Aperçu 3 sur 14 Fiches de révision
Wat zijn de criteria voor DSM-classificatie van agorafobie (pleinvrees)?
Wat zijn de criteria voor DSM-classificatie van agorafobie (pleinvrees)?
Duidelijke angst gedurende (meer dan) 6 maanden voor twee (of meer) van de volgende situaties:
-	Gebruikmaken van openbaar vervoer 
-	In open ruimte bevinden
-	In een afgesloten ruimte bevinden
-	In de rij of in een menigte staan
-	Alleen buitenshuis zijn
De betrokkene vreest of vermijdt deze situaties vanwege de gedachte dat ontsnappen moeilijk is of hulp niet beschikbaar is.
De agorafobische situaties roepen bijna altijd angst op
De angst is buitenproportioneel
De agorafobische situaties worden vermeden, vereisen aanwezigheid van een ander of worden doorstaan met intense angst
De angst of vermijding veroorzaakt significante lijdensdruk of beperkingen in het functioneren

Wat zijn de criteria voor DSM-classificatie van separatieangststoornis?
Wat zijn de criteria voor DSM-classificatie van separatieangststoornis?
A.	Niet bij de ontwikkeling passende exessieve angst om gescheiden te worden van aan wie de betrokkene gehecht is
1.	Excessief van streek zijn
2.	Bezorgdheid voer verliezen van personen of berzorgdheid over verwondeing, rampen.
3.	Persisterende bezrogdheid over iets meemaken als ontvoering ongeluk ziekte leidend tot scheiding
4.	Persisterende tegenzin of weigering om ergens naar toe te gaan
5.	Persisterende vrees om thuis te zijn zonder de hechtingspersoon
6.	Persisterende tegenzin om elders dan thuis te slapen
7.	Herhaaldelijke nachtmerries over separatie
8.	Lichamelijke klachten zoals buikpijn misselijkheid braken hoofdpijn
B.	Angst is persisterend, bij kinderen >4weken bij volwassenen >6mnd
C.	Veroorzaakt lijdensdruk
D.	Kan niet beter worden verklaard door andere aandoening

Cognitive model van SAS (Clark & Wells, 1995)
Cognitive model van SAS (Clark & Wells, 1995)
Sociale situatie -> 
- Activatie van aannames (ontstaan vanwege vroege negatieve ervaringen):
1. Excessief hoge standaarden (ik moet altijd geestig en beleerd zijn en iedereen laten lachen om intelligente grappen)
2. Geconditioneerde overtuigingen over consequenties van je op een bepaalde manier gedragen/presteren (als ik zweet en bloos… dan ben ik dom en raar)
3. Ongeconditioneerde negatieve overtuigingen over jezelf (Ik ben gewoon een oninteressant of stom iemand)

Ogenschijnlijk sociaal gevaar -> 
- Verwerken van jezelf als sociaal object:
- Nauwkeurig monitoren van jezelf
- Gebruik deze interoceptieve informatie om af te leiden hoe je op anderen overkomt
- Je angstig voelen is hetzelfde als er angstig uitzien
- Spontane beelden van hoe anderen jou mogelijk zien 
- Geen aandacht voor omgeving (aandacht naar binnen)

Safety behaviors - associated with a patient’s fear of blushing. Veiligheidsgedragingen om te voorkomen dat je angst ervaart. 

Somatische & Cognitieve symptomen:
Intense arousal leidt tot: Zweten, Blozen, Trillen, Opvliegers/warm hebben
-	Wordt geïnterpreteerd als falen en niet aan de gewenste standard kunnen voldoen
-	Hyper-alertheid