Samenvatting van kwantitatieve methoden gedoceerd door Bert de Smedt. Boek: ogen doen onderzoek. Bevat notities uit de les, slides uit de ppt en gegevens uit het handboek.
1 HET ONDERZOEKSPROCES
1) Probleemstelling
Toename rilatinegebruik studenten, helpt het?
2) Theoretisch kader
Rilatine à neurotransmitter dopamine, amfetamine, werkt bij ADHD
3) Onderzoeksvragen en hypothesen
Inname van rilatine verbetert geheugen en aandacht
4) Onderzoeksontwerp
Steekproef: 20 studenten
Instrumenten: tests voor geheugen en aandacht – bloeddruk, hartslag
Opzet: experimenteel ontwerp – twee groepen rilatine/placebo
5) Gegevensverzameling
6) Gegevensanalyse
Aandacht: 348 vs. 345 ms, geheugen: 85 vs. 85 woorden
7) Interpretatie
Rilatine geen invloed op studeergedrag à hoe komt dit?
8) Rapportering
1.1 DE EMPIRISCHE CYCLUS (DE GROOT)
Hypothetisch – deductief model
= theorie staat centraal, hypothesen worden afgeleid en getoetst en in onderzoek getest
1) Observatie = start vanuit een bepaald probleem
2) Inductie = probleem in een theoretisch kader plaatsen à voorspelling afleiden
3) Deductie/operationaliseren = voorspelling omzetten naar een toetsbare hypothese à concretiseren zodat
gegevens verzameld kunnen worden die toelaten om te zeggen of de hypothese klopt of niet (vertaling
maken)
4) Toetsing = gegevens verzamelen
5) Evaluatie = nagaan of de hypothese klopt (ja/nee)
Ä Vorm van inductie: het systeem wordt preciezer en vormt vertrekpunt voor onderzoek
Vb:
1) Observatie: agressie bij kleuters
2) Inductie: theorie sociaal leren (Bandura) – fysiek straffen à fysieke agressie
3) Deductie: kinderen die vaak een tik krijgen vertonen een hogere score op een agressie – vragenlijst
4) Toetsing: afname vragenlijst + observatie
5) Evaluatie: hypothese bevestigd – maar jongens ≠ meisjes
Vb:
1) Observatie: toename in rilatine gebruik bij studenten
2) Inductie: neurowetenschappelijk onderzoek rilatine à aandacht en geheugen
3) Deductie: studenten die rilatine nemen, behalen een hogere score op aandacht en geheugentest
4) Toetsing: rilatine/placebo + tests
5) Evaluatie: hypothese niet bevestigd à denken dat je rilatine neemt leidt tot betere prestaties
Kwantitatieve methoden in pedagogisch onderzoek 1
,MAAR deductief model verondersteld duidelijke theorie à inductief model (exploratief onderzoek: werkelijkheid)
Ä Theorie (bottom – up)
1) Observatie
2) Onderzoeksstrategie
3) Dataverzameling – en analyse
4) Theorie
Ä 2 mogelijkheden
1) Inductief: gegevens verzamelen om theorie te verfijnen
2) Deductief: voldoende theorie beschikbaar om hypothesen te toetsen
1.1.1 P R OB L E E MS T E L L I NG
Het onderwerp/probleem
- Hoe kom ik aan een onderwerp/probleem?
o Theoretisch
o Praktisch
- Uitvoerbaar en onderzoekbaar (ethische commissie)
Doelstelling (waarom? waartoe?)
- Relevantie
o Fundamenteel onderzoek: belangrijk voor theorie
o Praktijkgericht onderzoek: belangrijk om praktisch probleem om te lossen
- Deductief vs. inductief?
Vraagstelling (wat?)
- Op welk soort onderzoeksvraag wil ik een antwoord geven?
Ä Bepaald welke methode/welk design je zal gebruiken
- Correlationeel onderzoek
o Beschrijvend = vragen naar frequentie
o Relationeel = vragen naar samenhang
- Experimenteel onderzoek
o Causaal = is het ene de oorzaak van het andere?
o Evaluerend = kijken naar de oorzaak/het effect van een bepaalde interventie
1.1.2 L I T E R AT U U R S T U DI E E N CONCE P T U E E L MODE L
Voorbeelden:
- Zijn jongens drukker dan meisjes?
“Seks differences” AND “Behavio”
- De impact van COVID – 19 op leerprestaties
“COVID – 19” AND “Academic Achievement” (“Learning loss” OR School OR “Achievement”) AND
“COVID – 19”
- Bevorderen van wetenschappelijke geletterdheid
(“Scientific literacy” or “Scientific thinking” AND (intervention of development)
(“Scientific literacy”) AND (Learning environment)
1.1.2.1. Theoretisch kader
Via litaratuurstudie wordt het probleem theoretisch uitgewerkt
Kwantitatieve methoden in pedagogisch onderzoek 2
,Onderzoekselementen = theoretisch bepalen over wie het onderzoek zal gaan
Variabelen = wat zijn de kenmerken van de onderzoekselementen die we gaan bestuderen
Onderzoeksvragen/ - hypothesen = wat is het verband tussen de onderzoekselementen en de variabelen
Ä Inductie: we vertrekken vanuit een bepaald gegeven van kennis (wetten en principes) en daarbinnen
leiden we een hypothese af
1.1.2.1.1. Literatuurstudie
Online module bib PPW + opdracht
Citaat: “Probably the best source for stimulating the statement of problems and hypotheses is the professional
literature. A critical review of the professional literature familiarizes the researcher with the current state of
knowledge; with concepts, theories, major variables and conceptual and operational definitions; with problems
and hypotheses that others have studied; and with the research methods used. Basing new research on the
knowledge described in the professional literature contributes to the cumulative nature of scientific knowledge.”
(p.66)
Ä Continu doorheen de onderzoekscyclus!
Belangrijke elementen citaat:
- Startpunt van elk onderzoek:
o Nieuwe kennis genereren
§ Voortbouwen op wat er reeds bestaat
• Waar zitten leemten? Wat weten we nog niet? à Vertrekpunt voor opzet
onderzoek (aansluiten bij wat we nog niet weten) à noodzakelijk om hypothese te
genereren
o Beschikbare onderzoeken kritisch bekijken
§ Samenbundelen/synthetiseren à structuur brengen
§ Kwaliteit bestaand onderzoek evalueren
§ Weten hoe men in ander onderzoek steekproeven bepaald heeft, variabelen gemeet
heeft, welke technieken hiervoor gebruikt zijn
§ Resultaten analyseren en bediscussiëren: nieuwe bevindingen terugkoppelen de aan
bestaande literatuur (kritische bespreking)
Literatuur = geheel van verzamelde kennis rond een bepaald onderwerp in een bepaald domein van de
wetenschappen
Literatuurstudie = op een doelgerichte manier verzamelen, beoordelen en synthetiseren van de kennis van een
bepaald thema
- Soorten
o Literatuurstudie als terugkerende fase in onderzoek
o Systematische review
o Meta – analyse
Waarom literatuurstudie?
- Beschikbare informatie neemt steeds toe
o Is het al onderzocht?
- Expliciet element van rapportage (introduction)
o Situeren van onderzoek binnen bestaande theorieën
§ Geëxpliciteerde subjectiviteit
o (Theoretische) invulling van bepaalde concepten
§ Inclusief steekproeven, instrumenten, designs
o Expliciet lokaliseren van bepaald onderzoek: refereren
o Ethiek en deontologie <-> plagiaat
§ Citeren vs. parafraseren (cf. APA 7)
- Status questions = stavaza over bepaald onderwerp
Kwantitatieve methoden in pedagogisch onderzoek 3
, o Selectie
o Synthese
o Betrouwbare wetenschappelijke bronnen
o Kritisch beoordelen
- Doel
o Verfijnen van de onderzoeksvraag (ifv operationalisatie)
o Eigen bijdrage aan het bestaand onderzoek
- Iteratief (steeds terugkerend) en niet lineair
Waar zoeken?
- Betrouwbare wetenschappelijke bronnen: peer review à kwaliteitslabel = voordat bronnen
gepubliceerd worden, zijn deze geëvalueerd en beoordeeld door experten
o Databanken
Vb: web of science (SSCI), ERIC, Pubmed, Sociological abstracts
o Referenties
Vb: web of science - scopus
o Handmatig zoeken
Vb: vaktijdschriften
o “Grijze literatuur”
Vb: congresabstracts, rapporten, masterproefonderzoek, pre – prints
Zoekstrategieën
- Trapsgewijs zoeken
o Algemeen à specifieke bronnen
o Beperkte achtergrondkennis
o Ruim
- Getekend zoeken (web – sneeuwbal methode)
o Specifiek à specifieke bronnen
o Ruime achtergrondkennis
o Afgelijnd
- Bepalen van zoektermen (iteratief)
o Population Invervention Comparison/Control Outcome
o Theraurus (keywords)
o Truncatie: parent* = parents, parenting, parental, … behavio*
o Booleaanse operatoren: AND – OR – NOT
Vb: parent* involvement AND academic achievement AND elementary education
- Bepaal inclusie (= waaraan moeten ze voldoen) – en exclusiecriteria (waaraan mogen ze niet voldoen)
o Bereik: disciplines – theoretische stromingen
Vb: COVID - 19 vanuit opvoedkundig of economisch perspectief bekijken
o Types van bronnen
Vb: focus op tijdschriften of boeken
o Data (tijdsperiode)
Vb: gevolgen van 911
o Taal
Vb: Engels of frans
o Grijze literatuur
Ä Expliciteren bij rapportage (cf. geëxpliciteerde subjectiviteit) omwille van transparantie (denkproces
en redenering) en betrouwbaarheid (eigenschap van wetenschappelijk onderzoek: herhaalbaar)
Verwerken literatuur: leesstrategieën
- Oriënterend lezen
o Totaalbeeld over inhoud bron
o Abstract/conclusie (kaft/inhoudstafel)
o Doel: selectie in functie van relevantie
Kwantitatieve methoden in pedagogisch onderzoek 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JanneVerheyen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.