Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Voorbeeldvragen en antwoorden Taal Cognitie & Cultuur (prof. De Mulder) €5,99   Ajouter au panier

Autre

Voorbeeldvragen en antwoorden Taal Cognitie & Cultuur (prof. De Mulder)

 30 vues  0 fois vendu

Alle examenvragen worden geselecteerd uit de voorbeeldvragen. In dit document vind je de vragen van alle hoofdstukken TCC inclusief woordenlijsten.

Aperçu 4 sur 40  pages

  • 16 février 2021
  • 40
  • 2020/2021
  • Autre
  • Inconnu
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
JPeelman
Hoofdstuk 1 1.1. Wat is menselijke natuurlijke taal?
Open vragen
1. Welke soorten kunstmatige talen onderscheidt men? Welke verschillen onderscheiden
deze kunstmatige talen van menselijke natuurlijke taal?

Er zijn in totaal drie soorten kunstmatige talen:
- Kunsttalen: bewust door mensen ontworpen om natuurlijke talen te vervangen.
Klingon – Star Trek, Esperanto
- Wetenschappelijke talen: bewust door wetenschappers ontworpen met een bepaald doel:
behandeling van wetenschappelijke vraagstukken vergemakkelijken
Wiskunde, algebra
- Computer- & programmeertaal

Alle drie onderscheiden ze zich van de menselijke taal.
- Ze zijn gemaakt op een bewuste wijze op een bewust moment, terwijl natuurlijke talen een
lange traditie hebben en geëvolueerd zijn, waardoor het precieze ontstaansmoment moeilijk
te bepalen is.
- De kunstmatige talen worden ook doelmatig gemaakt, (bv. het doel om onregelmatigheden
(van natuurlijke talen) weg te werken). Terwijl natuurlijke talen worden gebruikt voor
algemene communicatiedoeleinden.
- Daarnaast worden de kunstmatige talen in tegenstelling tot natuurlijke talen niet spontaan
aangeleerd: dit is natuurlijk niet van toepassing op kunsttalen want zij kunnen wel spontaan
worden aangeleerd indien de moeder alleen in een kunsttaal zou praten. Voor
wetenschappelijke en programmeertalen is dit een ander verhaal.


2. Wat bedoelt men wanneer men zegt dat taalvormen (of taaltekens) een semantische
waarde hebben? Kan men zeggen dat elementen (alarmkreten enz.) uit dierlijke
communicatiesystemen in dezelfde mate een semantische waarde hebben als de
taaltekens in menselijke natuurlijke taal?

Een semantische waarde hebben houdt in dat taalvormen een betekenis dragen, waardoor ze naar
objecten of acties buiten de taal kunnen verwijzen. De letterlijke betekenis is terug te vinden in een
woordenboek, maar waarnaar deze betekenis verwijst (de verwijzing) bevindt zich buiten de taal: het
is omdat we weten wat iets betekent dat we ook weten waarnaar verwijst wordt.
Stoel betekent het object op 4 poten

Dieren hebben dit ook: zo kunnen blauwapen via alarmkreten verwijzen dat er bijvoorbeeld gevaar
op komst is. Ook dolfijnen en chimpansees kunnen dit. Maar, hebben deze ook een “symbolische
waarde” die vergelijkbaar is met die van de mens? Ze zijn hierin echter beperkt:
- Dieren kunnen enkel verwijzen naar iets dat zich in dezelfde context bevindt, terwijl mensen
kunnen verwijzen naar iets wat ver verwijderd is in plaats en tijd
- Dieren hebben een beperkte vocabulaire, ze kunnen niet plots nieuwe alarmkreten invoeren
- Het is voor mensen niet duidelijk naar waar de signalen verwijzen.


3. Naar welke twee eigenschappen van natuurlijke menselijke taal wordt verwezen wanneer
men zegt dat natuurlijke menselijke taal open, creatief of productief is? Kan je aan de hand
van een vergelijking met dierlijke communicatiesystemen of van experimenten waarin men

1

, heeft geprobeerd dierentaal aan te leren aantonen dat die twee eigenschappen inderdaad
menselijke taal van dierlijke communicatiesystemen onderscheiden?

Volgens de negen design features van Hockett, is menselijke taal “open, creatief of productief” (cf.
design feature nummer negen). Hiermee wordt het volgende bedoeld:
- Er wordt verwezen naar het vermogen van de mens om over eender wat te spreken, zonder
dat dit interpretatieproblemen oplevert. Wij kunnen over eender wat spreken op eender
welk moment.
Dieren (zoals blauwapen, vogelsoorten etc). hebben enerzijds een te beperkt vocabulaire om
dit te kunnen doen en anderzijds kunnen ze alleen over iets praten binnen een bepaalde
context.

- Doordat mensen taaluitingen op een nieuwe manier kunnen combineren, zijn ze in staat om
eindeloos nieuwe zinnen te maken. We kunnen dus eender welke gedachten op eender welk
moment uitdrukken. Maar, er zit hier wel een zekere structuur achter. Dit is dus niet het
geval bij dieren.

De volgende onderzoeken tonen aan dat deze twee eigenschappen menselijke taal onderscheidt van
dierentaal:
- Zowel het onderzoek van Irene Pepperberg als het onderzoek met mensapen Koko en Kanzi
toont aan dat dieren enkel binnen een bepaalde context (de leercontext) in staat zijn om
(eventueel) hun repertoire uit te breiden.
Daarnaast wijst o.a. het onderzoek van Hurford met Koko uit dat Koko tot op zekere hoogte
het vermogen heeft tot displacement, maar dat het toch veel beperkter is dan het vermogen
van menselijke taal. Ook Alex (de papegaai) bleek niet in staat te zijn een algemene
conversatie te voeren over andere onderwerpen dan degene waarvoor hij specifiek was
getraind.
- Ten tweede, Kanzi was in staat om zinnen te combineren, maar die combinaties vormen
nooit complexe structuren die vergelijkbaar zijn met die van de mens. Ze zijn ook niet
structuuronafhankelijk zoals uitgelegd hierboven (zie 2/)
- De bijendans: bijen communiceren door te dansen om te laten weten op welke afstand en in
welke richting er nectar ligt. = beperkt -> enkel meest recente plaats


Definieer volgende begrippen in max. 200 woorden
Natuurlijke menselijke taal Taal die zich spontaan ontwikkelt bij ieder mens na zijn geboorte, zonder
dat er een bewuste beslissing wordt genomen om de taal aan te leren.
(zowel gesproken taal als gebarentaal)



Eigenschappen:

- (a) Eigen aan een bepaalde gemeenschap, gebruikt voor algemene
communicatiedoelen
- (b) Heeft een lange traditie: niet bewust gecreëerd, dus ook geen
precies ontstaansmoment
- (c) Wordt door kinderen spontaan aangeleerd

vocaalauditief kanaal Design feature (Hockett) #1: Taal gebruikt een vocaal auditief kanaal

- Vocaal = klankenreeksen voortgebracht door een spreker

2

, - Auditief = bereiken het oor van de toehoorder en worden zo
waargenomen


Menselijke taal is in eerste instantie een vocaal auditief kanaal.

Vocale communicatie mag niet gereduceerd worden tot het uiten van
klanken: gebaren, gezichtsuitdrukkingen, lichaamshoudingen spelen ook
rol



multimodaliteit (van communicatie) Je mag communicatie niet enkel reduceren tot klanken en gesproken
taaluitingen:

- Toonhoogte, luid/ zacht spreken, snel/ traag spreken etc.
- Spontane gebaren tijdens het spreken, lichaamshouding en
gezichtsuitdrukkingen


Communicatie in gesprekken gebruikt verschillende uitdrukkingswijzen
(gebaren, gezichtsuitdrukkingen, lichaamshoudingen, spraak …) & de
communicatie gebeurt langs verschillende kanalen tegelijk. We hanteren
ook verschillende toonhoogtes, luid – zacht, snel – traag



arbitrariteit van taaltekens Design feature (Hockett) #3: Vorm en betekenis = willekeurig



In menselijke taal is het verband tussen vorm en betekenis volledig
arbitrair, er is dus geen gemotiveerde relatie tussen vorm en betekenis.

- Zelfs niet bij onomatopeeën, want deze zijn niet in alle talen hetzelfde
(variabel per klankenset die we hebben meegekregen en dus in iedere taal anders.)


Er bestaat geen verband tussen het taalteken & datgene waar het naar
verwijst. Geen verband tussen klanken die worden geproduceerd bij het
woord hond & het dier waarnaar dat woord verwijst.



iconiciteit van tekens We zien een gelijkenis tussen de vorm van een (taal)teken & datgene
waar het voor staat.

(hoe bozer we zijn, hoe harder we roepen)



wolfskinderen (of enfants sauvages) Design feature (Hockett) #4: Taal berust op traditie of culturele
overlevering



Dit zijn kinderen die in hun jeugd niet (voldoende) in contact komen met


3

, andere mensen/ taal en die daardoor de taal niet verwerven. Ook op
latere leeftijd kunnen ze de taal niet meer verwerven zoals andere
taalgebruikers dat konden.



Bekende voorbeelden zijn:

- Victor d’Averyron: door zijn boek kennen we het begrip “enfant
sauvage”, het gaat dus over een kind dat opgroeit zonder taal en dus
nooit heeft kunnen leren zoals anderen
- Genie: was een kind dat werd opgesloten door haar ouders. Na haar
bevrijding heeft men getracht haar taal aan te leren, maar dit lukte
niet meer (cf. de kritische periode was al voorbij).


kritische periode Tijdens de kritische periode leert het kind zijn “moedertaal” snel en quasi
automatisch.

- Rond de eerste levensjaren tot de pubertijd (12 jaar)
- Nog niet duidelijk waarom het hierna moeilijker wordt: algemene
leercapaciteit of door emotionele/ sociale redenen die aangetast
zijn?

turn-taking Design feature (Hockett) #5: Taal veronderstelt turn-taking



Volgens het systeem van sociale regels wisselen sprekers en hoorders
automatisch van rol.

- Dit is variabel naargelang de cultuur
- Geen kenmerk van de menselijke taal (cf. antiphonal singing door
vogels)
= deelnemers komen tijdens een gesprek om beurten aan het woord.


beurtwisseling Is een systeem van turn-taking. Volgens het systeem van sociale regels
wisselen sprekers en hoorders automatisch van rol.

- Dit is variabel naargelang de cultuur
- Geen kenmerk van de menselijke taal (cf. antiphonal singing door
vogels)


dubbele articulatie Design feature (Hockett) #6: Taal heeft een dubbele articulatie (duality)



Taal bestaat uit 2 niveaus:

- De klanken waarmee onze taal is samengesteld (die op zich geen
betekenis hebben).
Let op: iedere klank die we uitspreken, spreken we anders uit (dit
zijn allofonen), maar deze verschillen zijn niet relevant voor taal
gezien ze niet betekenisonderscheidend zijn (zie “fonemen”)

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JPeelman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

60281 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99
  • (0)
  Ajouter