan ook de opvolging hiervan
worden gecontroleerd.
- wat indien de vordering waarschijnlijk niet zal kunnen worden geïnd van 121?
Dit kan via deze ageing list worden gezien hoelang er al niet betaald is en geboekt worden als
‘dubieuze debiteuren’. Omdat de boekhouding een getrouw beeld wilt geven van de financiële
toestand van de organisatie is het belangrijk ook dit realistisch in te boeken. Er zal dan ook
een waardevermindering worden toegekend aan dit bedrag ( je scheldt de vordering of het
gevorderde bedrag niet kwijt, gewoon een realistisch beeld in de boekhouding weergeven!)
externe audit
- mag de bedrijfsrevisor lid zijn van de VZW?
Ja, hij mag er gewoon geen bevoegdheden hebben.
- mag hij deel uit maken van de raad van het bestuur van de vzw?
Neen, dit zou kunnen zorgen voor belangenconflicten.
- mag hij er gratis of voor een symbolische prijs zijn diensten aanbieden ?
Dit is fel ter discussie. Er moet geen honorarium worden afgesproken voor de expertise maar
dit laat vragen rijzen naar de betrouwbaarheid van de waarmerking. Het is beter een
‘symbolisch’ lage prijs af te spreken of een prijs af te spreken dan de bedrijfsrevisor
schenkingen doet aan de VZW maar niet onder de vorm van zijn diensten te leveren.
VOORBEELDEXAMENVRAGEN ACCOUNTING
1. Wat is een inventaris en waarvoor dient die?
Een overzicht met alle werkelijke bezittingen, vorderingen en schulden die per einde boekjaar wordt
opgesteld met het oog op het regulariseren van de boekhouding. De voorlopige proef en
saldibalans wordt aan de hand hiervan bijgewerkt naar een definitieve proef en saldibalans
waaruit de jaarrekening voortvloeit
2. Wat is het verschil tussen een grootboek en een rekeningenstelsel?
Grootboek: bestand met alle werkelijke rekeningen ( die per einde journaalpost worden bijgewerkt)
en hun bewegingen. (veranderlijk en afhankelijk van bedrijfstransacties)
rekeningenstelssel: wettelijke structuur ( minimaal) hoe een rekening geordend met zijn met
bijhorende digits( onveranderlijk en niet afhankelijk van bedrijfstransacties)
3. Waarom moeten wij bij resultatenrekeningen en ( van?) vzw’s rekening houden met het lijntje ‘belastingen
op het resultaat’ ?
Doordat ze door de nieuwe VZW wetgeving en nieuwe definitie van vennootschappen en stichtingen nu
onbepaald commerciële activiteiten mogen uitvoeren, deze winsten mogen alleen niet worden uitgekeerd.
Omwille van deze nieuwe definitie worden zij ook fiscaal berecht zoals vennootschappen en zou het dus
kunnen dat ze vennootschapsbelastingen moeten betalen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Varsha02. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.