- Samenvatting van de doorlopende tekst
- Meer structuur
- Afbeeldingen in vervat + van sobotta ook
- Notities in vervat
- TIP: TEKEN ALLES ZELF UIT VAN BLOEDVATEN EN ADERS
ALGEMENE MENSELIJKE FYSIOLOGIE: DEEL ANATOMIE (ppt + cursus)
1. Hoofdstuk 1. Het Cardiovasculair stelsel
1.1 Inleiding
• Het hart heeft 3 functies
a. Transportfunctie
b. Regulerende functie / thermoregulatie
c. Beschermende functie
d. immunologisch
a. Transportfunctie
• Cellen moeten beschikken over zuurstof en voedingsstoffen en anderzijds moet ook
afbraakproducten en koolzuurgas afgevoerd worden = uitwisseling gebeurt in het
extracellulaire weefsel → belangrijkste rol van het bloedvatenstelsel.
• Meestal gebeurt de uitwisseling ter hoogte van de capillairen (haarvaten)
• Capillairen= uitwisseling van CO2 en O2 (niet met blote oog te zien).
→ Deze liggen vaak tussen artiriën en venen.
→ De O2 opgenomen in de longen wordt naar de weefsels gebracht en
de CO2 naar de longen
• De voedingsstoffen opgenomen door het spijsverteringsstelsel worden naar de lever
getransporteerd via bloed en daar gestockeerd of naar andere weefsels gebracht. De
afbraakproducten worden naar de nieren gebracht via het bloed.
• Endocriene klieren geven hun hormonen af aan het bloed
• De warmte (naar oppv brengen) die geproduceerd wordt, wordt door de
bloedsomloop over het lichaam verspreid.
b. Regulerende functie.
• 2 systemen:
Kleine bloedsomloop= Het deel van het bloedvatenstelsel zorgt voor de
gasuitwisseling in de longen (van hart → longen)
Grote bloedsomloop= deel van het hart- en vaatstelsel dat zuurstofrijk bloed vanuit
het hart naar alle delen van het lichaam transporteert en het
zuurstofarme bloed terug voert naar het hart
→ bij kindjes is de kleine bloedsomloop nog niet actief, het zuurstofrijk en- arm bloed
(paars). Bloed kan gewoon van rechts naar links (zuurstofrijk), door de foramen
ovale (nu nog overblijfsel van, fossa ovalis).
• Hart is een dubbele gespierde pomp en is voorzien met kleppen (regelen de
bloedsomloop)
• Cardio= hart als pomp
• Vasculair= vertrekt uit hart en brengt bloed naar overal in lichaam. Venen
(bloed terug naar hart) en arteriën (dikkere bloedvaten en gaan
bloed wegvoeren van hart)
• Ook immunologisch (immuunstoffen naar weefsels).
,1.2. Het Hart (cor)
• Niet veel verschil tussen een varkensharten en ons hart
• Arteriën bleker dan spier die rood is (bij preparatie geen kleur verschil → door
balseming).
• Hart ligt in het mediastinum van de thorax: tussen de 2 longen boven het diafragma
en onder eerste rib. Ook de luchtpijp en
slokdarm en zenuwen zitten daar.
• Diafragma= scheiding tussen thorax en abdomen
= midclaviculaire lijn boog aorta.
• Contractie zorgt dat het hart geledigd wordt en het bloed in de bloedsomloop gestuwd
wordt.
• Het hart= tweedelige pomp, In linker en rechter helft verdeeld + hebben elk 2 holte:
I. rechter en linker atrium (voorkamer) → hierin komt het bloed toe vanuit de
grotebloedsomloop via de vena cava superior, inferior en de coronaire
venen en vanuit de kleine bloedsomloop via da pulmonale venen.
II. rechter en linker ventrikel (kamer) waar het bloed het hart verlaat naar de
longen via de truncus pulmonalis en naar de grotebloedsomloop via de
aorta. (linkerventrikel is wand dikker).
• Septum interatriale= scheidt beide atria (parallel met as van hart), uit bindweefsel.
Septum interventriculare= scheidt beide ventrikels (puilt uit in rechter ventrikel) /
bewegelijk. (uit spierweefsel)
Septum artrioventriculare= tussen atria en ventrikel
Ostium artrioventriculare= onderbreekt de septum artrioventriculare + heft klep.
Ostium aortae= voorzien van een klepsysteem
Ostium trunci pulmonalis= voorzien van een klepsysteem
• Arterie en venen gescheiden van elkaar door kleur
o Rood = slagader/ arterie
= gesatureerde bloed met nutriënten en 02 (rijk)
= weg van hert
o Blauw = ader/ venen
= zuurstofarm bloed
= bloed naar het hart.
, o In longen wordt blauw rood
o UITZ.: vv. pulmonales zijn venen, maar naar hart met zuurstofrijk bloed.
Truncus pulmonalis (Aa) weg van hart maar met zuurstofarm bloed.
o pulmonale bloedsomloop (klein) : start in rechter ventrikel en gaat naar longen
met zuurstof armbloed, in longen O2
opnemen en zo weer zuurstofrijk bloed die
naar linker atrium gaat.
o systeembloedsomloop (groot): start linker ventrikel gaat naar onderste
ledematen met zuurstofrijkbloed, gaat dan
naar organen geven O2 af en het
zuurstofarmbloed gaat terug naar
rechteratrium.
• Apex cordis (punt van het hart) en basis cordis (basis is de bovenkant waar alle
vaten uitkomen). Kegelvorm van het hart en kan je een as door trekken (zit
dorsocraniaal rechts naar ventrocaudaal links) → 40°-45° t.o.v. sagittale vlak.
• Kleppen zijn opgebouwd uit stevig bindweefsel + bedekt met endocard → ze openen
en sluiten zich als er drukveranderingen zijn (dus bij samentrekken of relaxeren).
A. Ligging en uitwendige vorm van het hart
• Het hart heeft de grote van en gebalde vuist en de vorm van een kegel.
• Organen in thorax is belangrijk de ligging t.o.v. de costae te weten
Eerst ribben tellen bij manuele is belangrijk (wervels tellen is te moeilijk)
→ rib 2 makkelijk te vinden, hoek van ludovicus van sternum.
Vanachter niet meer goed te voelen door de autochtone rugspieren
• Basis cordis= naar boven, naar dorsaal en naar rechts gericht + tegen 4de en 5de en
6de thoracale wervel.
• Arcus aorta (aortaboog)= reikt tot achter het manibrium sterni.
• Rechterrand van het hart reikt juist voorbij de rand van het sternum tot de 5de
tussenribruimte.
• Apex cordis= ligt naar links, onder en voor in de 5de tussenribruimte + stoot tegen de
thoraxwand, hartpunt is hier goed te voelen → de apex botst bij elke
systol tegen de ventral thoraxwand = ictus cordis / puntstoot.
• Sulci tekenen de grenzen af van de 4 holtes
I. Sulcus coronarius : atrioventriculaire grens, zichtbaar op achterzijde. Vol
met vetweefsel en met bloedvaten
II. Sulcus interventricularis
anterior en posterior : tussen beide ventrikels. De anterior loopt over in
de posterior in de incisura apicis (op de
rechterboord van apex, de apex behoort tot
linker ventrikel) vol venen en arteriën
bloedvoorziening van hart zelf.
III. Tussen artria weinig zichtbaar.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur goeiestudent1234. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.