Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Immunologie €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Immunologie

 59 vues  3 fois vendu

Samenvatting van 35 pagina's voor het vak Immunologie 1 aan de Artesis (/)

Aperçu 4 sur 35  pages

  • 16 février 2021
  • 35
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
km99
Samenvatting immunologie
Inleiding: Het verweer
- Voorkomen van invasie door vreemde organismen en moleculen
- Balans tussen vernietigen van vreemde cellen en vermijden van zelfdestructie
o Immuundeficiëntie: verzwakt immuunsysteem
o Hypergevoeligheid: allergie
o Auto-immuniteit: reactie tegen eigen lichaamscellen

Niet-specifiek verweer = aangeboren, innate immune system (IS)
Specifiek verweer = verworven, adaptive immune system (S) of aquired

Ons immuunsysteem moet weten of een andere cel of molecule vreemd is, m.a.w. het moet
een onderscheid kunnen maken tussen eigen en niet-eigen, het moet dus aan- of
afwezigheid van eigen structuren kunnen herkennen. Niet-eigen zijn indringers zoals
bacteriën, maar ook abnormale lichaamscellen zoals kankercellen of cellen van andere
individuen (bij transplantaties).

Onderscheid tussen eigen en niet-eigen
- Verworven systeem: specifieke receptoren
- Receptoren ontstaan tijdens ontwikkeling van de cellen
- Herkennen zowel eigen als niet-eigen  moet leren wat eigen is. Al de rest is niet-
eigen.

Receptoren
receptor/ligand interactie = algemeen
biochemisch verschijnsel = manier van
communicatie = manier om reactie teweeg
te brengen.

Kd = [L][R]/[LR] = bindings- of
associatieconstante. Als deze klein is, is er
een grote affiniteit tussen ligand en
receptor.

Als ligand op receptor past, wordt er een signaal gestuurd (signaaltransductie)  cel kan
actie uitvoeren.

Eiwitten
- Informatie opbouw: genen. Hier ligt
volgorde voor opbouw van AZ
- Biopolymeren van AZ: peptidebinding
- Ruimtelijke structuur: 4 niveaus

Eiwit-structuur
Super secundaire structuur met bepaalde
functie = domein

4 soorten bindingen:
- Ionaire bindingen
- Waterstofbruggen
- Hydrofobe interacties
- Covalente bindingen (sterkst)
© M. Knaap – Biomedische Laboratoriumtechnologie 1 1

,Quaternaire structuur: niet alle eiwitten

In tertiaire structuur domein onderscheiden dat eigen functie zal hebben. In 1 eiwit kunnen
meerdere tertiaire structuren voorkomen  meerdere domeinen




Functies van eiwitten
 Structuur : keratine/collageen (huid, haar, bindweefsel)
 Contractie : actine/myosine (spieren)
 Transport : hemoglobine (zuurstof), serumalbumine: lipiden
 Stockage : reserve, eiwitten vb. ferritine
 Enzym : verteringsenzymen: trypsine, pepsine, lipase
 Bescherming : antilichaam
 Informatie : signaalmoleculen  groeifactoren, hormonen
: receptoren  oppervlakte eiwitten op bv. WBC

Enzymen
- Biochemische katalysatoren
- Uitgang ‘ase’
- Sleutel-slot




© M. Knaap – Biomedische Laboratoriumtechnologie 1 2

,Pathogeen = ziekteverwekker van biologische oorsprong
Virulentie = maat voor de hoeveelheid schade die een micro-organisme zijn gastheer
toedient, maat voor pathogeniteit. Aanvalskracht van een micro-organisme,
vermogen van een MO om ziekte te veroorzaken. Ook een bacterie kan
virulent zijn.

Infectie = pathogeen is binnengedrongen en kan repliceren in ons lichaam. Dan
kunnen we ziek worden en moet immuunsysteem in werking gaan.
Antiserum = kant en klare antilichamen (antibodies)

Natuurlijk Kunstmatig / geïnduceerd
Passief Moedermelk, placenta Verkregen door toediening
(antistoffen) van antistoffen om infectie te
bestrijden. Bv-griepprik,
tetanusspuit (antiserum)
Actief Ziek worden, antistof maken, Ontstaat na toediening van
geheugencel maken antigenen. BMR, DKTP-prik
(vaccin)


Vaccin = men dient antigenen toe. Zullen ons lichaam aanzetten tot aanmaak van
eigen antilichamen tegen dit antigeen.

Besmetting = overbrengen van ziektekiemen op weefsel of voorwerp. Ook wel
contaminatie.

Infectie = binnendringen van ziektekiemen in ons lichaam  vermenigvuldiging.
Schade aanrichten  ziekteverschijnselen. Hoe ziek we worden hangt af van
 Virulentie: aanvalskracht van MO, het vermogen van een microbe om
ziekte te veroorzaken.
 Weerstand: immuniteit van de gastheer.


Ontsteking = reactie van ons lichaam op infectie.
 Calor : warmte
 Dolor : pijn
 Rubor : roodheid
 Tumor : zwelling

Ontsmetting = bestrijding van ongewenste kiemen om overdracht te verhinderen, met
antiseptica. Zijn selectief voor bepaalde MO.
 Alcoholen : denaturatie van eiwitten en oplossen van vetten

© M. Knaap – Biomedische Laboratoriumtechnologie 1 3

,  Chloor : bactericide, fungicide, virucide en sporocide
 Jood : sterk bactericide, fungicide, virucide, sporocide. Te
lang contact, te hoge concentratie  dermatitis
 Chloorhexidine: bactericide, weinig fungicide. Voor ontsmetting van
levende weefsels.
 Peroxiden : sporocide > bactericide. Vooral werkzaam tegen
anaeroben, niet tegen S. aureus
 Zware metalen: mercurochroom, zilvernitraat
 Formaldehyde: voor ontsmetten instrumenten
 Glutaaraldehyde: ‘’

Sporocide = sporendodend

Steriliseren = niet-selectief, doodt alles
Aseptische technieken = manier van werken die besmetting vermijdt

Antibiotica
= tegen het leven. Doden bacteriën door de productie van celwandcomponenten te
remmen/stoppen. Ze doen dit door in te werken op enzymen (transpeptidasen) die
peptidoglycaan (polymeer van de suikermoleculen NAM en NAG) via peptidebruggen
vasthechten aan de celmembraan.

Bactericide = bacteriedodend, vb. penicilline
Bacteriostatische = bacterieremmende (groei voorkomen) vb. doxycycline, tetracycline

Werking:
- Inwerken op celwand (inwerken op celwand)
- Remmen eiwitsynthese (tetracycline, inhibitie van translatie)
- Remmen van DNA of RNA-synthese
- Vernietigen van DNA
- Stoppen foliumzuurproductie van de bacterie = vit B11. Het is een voorloper in de
synthese van nucleotiden (bouwstenen van DNA en RNA)

WERKT ENKEL TEGEN BACTERIËLE INFECTIES




Serum en plasma




Bloed met antistollingsfactoren: stolt niet Bloed zonder antistollingsfactoren

© M. Knaap – Biomedische Laboratoriumtechnologie 1 4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur km99. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62491 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter