DEEL 1: INLEIDING TOT HET RECHT
Boek 1. Recht en rechtstaat
Hoofdstuk 1: Het begrip recht
Afdeling 1: Inleiding
1) Wat is recht
- Recht = geheel van regels dat uiterlijke menselijke gedraging regelt, die in
bepaalde maatschappij door bevoegd orgaan worden opgelegd en
waarvan naleving afdwingbaar is
o Normen: wat mag, moet, verboden is
o Uitwendig gedrag
o Maartschappelijk fenomeen: gebonden aan bepaald politiek en
sociaal systeem en evolueren mee
o Uitgevaardigd door bevoegd orgaan
o Handhaving en sancties
o Onderscheid met andere normsystemen
2) Objectief en subjectief recht
- Objectief recht (law)
o Geheel van regels dat uiterlijke gedraging v mensen in maatschappij
regelt en afgedwongen wordt door overheid
- Subjectief recht (right)
o Door (objectief) recht beschermde aanspraken op andermans
gedrag
o Recht vanuit het individu bekijken
objectief recht regelt menselijk gedrag, ten voordele anderen, die
aanspraken kunnen maken op opgelegd gedrag, die aanspraken zijn
subjectieve rechten
Afdeling 2: Enkele begrippen in het objectief recht
1) Positief recht
- Recht dat op bepaald tijdstip en bepaalde plaats geldt
- Soms gebruikt als recht hoe men zou willen in toekomst
2) Gemeen recht en bijzonder recht
- Verschillende regels op één en dezelfde situatie van toepassing Soms
conflicten
- Algemene regel (gemeen recht)
- Bijzondere regel (bijzonder recht)
- Bijzondere regels voorrang
= Relatieve begrippen
- Privaatrecht: burgerlijk recht = gemeen recht, ondernemingsrecht =
bijzonder recht
3) Formeel en materieel recht
- Materieel recht = eigenlijke gedragsvoorschriften
- Formeel of procedureel recht = om eigenlijke gedragsvoorschriften af te
dwingen
o Hoe via gerechtelijke weg rechtsregels afgedwongen
o Procedure van toepassing en handhaving van materiële recht
- Meeste rechtstakken hebben formele en materiële tak
4) Aanvullend recht, (gewoon) dwingend recht en dwingend recht van openbare
orde
1. Regels van AANVULLEND RECHT
o Van toepassing als partijen niets anders zijn overeengekomen
o Vrij van af te wijken
o Nuttig: men hoeft niet alle details zelf uit te werken
Modeloplossing
, o Privaatrecht (private belangen burgers): uitgangspunt dat
bepalingen van aanvullend recht zijn
o Publiekrecht (verhoudingen burgers en overheid): uitgangspunt dat
regels van dwingend recht zijn
2. Regels van DWINGEND RECHT
o Niet volledige vrijheid om zelf volledige inhoud contracten te
bepalen
o Bepaalde groep of partij extra beschermen (huurders, werknemers,
consumenten,…)
Beschermen particuliere belangen
o Kan men niet van afwijken
3. Regels van (dwingend recht van) OPENBARE ORDE
o Regels die in privaatrecht juridische grondslagen vastleggen van
ethische, economische, sociale, maatschappelijke orde
o Beschermen algemeen belang en overstijgen particuliere belang
o Regels die goede zeden raken (fatsoensnorm): evolutief gegeven
4. Het onderscheid
o Bewoordingen
o Dwingend karakter:
Ongeacht andersluidende bedingen
Op straffe van nietigheid
Andersluidende bedingen worden voor niet-geschreven
gehouden
…
Hoofdstuk 2: De indelingen van het objectief recht
- Enkel afdeling 1, 9, 10, 11 en 13 lezen als achtergrond
Hoofdstuk 3: De rechtsstaat
- Enkel lezen als achtergrond
Hoofdstuk 4: De bronnen van het recht
- Rechtsregels onderscheiden zich van anderen door afdwingbaar karakter
- Niet inhoud, maar herkomst bepalend om karakter van rechtsregel te
geven
Afdeling 1: De wet
- Materiële wet: elke algemene rechtsregels met onpersoonlijk karakter
o Van wie ze uitgaan speelt geen rol: federale wetgevende macht,
uitvoerende macht of regionale overheden
- Formele wet: elke beslissing van wetgevende macht
Afdeling 2: Het gewoonterecht
- Gevestigde gebruiken die door rechtsgenoten als bindende rechtsregels
worden beschouwd
- Bindende kracht door traditie
- Belang neemt af
Afdeling 3: De algemene rechtsbeginselen
- Ongeschreven gedragsregels, die als binden beschouw worden
- Basisprincipes van onze rechtsorde: rechters die deze beginselen
formuleren als aanvulling
Afdeling 4: De rechtspraak
- Geheel van uitspraken van rechtscolleges waarbij rechtsgeschillen worden
beslecht
- Rechterlijke beslissingen: belangrijke bron van recht
Afdeling 5: De rechtsleer
- Artikelen, boeken, commentaren door juristen geschreven
, - Niet binden, maar kunnen rechtspraak beïnvloeden of wetgever inspireren
Hoofdstuk 5: De oorsprong van wetgeving
Afdeling 1: Inleiding
- Hoe komt wetgeving tot stand
Afdeling 2: Federale wetgeving
1) Grondwet
- Geheel rechtsregels die bijzonder gezag genieten
- Strakkere regels dan gewone wetten
2) Formele wetten
- Beslissingen van wetgevende macht
- Federaal niveau: drie instellingen werken aan totstandkoming wetgeving
o Kamer volksvertegenwoordigers
o Senaat Parlemen
o Koning t
- 3 procedures mogelijk afhankelijk van betrokken materie
o Volledig bicamerale materies (art. 77 Gw.)
o Optioneel bicamerale materies (art. 78 Gw.)
o Monocamerale materies
3) Koninklijke en ministeriële besluiten
- Koninklijk besluit = Koning stelt algemene maatregel of individuele
overheidshandeling
o Materiële wetten: reglementaire besluiten met algemene
draagwijdte
- Ministeriële besluiten = Minister stelt algemene bestuurlijke maatregel of
individuele overheidshandeling
Afdeling 3: Regionale wetgeving
- Enkel lezen als achtergrond
Afdeling 4: Supranationale wetgeving
1) Inleiding
- Steeds meer rechtsregels op basis van beslissingen op internationaal of
supranationaal niveau
2) Schets van de Europese rechtsorde
- Unie vandaag geregeld in twee verdragen:
o Verdrag betreffende Europese Unie (VEU): vooral constitutionele
bepalingen
o Verdrag betreffende Werking van Europese Unie (VWEU): materiële
beleidsterreinen
- Kenmerken EU
o Heeft organen (qua samenstelling en werkwijze onafhankelijk van
lidstaten)
o Kan in vele beleidsdomeinen besluiten nemen (bij
gewone/bijzondere meerderheid) Ook bindend voor lidstaten die
tegen hebben gestemd
o Arresten van Hof van Justitie en Gericht zijn bindend
o Verdrag en besluiten van Unie kunnen rechten en plichten doen
ontstaan voor particulieren
- Bepalingen van unierecht directe werking als ze voldoen aan volgende
voorwaarden
o Bepaling is duidelijk