Samenvatting Geschiedenis van het Politieke Denken
Thomas Hobbes
1. Hobbes 'leven
Hobbes werd op 5 april 1588 geboren. Het toenmalige Europa wordt geteisterd door
godsdienstoorlogen en andere burgeroorlogen. Deze gewelddadige periode waarbij de staat er
niet in slaagt om religieuze en sociale conflicten in te tomen, is tegelijkertijd ook een periode
van grondige intellectuele en wetenschappelijke vernieuwingen. Er was een groot contrast
tussen de onbekwaamheid van de toenmalige politieke leiders en van hun raadgevers om het
land te pacificeren en de bekwaamheid van wetenschappers om kennis te verwerven op het
vlak van de wiskunde en de natuurwetenschappen. Dit contrast gaat Hobbes’ visie op de
politieke wetenschap bepalen.
Hobbes had aanvankelijk vooral belangstelling voor geschiedenis. In zijn tijd ging men ervan
uit dat de geschiedenis de belangrijkste bron voor politieke kennis vormde. Maar zijn
belangstelling voor geschiedenis ging na het lezen van een boek over euclidische geometrie al
snel over. De geometrische argumentatie was logisch-deductief van aard, een argumentatie die
volgens hem voor ieder redelijk mens overtuigend moest werken. Deze deductieve logica
vond hij veel preciezer dan de inductieve logica die in de geschiedenisboeken werd toegepast
en waarbij men uit enkele feiten inductief algemene regels wou afleiden.
2. De "Inleiding" tot de "Leviathan"
In de "Inleiding" tot de "Leviathan" schrijft Hobbes het volgende: De kundigheid van de mens
is zo groot, dat hij zelfs in staat is om dat met rede begiftigde meesterwerk van de natuur na te
maken: de mens. Want door het menselijk kunnen komt die grote LEVIATHAN tot stand, die
we het GEMENEBEST of de STAAT noemen (in het Latijn CIVITAS), en die niets anders is
dan een kunstmatige mens, zij het groter en sterker dan de natuurlijke mens, die hij moet
beschermen en verdedigen. De soevereiniteit is daarin als een kunstmatige ziel, die het hele
lichaam doet leven en bewegen; de magistraten en andere ambtenaren van de rechterlijke en
,uitvoerende macht zijn kunstmatige gewrichten; beloning en straf (die elk gewricht en
lichaamsdeel verbinden met de soevereine macht, en ze ertoe brengen om hun plicht te doen)
zijn de zenuwen, die in het natuurlijke lichaam hetzelfde doen; de rijkdom en het vermogen
van alle afzonderlijke ledematen zijn zijn kracht; salus populi (het heil van het volk) is zijn
werk, de raadslieden, die hem alle dingen ingeven die hij moet weten, zijn zijn geheugen,
billijkheid en wet zijn een kunstmatige rede en wil; eendracht houdt hem gezond; oproer
maakt hem ziek; en burgeroorlog is zijn dood. En ten slotte kunnen de verdragen en
overeenkomsten die de onderdelen van dit politieke lichaam aanvankelijk vorm gaven,
samenvoegden en verenigden, vergeleken worden met het fiat, of laat ons een mens maken,
dat God uitsprak bij de Schepping."
3. De geometrische methode
In de "Leviathan" worden de ideeën uit de "Inleiding" over de mens, de kunst, de staat, het
verdrag en het gevaar van een burgeroorlog verder systematisch uitgewerkt.
Meetkunde is een kunst. Volgens Hobbes hebben wij zelfs al het mooie in deze wereld aan de
geometrie te danken (scheepsbouw, wapens, machines, techniek). De geschiedenis heeft
daarentegen volgens Hobbes niets nauwkeurigs of bruikbaars te bieden. Dit is één van de
redenen waarom de politieke wetenschap de exacte wetenschappen als voorbeeld zou moeten
nemen. Deze wetenschap zou even nuttig kunnen zijn om vrede te stichten als de technische
toepassingen van de geometrie.
De leer van goed en kwaad wordt voortdurend omstreden. Deze leer werd nog nooit door een
precieze wetenschap opgehelderd. In naam van hun idealen voeren de mensen oorlog. Hobbes
denkt hier aan de vele godsdienst- en burgeroorlogen die in zijn tijd gevoerd werden.
Geometrische waarheden worden daarentegen niet in vraag gesteld. Zouden de politieke
wetenschap op een vergelijkbare methode kunnen rekenen, dan zouden de politieke discussies
over goed en kwaad een heel ander (vreedzamer) verloop kennen.
Theorie moet volgens Hobbes een abstract en eeuwig karakter hebben, en zou niet door een
herhaaldelijk verkeerde praxis in vraag mogen worden gesteld.
,4. De resolutief-compositorische methode
In de natuurwetenschappen wordt de resolutief-compositorische methode gehanteerd,
bijvoorbeeld door Galilei). Om een complex gebeuren te analyseren moet men het geheel eerst
in de kleinste elementen ontbinden. Dit is de resolutieve stap in de methode. Daarna moet men
nagaan hoe deze deelelementen de beweging van het geheel mogelijk maken. Dit is de
compositorische stap in deze methode. In de "Inleiding" van de "Leviathan" gebruikte Hobbes
het beeld van een klok om uit te leggen hoe een kunstmatig lichaam beweegt. Om te weten hoe
een klok functioneert moet men de klok uit elkaar halen. De radertjes zijn de elementaire delen.
Op basis van de analyse van de beweging van de radertjes begrijpt men hoe het geheel werkt.
Hobbes ontbindt de maatschappelijke totaliteit in de meest eenvoudige elementen. Hij maakt
abstractie van alle historische, culturele en andere sociale banden tussen de individuen. Deze
banden zijn volgens hem "onwezenlijk" om de werking van staat en maatschappij te begrijpen.
"Wezenlijk" zijn de individuen die buiten elke sociale context beschouwd worden.
Hobbes maakt een onderscheid tussen "wezenlijke" en "onwezenlijke" eigenschappen bij de
individuen. De meest wezenlijke eigenschap is de drang naar overleven. Pas wanneer het
individu erin slaagt te overleven kan hij immers ook de andere eigenschappen laten gelden.
Hobbes beschouwt de drang om te overleven als een natuurlijke eigenschap die empirisch kan
worden geobserveerd. Deze drang is volgens hem een onweerlegbaar feit. Dit feit wordt zelfs
als even onweerlegbaar beschouwt als een axioma in de geometrie. Hobbes "axiomatiseert" als
het ware een gegeven uit de ervaring. Op basis van dit "axioma" kan hij dan een aantal
stellingen deduceren, net zoals dit in de geometrie gebeurt. Hobbes past zodoende zowel een
geometrisch model alsook een natuurwetenschappelijke methode toe op de analyse van staat en
maatschappij. Daar alle individuen gedreven worden door hun drang naar zelfbehoud zullen ze
er in de eerste plaats voor willen zorgen dat ze niet door anderen worden bedreigd.
De individuen denken echter ook na. Zij begrijpen dat zij alleen een kans maken om te
overleven indien ze onder elkaar een contract sluiten waarin hun recht op zelfbehoud wordt
gegarandeerd. Een contract veronderstelt een hogere instantie die zijn naleving controleert.
Deze instantie is de "Leviathan". Om er zeker van te zijn dat deze Leviathan sterker is dan
gelijk welk individu moeten de individuen ermee akkoord gaan om hem al hun rechten behalve
,het recht op zelfbehoud over te dragen. De Leviathan (de staat) zal er dan voor zorgen dat het
contract gerespecteerd wordt en iedereen in vrede kan leven. De Leviathan zorgt ervoor dat de
individuen kunnen overleven. De oprichting van de Leviathan betekent het einde van de
natuurtoestand.
De resolutief-compositorische methode is zowel empirisch, alsook logisch-deductief van aard.
De methode is empirisch omdat Hobbes het meest eenvoudige element van het maatschappelijk
leven (de drang naar zelfbehoud van de individuen) als een "feit" opvat dat men bij de
individuen kan observeren De methode is logisch-deductief omdat Hobbes dit feit
"axiomatiseert" en op basis van dit "axioma" het maatschappelijk leven reconstrueert.
De overgang van een natuurtoestand naar een georganiseerde staat dankzij een contract wordt
door Hobbes beschreven als de overdracht van de macht van de individuen op een man (de
monarch) of op een vergadering (een parlement bvb), die als "Leviathan" voor hun veiligheid
zorgt. Daar de individuen deze overdracht van macht middels een contract tot uiting brengen
kan men ook beweren dat dit individu of deze vergadering in naam van alle individuen mag
handelen. Hobbes schrijft daarom dat elk individu "de auteur is van alle dingen, die deze
persoonlijke vertegenwoordiger met het oog op de gemeenschappelijke vrede en veiligheid
zal doen of laten doen".
Hobbes spreekt over een sterfelijke god. De Leviathan verenigt namelijk meer macht dan gelijk
welke mens. Zijn enorme macht weerspiegelt de goddelijke macht. Anderzijds is hij een
kunstmatig wezen dat - in tegenstelling tot God - niet onsterfelijk is. Door een burgeroorlog
kan de Leviathan immers ten gronde gaan. De Leviathan is daarom zowel goddelijk als
sterfelijk.
De macht van de Leviathan is niet absoluut (zonder banden, niet afhankelijk, niet geschapen)
maar gecreëerd door de mens en blijvend afhankelijk. De gehoorzaamheid van de burgers is
een voorwaarde van zijn overleven.
,5. Is de mens van nature uit goed of slecht?
In een natuurtoestand - waar individuen volgens hun natuurlijke driften leven - is er nog geen
sprake van een echt onderscheid tussen goed en kwaad. Pas op het ogenblik dat de individuen
een sociaal/politiek contract afsluiten om hun recht op zelfbehoud te vrijwaren en alle overige
rechten aan de staat overdragen kan men een onderscheid maken tussen goed en kwaad.
Gehoorzaamheid aan de staat is goed (dit leidt immers tot orde en vrede), terwijl
ongehoorzaamheid slecht is (oproer en conflicten kunnen immers naar een burgeroorlog
leiden).
6. Het titelblad van de "Leviathan"
Het titelblad toont de Leviathan, de vredesstaat van Hobbes.
De gravure symboliseert de verhouding tussen staat, maatschappij
en burgers. Hobbes maakt hier geen duidelijk onderscheid tussen
staat, regering en maatschappij. De Leviathan is een kunstmatige
mens dat uit individuen bestaat, die voor hem een soort harnas
vormen. Onderaan zijn een aantal symbolen weergegeven over de
verhouding tussen de Leviathan en de wereldlijke en de geestelijke
macht. Links: de wereldlijke macht (vooral militaire symbolen):
een vesting; een kroon; een kanon; vlaggen; een slachtveld.
Rechts: de geestelijke macht: een kerk; een bischopshoed; de
banvloek (excommunicatie), een aantal symbolische weergaven
van de logische wapens die de theologen gebruiken om hun
tegenstanders in godsdienstzaken te verslaan (de spies met twee
tanden stelt bijvoorbeeld een dilemma met twee alternatieven
voor); een concilie.
De Leviathan draagt een kroon, een zwaard in de rechterhand (hij garandeert de wereldlijke
macht) en een bisschopsstaf in de linkerhand (hij is ook op kerkelijk gebied de hoogste macht).
Daar de Leviathan de wereldlijke en de geestelijke macht verenigt, is er geen sprake van een
scheiding tussen Kerk en staat. De Kerk staat volledig onder controle van de Leviathan.
De Leviathan heerst boven een vreedzaam landschap. Hij is diegene die voor vrede en welvaart
zorgt.
,7. Individualisme - rationalisme - utilitarisme - positivisme
Hobbes wordt beschouwd als een grondlegger van het individualisme, het utilitarisme, het
rationalisme en het positivisme in het politiek denken. Wat wordt met deze begrippen bedoeld?
Individualisme: In de resolutieve stap van de resolutief-compositorische methode worden de
individuen als de kleinste (meest wezenlijke) elementen van het maatschappelijk leven
beschouwd.
Utilitarisme: Hobbes is een belangrijk denker voor de traditie van het utilitarisme, daar hij geen
duidelijk onderscheid maakt tussen datgene wat goed en datgene wat nuttig is voor het
individu. Men zegt dat de natuur alles aan iedereen gegeven heeft, dit maakt het ook
begrijpelijk dat in de natuurtoestand het nut de maatstaf van het juiste is. In het utilitarisme
(nuttigheidsdenken) worden de belangrijkste morele problemen over goed en kwaad herleid tot
berekeningen van wat nuttig en wat nadelig is.
Rationalisme: de mensen worden volgens Hobbes niet alleen door driften maar ook door de
rede geleid. Op basis van een redelijke overweging (berekening) dat ze hun drift tot zelfbehoud
beter door een Leviathan laten garanderen komen de individuen ertoe een contract af te sluiten.
De rede drijft de mensen als het ware tot een maatschappelijk leven.
Positivisme: Hobbes is de grondlegger van het moderne rechtspositivisme. Positief recht is
recht dat in een bepaalde staat geldt. Indien iemand de wetten van zijn staat gehoorzaamt, zal
hij volgens de positivistische opvatting noodzakelijkerwijze goed handelen.
8. Een vergelijking tussen het denken in de oudheid en de theorie van Hobbes:
a) Met betrekking tot de ethiek:
De staat moet volgens Hobbes niet zozeer het summum bonum (het beste leven)
verwezenlijken, maar wel het summum malum (het opperste kwaad) vermijden, namelijk het
gevaar van een algemene burgeroorlog.
,b) Met betrekking tot de precisie van de methode:
Op basis van hun streven naar zelfbehoud sluiten de individuen een contract af waarmee een
legitieme staat wordt opgericht. In de mate dat deze staat voor het zelfbehoud van de
individuen kan zorgen is ze legitiem. Volgens Hobbes wordt hier in de politieke wetenschap
een criterium gehanteerd dat even precies is als de criteria uit de meetkunde.
c) Met betrekking tot de menselijke gelijkheid-ongelijkheid:
Hobbes verdedigt in zijn leer over de natuurtoestand en het contract de stelling dat de
gelijkheid tussen de individuen in de natuurtoestand het fundamenteel uitgangspunt voor de
analyse van de maatschappelijke en politieke werkelijkheid vormt. Alle mensen zijn
fundamenteel gelijk daar ze allen naar zelfbehoud streven en daar ze in de natuurtoestand
steeds nieuwe allianties vormen om bedreigingen vanwege de sterkeren af te weren. In de
gewelddadige natuurtoestand heerst gelijkheid en niet het recht van de sterkste.
9. Hobbes' invloed op de moderne ideologieën:
a) Hobbes en de monarchisten:
De monarchisten zijn tégen Hobbes filosofie, immers volgens hun is de monarch door god
geselecteerd en geen rationeel resultaat van een drift zoals het streven naar zelfbehoud.
b) Hobbes en de liberalen:
Hobbes gaat veel verder met het afstaan van vrijheden dan dat het liberalisme doet. Bij Hobbes
speelt de staat, de Leviathan, een veel grotere rol.
c) Hobbes en de conservatieven:
Hobbes is zeker behoudsgezind wat zijn positieve opvatting van de waarde van de autoriteit
van de staat betreft, maar in tegenstelling tot het conservatisme legitimeert Hobbes de autoriteit
van de staat niet door de geschiedenis (zie zijn kritiek op de legitimatie door de geschiedenis),
, maar wel door een individualistische opvatting van de rede. Hobbes vat de rede niet historisch
op. Hij definieert de rede als de rede van het individu dat o.a. over zijn belangen nadenkt en op
basis hiervan een contract afsluit.
d) Hobbes en het totalitarisme:
Het ‘totalitarisme’ pogen niet alleen de staat maar ook het leven van de individuen totaal te
doordringen. Hobbes verdedigt autoritaire denkbeelden over de verhouding tussen staat en
individu. Anderzijds gaat Hobbes er niet van uit dat de Leviathan een ideologie moet
ontwikkelen om de individuen voor één of ander doel te mobiliseren.
10. Is Hobbes een filosoof, een politicoloog, een socioloog of een jurist?
Als grondlegger van het rechtspositivisme heeft hij een grote invloed gehad op latere discussies
in de filosofie. In die zin is Hobbes een filosoof.
Is Hobbes een politicoloog? Staat en macht zijn uiteraard traditionele thema' s van de politieke
wetenschappen.
Over de macht verdedigde Hobbes nieuwe opvattingen. behoort Hobbes tot de grondleggers
van de moderne politicologie. Hobbes maakt geen principieel onderscheid tussen maatschappij
en staat. Vanuit dit perspectief is Hobbes zowel een politicoloog als een socioloog.
Hobbes is misschien geen jurist in de enge betekenis van dit woord, maar hij heeft wel heel wat
juridische denkbeelden in zijn visie van de politieke wetenschap opgenomen.
11. Hobbes en het realisme in de internationale betrekkingen
Hobbes’ leer heeft betrekking op de werking en de legitimiteit van de staat op een bepaald
territorium en met betrekking tot een bepaald volk. Hij was niet geïnteresseerd in een
systematische leer over de internationale betrekkingen. Terwijl de Leviathan de verhoudingen
tussen individuen pacificeert, blijven de verhoudingen tussen staten gekenmerkt door een
permanente strijd voor het overleven, het gebrek aan wederzijds vertrouwen, De bevelen
(wetten) van de Leviathan vormen de basis van het onderscheid tussen goed en kwaad en dus
van de moraal. Op het internationaal vlak is er geen hogere autoriteit die een dergelijk
onderscheid kan waarmaken.