WETGEVING VEILIGHEID & DEONTOLOGIE
HOOFDSTUK 0: INTRODUCTIE
VAKINHOUD
Rousseau – sociaal contract
Rousseau = verlichtingsfilosoof
Basisidee: iedereen staat stukje van zijn individuele vrijheid af in ruil daarvoor een grotere
gezamenlijke veiligheid
o bv. verkeersregels
o Er ontstaat een systeem waar er regels ontstaat
Ontstaan samenleving – regels
Overheid waakt over de regels
België: enorm veel (juridische) regels (geen gedragsregels)
o Privaat recht : hoe particulieren zich tegenover elkaar verhouden
BWV o Publiek recht : hoe overheid functioneert & zich verhoudt tegenover burgers
Afdwingbaar maken door te sanctioneren bij schending sociaal contract
Privaatrechtelijke regels:
Verwijzen naar regels die het privaat rechtsverkeer onderling moeten regelen
Publiekrechtelijke regels:
Overheid is degene die gaat waken over sociaal contract
Justitie
Zaken regelen tussen overheid en tussen ons als burger
HIËRARCHIE DER RECHTSNORMEN
Grondwet : hoogste norm – regelt inrichting, bevoegdheid, werking en onderlinge verhouding
tussen staatsmachten. Legt ook grondrechten & vrijheden burgers vast.
Wetten, Decreten, Ordonnanties : normen met gelijke rechtskracht
o Wetten : aangenomen door federaal parlement & bekrachtigd & afgekondigd door de
Koning
o Decreten : aangenomen door Vl. Parlement, Waals Gewest, Franst. Gemeenschap,
Duitstalige Gemeenschap, bekrachtigd en afgekondigd door haar regering
o Ordonnanties : BHG & bekrachtigd & afgekondigd door Brusselse regering
o Gelijke afdwingbaarheid => wet heeft geen hogere macht dan decreten en ordonnanties en
omgekeerd
1
, Besluitwetten
o Wet van UM dat wetskracht heeft (verwijst naar periode van WOI en WOII gezien deze niet
door het parlement goedgekeurd konden worden)
o Bv. besluitwet betreffende beteugeling rond dronkenschap
o Zijn er niet veel van
Koninklijke besluiten & besluiten Gemeenschaps- of gewestregering : handeling van de UM die
uitvoering van een wet, decreet of ordonnantie mogelijk maakt
o KB:
Dient om wetgeving concreet te maken daar waar het nodig is bv. pictogram
camerawetgeving
Is makkelijker te wijzigen
o BGG:
Hetzelfde als KB maar gaat over decreten en ordonnanties ipv wetten
Ministeriële Besluiten
o Analoog aan KB
o MB gaat uit van één minister, KB is resultaat van volledig regering
Bv. van Minister van Volksgezondheid zegt iets zonder dat wet daarvoor verandert
Ministeriële Omzendbrieven
o Interpretatieve MO : minister geeft instructies over hoe de wet geïnterpreteerd moet
worden
o Indicatieve MO : minister stelt richtlijnen voor zichzelf vast die hij voorneemt te volgen
o Verordenende omzendbrief : formuleren dwingende rechtsregels die moeten worden
nageleefd aan wie hij is gericht. Om verordenend te zijn moeten er:
1. Nieuwe regels aan de bestaande worden toegevoegd
2. Deze regels abstract & algemeen zijn
3. Moet de overheid die regels verplichtend willen stellen, d.w.z. aan de bepalingen
een dwingend karakter geven
4. Moet hij opgesteld en bekendgemaakt worden door een overheid die over de
verordenende bevoegdheid beschikt m.b.t. de materie
5. Moet hij gericht zijn tot personen of diensten die de normgevende overheid helpen
bij het uitvoeren van de wet
o Bv. wet op private veiligheid
o Tot 2000 was MO een instrument voor Justitie om gevangenispopulatie onder controle te
houden
2
, o Geen bindend karakter!
Reglementen = lokaal
o Geheel van bepalingen of voorschriften die bepaalde personen in acht moeten nemen
o Bv. schoolreglement
Verordeningen (op zelfde niveau als reglement) = lokaal
o Door overheid vastgesteld algemeen bindend voorschrift of geheel van bepalingen, die geldt
voor het ganse grondgebied
o Bv. politieverordeningen (politiereglement)
België = bicameraal = Kamers van Volksvertegenwoordigers en Senaat
HOOFDSTUK I: INLEIDEND KADER
1 Grondrechten
Grondrechten, fundamentele rechten en vrijheden (of nog mensenrechten) = geheel van subjectieve
rechten die tot doel hebben de voorwaarden te creëren en te garanderen, opdat personen op vrije (en
menswaardige) wijze zouden kunnen functioneren
Worden als essentieel beschouwd in een rechtstaat + binden eveneens de democratisch verkozen
meerderheid
Subjectieve rechten = mens als rechtssubject
1.1 GRONDRECHTEN
1.1.1 INDELING GRONDRECHTEN
In 4 verschillende categorieën
In 3 generaties
Klassieke vs sociale grondrechten
CATEGORIEËN GRONDRECHTEN
1e Categorie: Burgerlijke rechten
Rechten die rechtsonderhorigen dienen te beschermen tegen onrechtmatig en ongeoorloofd
overheidsoptreden
Rechten die ons gaan beschermen
Rechten die voor het eerst zijn ontstaan in nasleep van Franse Revolutie (1789)
Recht op bescherming van privéleven, recht op bescherming van woning, …
2e Categorie: Politieke Rechten
Moeten toelaten de rechtzoekende deel te laten nemen aan het staatsgezag
Rechten die gaan over het recht op geheime verkiezingen
3
, Ook in nasleep van FR
e.g. art 62 GW burgers die achttien jaar oud zijn mogen volksvertegenwoordigers kiezen
3e Categorie: Economische, Sociale en Culturele rechten
Verplichten de overheid een aantal voorwaarden te scheppen opdat de rechtzoekende in
waardigheid zou kunnen leven
Rechten waar OH verplicht wordt om aantal voorwaarden te scheppen dat wij menswaardig leven
kunnen leiden
Deze rechten zijn tot stand gekomen in nasleep van Russische Revolutie (1917) en dekolonisatie
(’60)
Recht op behoorlijke huisvesting, recht op onderwijs, recht op vakvereniging, recht op culturele
ontplooiing
4e Categorie: Collectieve Rechten
Garanderen een bepaalde globale toestand aan groepen
Vanaf jaren ‘90
E.g. Recht op een gezond leefmilieu, recht op vrede, recht op behoud eigen taal
GENERATIES GRONDRECHTEN
1e generatie – Burgerlijke en politieke rechten
Reactie tegen absolutisme
Vloeit voort uit Franse Revolutie
2e generatie – Economische, sociale en culturele rechten
Ontstaan als reactie op ‘bourgeois’- rechten van na de Franse Revolutie
Na de Russische Revolutie
Herbevestiging tijdens dekolonisatiegolf
3e generatie – Collectieve rechten
Drang naar verdere emancipatie van de Derdewereldlanden – verzetten zich tegen ‘neo-
kolonialistische buporechten’
Jaren ’90
KLASSIEKE VERSUS SOCIALE GRONDRECHTEN
Klassieke grondrechten beschermen burgers tegen overheidsoptreden
4
HOOFDSTUK 0: INTRODUCTIE
VAKINHOUD
Rousseau – sociaal contract
Rousseau = verlichtingsfilosoof
Basisidee: iedereen staat stukje van zijn individuele vrijheid af in ruil daarvoor een grotere
gezamenlijke veiligheid
o bv. verkeersregels
o Er ontstaat een systeem waar er regels ontstaat
Ontstaan samenleving – regels
Overheid waakt over de regels
België: enorm veel (juridische) regels (geen gedragsregels)
o Privaat recht : hoe particulieren zich tegenover elkaar verhouden
BWV o Publiek recht : hoe overheid functioneert & zich verhoudt tegenover burgers
Afdwingbaar maken door te sanctioneren bij schending sociaal contract
Privaatrechtelijke regels:
Verwijzen naar regels die het privaat rechtsverkeer onderling moeten regelen
Publiekrechtelijke regels:
Overheid is degene die gaat waken over sociaal contract
Justitie
Zaken regelen tussen overheid en tussen ons als burger
HIËRARCHIE DER RECHTSNORMEN
Grondwet : hoogste norm – regelt inrichting, bevoegdheid, werking en onderlinge verhouding
tussen staatsmachten. Legt ook grondrechten & vrijheden burgers vast.
Wetten, Decreten, Ordonnanties : normen met gelijke rechtskracht
o Wetten : aangenomen door federaal parlement & bekrachtigd & afgekondigd door de
Koning
o Decreten : aangenomen door Vl. Parlement, Waals Gewest, Franst. Gemeenschap,
Duitstalige Gemeenschap, bekrachtigd en afgekondigd door haar regering
o Ordonnanties : BHG & bekrachtigd & afgekondigd door Brusselse regering
o Gelijke afdwingbaarheid => wet heeft geen hogere macht dan decreten en ordonnanties en
omgekeerd
1
, Besluitwetten
o Wet van UM dat wetskracht heeft (verwijst naar periode van WOI en WOII gezien deze niet
door het parlement goedgekeurd konden worden)
o Bv. besluitwet betreffende beteugeling rond dronkenschap
o Zijn er niet veel van
Koninklijke besluiten & besluiten Gemeenschaps- of gewestregering : handeling van de UM die
uitvoering van een wet, decreet of ordonnantie mogelijk maakt
o KB:
Dient om wetgeving concreet te maken daar waar het nodig is bv. pictogram
camerawetgeving
Is makkelijker te wijzigen
o BGG:
Hetzelfde als KB maar gaat over decreten en ordonnanties ipv wetten
Ministeriële Besluiten
o Analoog aan KB
o MB gaat uit van één minister, KB is resultaat van volledig regering
Bv. van Minister van Volksgezondheid zegt iets zonder dat wet daarvoor verandert
Ministeriële Omzendbrieven
o Interpretatieve MO : minister geeft instructies over hoe de wet geïnterpreteerd moet
worden
o Indicatieve MO : minister stelt richtlijnen voor zichzelf vast die hij voorneemt te volgen
o Verordenende omzendbrief : formuleren dwingende rechtsregels die moeten worden
nageleefd aan wie hij is gericht. Om verordenend te zijn moeten er:
1. Nieuwe regels aan de bestaande worden toegevoegd
2. Deze regels abstract & algemeen zijn
3. Moet de overheid die regels verplichtend willen stellen, d.w.z. aan de bepalingen
een dwingend karakter geven
4. Moet hij opgesteld en bekendgemaakt worden door een overheid die over de
verordenende bevoegdheid beschikt m.b.t. de materie
5. Moet hij gericht zijn tot personen of diensten die de normgevende overheid helpen
bij het uitvoeren van de wet
o Bv. wet op private veiligheid
o Tot 2000 was MO een instrument voor Justitie om gevangenispopulatie onder controle te
houden
2
, o Geen bindend karakter!
Reglementen = lokaal
o Geheel van bepalingen of voorschriften die bepaalde personen in acht moeten nemen
o Bv. schoolreglement
Verordeningen (op zelfde niveau als reglement) = lokaal
o Door overheid vastgesteld algemeen bindend voorschrift of geheel van bepalingen, die geldt
voor het ganse grondgebied
o Bv. politieverordeningen (politiereglement)
België = bicameraal = Kamers van Volksvertegenwoordigers en Senaat
HOOFDSTUK I: INLEIDEND KADER
1 Grondrechten
Grondrechten, fundamentele rechten en vrijheden (of nog mensenrechten) = geheel van subjectieve
rechten die tot doel hebben de voorwaarden te creëren en te garanderen, opdat personen op vrije (en
menswaardige) wijze zouden kunnen functioneren
Worden als essentieel beschouwd in een rechtstaat + binden eveneens de democratisch verkozen
meerderheid
Subjectieve rechten = mens als rechtssubject
1.1 GRONDRECHTEN
1.1.1 INDELING GRONDRECHTEN
In 4 verschillende categorieën
In 3 generaties
Klassieke vs sociale grondrechten
CATEGORIEËN GRONDRECHTEN
1e Categorie: Burgerlijke rechten
Rechten die rechtsonderhorigen dienen te beschermen tegen onrechtmatig en ongeoorloofd
overheidsoptreden
Rechten die ons gaan beschermen
Rechten die voor het eerst zijn ontstaan in nasleep van Franse Revolutie (1789)
Recht op bescherming van privéleven, recht op bescherming van woning, …
2e Categorie: Politieke Rechten
Moeten toelaten de rechtzoekende deel te laten nemen aan het staatsgezag
Rechten die gaan over het recht op geheime verkiezingen
3
, Ook in nasleep van FR
e.g. art 62 GW burgers die achttien jaar oud zijn mogen volksvertegenwoordigers kiezen
3e Categorie: Economische, Sociale en Culturele rechten
Verplichten de overheid een aantal voorwaarden te scheppen opdat de rechtzoekende in
waardigheid zou kunnen leven
Rechten waar OH verplicht wordt om aantal voorwaarden te scheppen dat wij menswaardig leven
kunnen leiden
Deze rechten zijn tot stand gekomen in nasleep van Russische Revolutie (1917) en dekolonisatie
(’60)
Recht op behoorlijke huisvesting, recht op onderwijs, recht op vakvereniging, recht op culturele
ontplooiing
4e Categorie: Collectieve Rechten
Garanderen een bepaalde globale toestand aan groepen
Vanaf jaren ‘90
E.g. Recht op een gezond leefmilieu, recht op vrede, recht op behoud eigen taal
GENERATIES GRONDRECHTEN
1e generatie – Burgerlijke en politieke rechten
Reactie tegen absolutisme
Vloeit voort uit Franse Revolutie
2e generatie – Economische, sociale en culturele rechten
Ontstaan als reactie op ‘bourgeois’- rechten van na de Franse Revolutie
Na de Russische Revolutie
Herbevestiging tijdens dekolonisatiegolf
3e generatie – Collectieve rechten
Drang naar verdere emancipatie van de Derdewereldlanden – verzetten zich tegen ‘neo-
kolonialistische buporechten’
Jaren ’90
KLASSIEKE VERSUS SOCIALE GRONDRECHTEN
Klassieke grondrechten beschermen burgers tegen overheidsoptreden
4