In de evolutie van de vertebraten wordt er een belangrijke stap gezet tussen de Agnatha (kaaklozen)
en de gnathastomata (kaakhebbenden) door het ontwikkelen van een onderkaak uit de eerste twee
kieuwbogen. Hierdoor konden vertebraten een parasitaire levenswijze verlaten en hun eigen prooien
vangen.
In de tractus digestivus (verteringskanaal) vinden we vervolgens de grootste aanpassingen en variatie
wanneer de evolutionaire stap van ectotherm (‘koudbloedig’) naar endotherm (‘warmbloedig’) wordt
gemaakt. Een verhoogd metabolisme vereist immers een hogere en efficiënter voedselopname.
Zo zien we bij zoogdieren een grote variatie in een gebit, waarbij we onderscheid maken in vier typen
tanden; incisiva (snijtanden), canini (hoektanden), premolaren (valse kiezen) en molaren (echte
kiezen). Afhankelijk van het type dieet zullen bovenstaande tanden een andere vorm hebben.
Carnivoren hebben een scherp gebit met grote canini en knipkiezen, geschikt om prooien mee te
vangen en te verscheuren. Herbivoren daarentegen hebben een gebit dat vooral bedoeld is om
voedsel te vermalen, met platten tanden en maalkiezen. De hoektanden zijn vaak afwezig. Bij
omnivoren zien we een tussenvorm van het gebit.
Daarnaast zien we ook het verschil tussen een hypsodont (hoogkronig) of brachydont (laagkronig)
gebit. Herbivoren dieren malen hun voedsel waardoor hun kiezen sneller slijten en zij hebben
daarom een hypsodont gebit. Bij sommige dieren zoals knaagdieren en konijnen slijt het gebit zo snel
dat het gebit door moet blijven groeien om te compenseren voor de slijtage (elodont gebit).
Ook de kauwspieren zullen anders ontwikkelen afhankelijk van het dieet. Bij carnivoren dieren zien
we meestal een sterker ontwikkelde m. temporalis, die ervoor zorgt dat de bek snel en met kracht
dicht kan klappen. Bij herbivoren dieren zien we juist een sterker ontwikkelde m. masseter, die de
kracht voor het kauwen levert. De M.digastricus opent de kaak (zie afb boek).
Overige variatie in de tractus digestivus is ook afhankelijk van het dieet van een dier. In het algemeen
wordt de regel gesteld dat des te lastiger te verteren het voedsel is (herbivoren), des te uitgebreider
het maagdarmkanaal.
Bij herbivoren zien we uitgebreidere speekselklieren en een langer maagdarmkanaal dat ergens een
fermentatievat bevat. Hierin maken we onderscheid tussen foregut en hindegutfermenters. Bij
foregut fermenters ligt het fermentatievat in de voordarm en deze dieren hebben meestal meerdere
magen zoals de herkauwers. De pens is hierbij het fermentatievat. Hindgutfermenters hebben een
fermentatievat in de achterdarm, meestal is dit het cecum en/of een deel van het colon ascendens.
Dieren die tot deze categorie behoren zijn paardachtigen, konijnen en olifanten.
Carnivoren dieren hebben een relatief simpel maagdarmkanaal, met een enkelvoudige, eenvoudige
maag, een kort darmstelsel en een klein cecum, wat soms zelfs afwezig is. Bij omnivoren dieren zien
we wederom een soort tussenvorm, wat meestal meer richting herbivoor neigt. Vogels hebben geen
gebit, gehemelte of speekselklieren. Zij slikken hun voedsel in een keer door. Bij herbivoren vogels
komt het voedsel meestal eerst in de krop terecht, waar het een tijdje kan worden opgeslagen.
Vervolgens komt het voedsel eerst in de kliermaag, waar er verteringssappen worden toegevoegd, in
de spiermaag wordt vervolgens het voedsel vermalen en daarna komt het in de rest van het
verteringsstelsel terecht. Vogels hebben twee ceca (blindedarmen) waar fermentatie kan
plaatsvinden. Bij vogels die vis of vlees eten zien we meestal een gereduceerd maagdarmkanaal,
waarbij de krop ontbreekt en de spiermaag en ceca gereduceerd of afwezig zijn.
, De speekselklieren:
Glandula parotis Mond uit in mondholte bij de 4e bovenste
premolaar aan de binnenzijde van de wang.
Glandula mandibularis Mond uit in de mondbodem ter hoogte van de
tongbasis
Glandula sublingualis Mond uit in de mondbodem ter hoogte van de
tongbasis
Gehemelte:
Arcus palatoglossus
Arcus palatopharyngeus
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MisterStudy. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.