Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
College aantekeningen Medische Pathologie MOA Hoofdfase 1 Algemene ziekteleer voor tandartsen, ISBN: 9789031387281 €7,98
Ajouter au panier

Notes de cours

College aantekeningen Medische Pathologie MOA Hoofdfase 1 Algemene ziekteleer voor tandartsen, ISBN: 9789031387281

 13 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document bevat aantekeningen van alle hoorcolleges pathologie uit Hoofdfase 1. Pathologie is een onderdeel van de onderwijseenheid MOA.

Aperçu 4 sur 42  pages

  • 8 février 2021
  • 42
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Barbara haverkamp
  • Toutes les classes
avatar-seller
Pathologie – Hoorcollege 1: hart- en vaatziekten
en hypertensie




Begrippen:
- Anamnese en onderzoek: doe je om gegevens te verzamelen
- Diagnose: vaststellen van een ziekte + gradatie van een bepaalde aandoening
- Symptomen: ziekteverschijnselen die bij bepaalde aandoening optreden.
- Complicaties: symptomende beelden die bij verergering optreden, bij niks doen of
complicaties
- Therapie: behandeling of interventie.
- Prognose: verwachtte ziekteverloop

Hart- en vaatziekten:
Waarom is dit relevant als mondzorgkundige?
- Vragenlijst medische anamnese
- ASA-lijst en -score
- Iemand met een afwijkende bloeddruk, dan is het belangrijk dat je niet in één keer de patiënt
op laat staan en laat lopen. Vandaar dat we aandoeningen behandeld krijgen die wat vaker
voorkomen of waarbij de medicatie bekend moet zijn om te kijken wat je wel en niet kan
doen.




heeft veel met elkaar te maken en heeft invloed op elkaar.

,Bloedsomloop:
Linker ventrikel – aorta – arteriën – cellen van weefsel van organen/spieren – venen –
onderste/bovenste holle ader – rechter atrium – rechter ventrikel – longarterie – longen – longvenen
– linker atrium – linker ventrikel.
- Stel, je hebt ergens een bloedpropje. Dan is het belangrijk dat je weet welke structuren er
vervolgens nog aan bod komen en waar de zuurstof niét meer naartoe gaat
 Bloedpropje in longarterie: longen krijgen geen zuurstof meer en bloed hoopt zich op
in de longarterie en rechter ventrikel (hier komt het vocht vandaan)
Er zijn 2 bloedsomlopen: organen en voor de longen




- Hartkamer: ventrikel
- Hartboezem: atrium
- Grote bloedsomloop: Brengt zuurstofrijk bloed naar alle organen (buik én hersenen)
- Kleine bloedsomloop: Brengt zuurstofarm bloed naar de longen en opnieuw van zuurstof
voorzien

Bloeddruk:
- De druk die het bloed uitoefent op de wand van de bloedvaten
- Bloeddruk wisselt gedurende de dag. Dit heeft te maken met:
 Per hartslag, waar we zitten met het ritme
 Vulling van de blaas
 Buitentemperatuur
 Emoties
 Leeftijd (bloedvatwand is stugger dus staat meer druk op)
 Geslacht




- Hoe snel staat iemand op? Welke medicatie gebruikt de persoon? Kan ik mijn behandeling of
medicatie wel toedienen?

Systolische druk = bovendruk 120, de druk die ontstaat onder invloed van de systole
- Systole is de contractie van het linker ventrikel
- Is afhankelijk van:
 Kracht van de systole
 Doorgankelijkheid van de aortaklep (in één keer druk overwinnen)
 Elasticiteit van de aorta (stug, bloeddruk gaat stijgen)
- Als één van deze dingen anders is, verandert de bloeddruk

,Diastolische druk = onderdruk 80, de druk onder invloed van de diastole
- Diastole is de ontspanning van het linker ventrikel
- Is afhankelijk van:
 Perifere weerstand
 Elasticiteit van de grote slagaders




het verschil in druk wordt kleiner richting capillairen

Bloeddruk meten:
- Dit doe je aan de linkerarm omdat deze dichter bij het hart zit dan de rechterarm
- 2 waardes meten, bijvoorbeeld 120/90
 120: systolische bloeddruk / bovendruk
 90: diastolische bloeddruk / onderdruk
De verhouding tussen deze getallen zijn belangrijk als we het gaan hebben over
hypertensie
- mmHg
- Meet zo standaard mogelijk
 Patiënt eerst naar toilet laten gaan
 In ochtend meten
- Manchet helemaal inknijpen, vervolgens elke keer wat lucht uitlopen. Je hoort dat het bloed
erdoorheen stroomt: bovendruk meten. Weer wat lucht uitlopen en je hoort niet meer het
bloed stromen: onderdruk meten.

Regulatie van de bloeddruk:
- Neurale factoren (zenuwen)
 Parasympaticus en sympaticus kunnen ervoor zorgen dat de hartslag omhoog of
omlaag gaan. Sinusknoop wordt dan door zenuwen aangestuurd en de
contractiekracht wordt aangestuurd.
 Vasodilatatie of vasoconstrictie via zenuwen richting de bloedvaten zodat het gladde
spierweefsel in de bloedvaten samentrekt
direct actief, onder invloed van het autonome zenuwstelsel (afhankelijk van para of sympaticus)
- Hormonale factoren
 ADH. Water afscheiden zodat er meer vocht in het lichaam is en daardoor neemt de
bloeddruk toe. Andersom neemt de bloeddruk af
 RAAS-systeem. Natrium en water worden uit het lichaam gehaald of opgenomen,
afhankelijk of ze meer of minder renine afgeven.
actief op lange termijn, kan zijn dat ze afgegeven worden door een bepaald signaal of dat er in de
osmo/chemo/baro receptoren dat de bloeddruk verandert moet worden. Vervolgens gaat het signaal
richting de hormonen die dan afgegeven worden.
- Lokale factoren
 Endotheelcellen
 Vasoconstrictie
 Vasodilitatie

, hoeveel druk staat er op de wanden op dit moment, wat moeten we doen zodat er meer ruimte is.
Niet onder invloed van het autonome zenuwstelsel.

Autonoom zenuwstelsel (animaal is tegenovergestelde: willekeurig)
- Onbewuste aansturing, betekent niet dat je je er niet bewust van kan worden
 Hormonen
 Vertering
 Hartslag
 Zweten , warm worden. (activiteit van sympaticus)




Wat gebeurt er met de bloeddruk als het sympatische systeem actief is bloeddruk omhoog
Wat gebeurt er met de bloeddruk als het parasympatisch systeem actief is bloeddruk daalt
- Als je ’s ochtends wakker wordt, kom je uit een ruststand dus is je bloeddruk wat lager dan
dat je aan het eind van de dag je bloeddruk meet omdat je dan veel drukker bent geweest.

Hypertensie:
- Dit betekent dat je een hoge bloeddruk hebt. Hier zijn verschillende gradaties in:




- Als je gedurende meerdere metingen in de ochtend met een lege blaas een hoge bloeddruk
hebt ,dan spreek je pas van hypertensie. Dan moet je hier wat mee gaan doen.
- Door zenuwen kan in de praktijk de bloeddruk elke keer hoger zijn: laat de patiënt dan thuis
meten.

Soorten hypertensie:
Primaire hypertensie = essentiële hypertensie (90%)
- Oorzaak is onbekend
- Genetische factoren en omgevingsfactoren spelen een rol
Secundaire hypertensie (10%)
- Nierziekten
 Nieren kunnen het bloed niet filteren. Er wordt te weinig vocht uitgescheiden dus
het volume neemt toe. Niet alle natrium eruit kunnen halen waardoor het vocht
meegaat.
- Vernauwing van de nierslagader
- Hartafwijkingen
- Stoornis in de hormoonhuishouding
 ADH productie bevat een stoornis. Hierdoor wordt er te veel ADH geproduceerd.
Hierdoor wordt er te weinig water uitgescheiden, veel water in het bloed en dat
zorgt voor een hoge bloeddruk.
- Zwangerschapshypertensie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mdmzk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,98
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté