1. De Bruyn H1- Inleiding
2. De Bruyn H2 – Wetenschappelijke diagnostiek
3. De Bruyn H3 – Van hulpvraag tot cyclus
4. De Bruyn H4 – De aanmelding
5. Tak et al. H1 – Diagnostiek binnen het hulpverleningsproces
6. Tak et al. H2 – Theoretische aspecten van diagnostiek
7. Tak et al. H3 - …
8. Tak et al H11 – Intelligentie onderzoek
9. Tak et al H12 – Leergeschiktheid, leertests en onderwijs
10. Tak et al H16 – Ontwikkelingsneuropsychologische benadering
11. De Bruyn H7 – De probleemanalyse
12. De Bruyn H8 – De verklaringsanalyse
13. Tak et al. H15 – Diagnostiek van het motorisch functioneren
14. Tak et al. H5 – Systematische gedragsobservatie (psychodiagnostiek)
15. Tak et al. H6 – Achtergronden en gebruik van vragenlijsten
16. Tak et al. H7 – Individueel testonderzoek bij kinderen
17. Tak et al. H13 – Diagnostiek van de sociaal-emotionele ontwikkeling
18. De Bruyn H9 – De indicatieanalyse
19. De Bruyn H10 – Advisering
20. Tak et al. H4 – Diagnostisch interview
21. Tak et al. H9 – Diagnostiek van het gezinsfunctioneren
,De Bruyn – Hoofdstuk 1 – Inleiding
- Klinische diagnostiek = informatie uit de omgeving vormt de basis voor een aanpak van de
problemen
- Psychodiagnostiek = onderscheiden van personen door hun individuele kenmerken
Drie belangrijke ontwikkelingen voor de diagnostiek zijn:
1. Onderzoek naar de kwaliteit van het ongewapende oordeel
2. Ontwikkeling in de besliskunde (ontstaan van procedures)
3. Ontwikkelen van prescriptieve kaders ten behoeve van de professionele diagnostiek
a. Prescriptief kader = hulpmiddel (bv. cyclus)
Een diagnosticus moet empirisch-analytisch te werk gaan, dus zorgvuldig zonder afbreuk te doen aan
inventiviteit en creativiteit.
De Bruyn – Hoofdstuk 2 – Wetenschappelijke
diagnostiek
De diagnostiek is een toepassingsgebied van de gedragswetenschap enerzijds en een onderdeel van
hulpverlening anderzijds.
Belangrijke (fouten)bronnen in de diagnostiek:
- Mensen hebben (vaak) veel vertrouwen in hun eigen inschatten/kansen, en diagnosticus kan
dus te snel tevreden zijn met zijn conclusie
- Vuistregels en heuristieken zijn vaak adequaat, maar leiden tot vertekening bij
kansschattingen
- Fouten en vertekening kunnen in elke fase van de cyclus optreden
Beslissingsprobleem = keuzeprobleem waarbij verschillende opties verschillende consequenties
kunnen hebben met betrekking tot het doel
- Descriptief = verklaren van beslissingsgedrag
- Normatief = gaat verder dan beschrijven en verklaren, schrijft ook voor hoe de beslisser te
werk moet gaan (normen en waarden)
Normatieve diagnostiek = funderen, formuleren en onderzoeken van diagnostische regels en
procedures.
Prescriptieve diagnostiek = houdt zich bezig met hoe de diagnosticus het best het diagnostisch
proces vorm kan geven.
De Bruyn – Hoofdstuk 3 – Van hulpvraag tot cyclus
Hulpvraag (c) -> type diagnostische hulpvraag (d) -> type vraagstelling (c en d) -> type onderzoek (d)
Vier typen hulpvragen:
1. Verhelderend (VHD): hoe moet ik verwoorden hoe ik me voel t.o.v. mijn kind
2. Onderkennend (ODK): wat is er met mijn kind aan de hand
3. Verklarend (VRK): waarom is dit aan de hand
4. Indicerend (IDC): hoe kan mijn kin het beste geholpen worden
0-scenario = geen overgang naar volgend type onderzoek, omdat na het verhelderen onderzoek geen
verder onderzoek nodig is.
, De term ‘diagnose’ wordt in de praktijk gebruikt voor:
- Onderkenning van een stoornis (er is sprake van …)
- Als verklaring voor het probleem/stoornis (het is een gevolg van onveilige hechting)
De diagnostische cyclus
1. Klacht = uitspraken die aangeven dat de situatie of het gedrag van de client of de gevolgen
daarvan door die cliënt als negatief worden ervaren
a. Doel = klachten verzamelen, overleggen hoe die tegemoet gekomen kunnen worden
met als uitkomst de verhelderende diagnose
2. Probleem = situaties/gedragingen die door de diagnosticus als ongunstig worden gezien voor
de cliënt
a. Doel = verbanden leggen tussen klachten en problemen, de ernst taxeren, met als
uitkomst het benoemen van het probleem (onderkennende diagnose)
3. Verklaring = getoetste uitspreken over condities die het probleem hebben doen ontstaan/in
stand houden
a. Doel = hypothesen generen, empirisch toetsbare voorspellingen afleiden (en
toetsen), opstellen van een integratief beeld met als uitkomst een samenhangend
beeld van de verklaringen (verklarende diagnose)
4. Indicatie = empirisch of theoretisch onderbouwde aanbevelingen voor één of meerdere
interventies
a. Doel = formuleren van een globaal interventiedoel, geschikte typen interventies
inventariseren, nut van alternatieven bespreken (met c), inschatten van kans van
slagen, formuleren van de uiteindelijke aanbeveling met als uitkomst de indicerende
analyse
Na de diagnostische cyclus wordt een nieuwe cyclus doorlopen: de interventie-, behandelings-, of
therapiecyclus. De koppeling van deze twee cyclussen leidt tot een volledige klinische cyclus (KC)
Stappen van de therapiecyclus zijn:
1. Verkennende behandelingsanalyse (VBA)
2. Voorspellen van reacties (VR)
3. Toetsende behandeling (TB)
4. Evaluatie ten opzichte van het globale doel (EGD)
De regulatieve cyclus (van Strien) = verwijst naar de algemene methodologische grondfiguur van het
wetenschappelijk handelen. De empirische cyclus wordt gezien als een vorm van het
probleemoplossend omgaan met de werkelijkheid.
Er hoeft niet altijd een volledig scenario afgewerkt te worden, redenen hiervoor zijn: gebrek aan tijd,
eerder verkregen informatie volstaat niet of kennis van de diagnosticus is ontoereikend.
Klinisch oordeel = oordeel op grond van eigen overwegingen, hierbij spelen cognitieve vuistregels en
heuristieken een rol je kan dus fouten maken in je oordeel (zie box 3.1 (blz. 46)):
- Causale (actor-observator) attributie
- Gedragsconformatie
- Beschikbaarheid
- Representativiteit
- Verankering
- Confirmatorische teststrategie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cdijkstra. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.