Samenvatting voor het vak Beleidsvraagstukken aan de UCLL voor 3de bachelor Sociaal Werk. Alle colleges samengevat, inclusief de powerpoint presentaties. Gedoceerd door Meireman Katrien aan de UCLL ().
,Les 1: Inleiding
“Warm maken voor macro niveau, het beleid”
Dit vak gaat om het handelen van de overheid. Het gaat bij beleid altijd om keuzes te maken!
We gaan het in deze cursus hebben over beleid met betrekking tot waar een sociaal werker
tewerkgesteld is. Wat zien we hier in de inhoudstabel?
- Verschillende beleidsniveaus
- Historische context
- Maatschappelijke uitdagingen van het beleid
- Algemene tendensen – Wat? Voorbeeld uit verschillende sectoren, de sociale kaart
opfrissen. Er zijn voor en nadelen (kritisch kijken en denken op het vlak van beleid en
evolutie van het werkveld)
Het examen is mondeling (20 minuten voorbereiding en 20 minuten examen). Het bestaat uit
3 vragen waarvan er een vraag in twee delen opgesplitst wordt:
- Actualiteit bijhouden over stagesector en koppel deze actualiteit aan de tendensen
- Vanuit sector stageplaats kijken naar deze actualiteit
- Via kranten, tv/radio, tijdschriften om een koppeling te maken naar tendensen
- Neem het ruim! Ga kijken naar het ruime, de geestelijke gezondheid zorg
- Toepassing van het beleidsdocument op Toledo en koppelen aan de tendensen
Vlaamse regering maakt het regeerakkoord
Minister – maakt een beleidsnota (2014 – 2019)
Maakt elk jaar een beleidsbrief (2018 – 2019)
Het beleidsnota niet lezen want het is te verouderd. Lees beleidsbrief als basis en koppel aan
stagesector. Zo moet ik kijken naar het beleidsplan van de GGZ – voor mijn stagesector!!
Gebruik een beleidsnota dat je kan gebruiken voor je BAP! Wat zegt het beleidsdocument over
de verschillende tendensen (zie slide 7) en zet de tendensen als tussentitels. Dit moet rond 5 à
6 pagina’s zijn, afwisselend van sector.
De twee andere examenvragen:
- Een ruime vraag waarin we een citaat krijgen en daarop tendensen moeten toepassen
- Begrippen gevraagd over beleidsinitiatieven en link met een tendens (het zijn er drie)
2
,Welk beleid staat centraal in deze cursus beleidsvraagstukken?
Beleid: Het handelen van een organisatie (regels, visietekst) en de handelingen van de
overheid.
Sociaal beleid: Het optreden van de overheid met het oog op het behouden, scheppen
of veranderen van sociale bestaans- en ontwikkelingsvoorwaarden voor de leden van
de maatschappij, in functie van het algemeen belang = te breed voor deze cursus!
Welzijnsbeleid: Dat beleid dat de overheid uitstippelt om het welzijn van de mensen
te garanderen = te eng voor deze cursus!
Beleidsdocument: Er zijn verschillende documenten die hier van belang zijn.
- Beleidsnota: Wat wil de minister bekomen gedurende zijn of haar legislatuur
(enkel de bevoegde minister zal dit uitschrijven in deze nota).
- Beleidsbrief: Jaarlijks weergeven wat men wilt bereiken in het komende jaar.
In de septemberverklaring gaat men aangeven waar de Vlaamse overheid het
komende jaar zal op inzetten (alle ministers binnen de regering).
De verschillende beleidsniveaus van het sociaal beleid
Het welzijnsbeleid wordt gemaakt op vier verschillende beleidsniveaus: Europees niveau,
Federaal niveau, Gemeenschapsniveau en Lokaal niveau. De grenzen van de bevoegdheden
van de verschillende overheden zijn niet altijd even duidelijk – bevoegdheidsconflicten.
I. Europees sociaal beleid
Werkgelegenheid, sociale zaken en Inclusie (eurocommissaris: Marianne Thyssen). De nadruk
ligt op werkgelegenheid, anti-discriminatie, gezondheid. Een voorbeeld is dat er een doel is om
armoede tegen het jaar 2020 (Europa 2020) met 20 miljoen mensen te laten dalen, maar in
werkelijkheid zien we een stijging van de armoede.
Beleidsinstrumenten:
- EU-wetgeving: 70% van de Belgische wetgeving is afkomstig van de Europese wet
- Sociale dialoog
- Open coördinatiemethode: een doelstelling formuleren en ieder land is vrij om zijn
focus te leggen op een bepaald aspect en kiest zijn eigen aanpak (vb. België en de strijd
met kinderarmoede gaan de acties en resultaten in groep evalueren en zo kan men
doeltreffende acties overnemen)
- EU-financiering (vb. ESF) en subsidies
- Partnerschap, dialoog met anderen (vb. maatschappelijke organisaties)
3
, II. Federaal sociaal beleid
Artikel 1 Belgische Grondwet: “België is een federale staat, samengesteld uit gemeenschappen
en gewesten”. Het heeft een verantwoordelijk niveau voor defensie, sociale zekerheid,
gezondheid, veiligheid en migratie. De parlementaire democratie bestaat uit: koning, regering,
parlement. Er zijn wetten, koninklijke besluiten en ministeriele besluiten.
- Oorspronkelijk werd het sociaal beleid enkel op federaal niveau behandeld, maar door
de staatshervorming van 1980 werd het grootste deel van het welzijnsbeleid
overgeheveld naar de gemeenschappen (persoonsgebonden materie).
- Toch nog sectoren die gesplitst zijn over het federale en het gemeenschapsniveau (vb.
zorg voor personen met een handicap, gezondheidszorg, armoedezorg).
- 2011 Vlinderakkoord: 6e staatshervorming (vb. de ouderenzorg, jeugdsanctierecht,
justitiehuizen, kindergeld en nog meer gaat naar gemeenschappen)
- Groot stuk van justitie en de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be) wordt op het
federale niveau geregeld. Er zijn toch nog sectoren die gesplitst zijn, zoals de sector
voor personen met een handicap.
III. Vlaams sociaal beleid
Start in 1980: 2e staatshervorming betekent dat bevoegdheden op federaal niveau worden
overgeheveld naar het gemeenschapsniveau (alle persoonsgebonden zaken).
Belangrijke beleidsmakers van beleidsdomein WVG:
- Minister die tegelijk met het kabinet wijzigt
- Kabinet van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
- Administratieve diensten van beleidsdomein WVG:
Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Doel: Advies uitbrengen en beleidsvoorstellen doen over WVG
Samenstelling:
- Vertegenwoordigers van voorzieningen die actief zijn in het domein
- Vertegenwoordigers van gebruikers uit het domein
- Vertegenwoordigers van sociaaleconomische organisaties
- Vertegenwoordigers van personeel van voorzieningen die actief zijn in het domein
- Onafhankelijke deskundigen
Agentschappen – Beleidsvoorbereidend en uitvoerend werk
Interne verzelfstandige agentschappen (IVA): deel van de overheid (intern)
- K&G: Kind en Gezin
- VAPH: Vlaams agentschap voor personen met een handicap
- IVA VIPA: Het Vlaams infrastructuurfonds voor persoonsgebonden aangelegenheden
(subsidies voor de bouw van gebouwen)
- IVA Zorg en Gezondheid
- IVA Jongerenwelzijn
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celinedeclercq. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.