Dit is een volledige samenvatting van deel 3 van het vak Recht en Onderneming, gegeven door prof. Vanhees.
Ik behaalde hiermee een 20/20 in het academiejaar
, HOOFDSTUK 1: BEGRIPPEN EN ALGEMENE REGELEN
1. TOT 1 NOVEMBER 2018: HANDELS-EN ECONOMISCH RECHT
Tot 1 november 2018: geen ondernemingsrecht maar handels-en economisch recht: duidelijk van elkaar te
onderscheiden begrippen
(1) Handelsrecht: tegenhanger van het burgerlijk recht, bepaalde wanneer u handelaar was/aan welke
verplichtingen ze moeten voldoen/ bepaalde wat de verschillen waren met het burgerlijk recht
➢ Beheerste het leven van de handelaar: overspant heel het ontstaan, functioneren en verdwijnen
van de handelaar
(2) Economisch recht: markt regulerend recht, bepaalde hoe u zich op de markt dient te gedragen.
➢ geen verboden prijsafspraken, regels omtrent reclame,..
2. VANAF 1 NOVEMBER 2018: ONDERNEMINGSRECHT
Vanaf 1 november 2018: ondernemingsrecht, bestaat uit twee delen
(1) Economisch recht: bestaat uit twee delen
➢ Privaat ondernemingsrecht (vroeger bekend als het handelsrecht): betrekking op het
functioneren en bestaan van een onderneming
➢ Publiek ondernemingsrecht:
▪ recht hoe zich op de markt moet gedragen
▪ recht waarmee de economie wordt gestuurd door de overheid (bepalen van
prijsbeleid,..).
▪ Heeft dus te maken op de organisatie van de markt, waar de overheid de markt ook zal
proberen te organiseren en te sturen.
(2) Vennootschapsrecht (zat vroeger in het handelsrecht)
➢ Indien een economische of beroepsactiviteit wordt verricht in de vorm van een vennootschap
➢ Regels rond de oprichting, de werking en de vereffening van de vennootschappen en de
verhoudingen tussen de vennootschappen
Voor 1 november 2018, was het sleutelbegrip van het handelsrecht ‘Handelaar’. Vanaf 1 november 2018 is het
sleutelbegrip van het economisch recht; ‘Onderneming’
Sleutelbegrip verschuift van ‘handelaar’ naar ‘onderneming’
Begrip onderneming is zo belangrijk omdat het de sleutel voor de toepassing is van dat economisch recht. De
wetgeving die deel uitmaakt van dat economisch recht bepaalt wat geldt voor een onderneming
Bv. Faillissementsrecht (<economisch recht): wie is een onderneming? Wie kan failliet gaan?
Bv. Mededingingsrecht : recht dat te maken heeft met kartelafspraken, misbruik van machtspositie,…
Begrip onderneming is de sleutel om de wetgeving te doen toepassen
3 doelstellingen van economisch recht?
(1) Vrijheid van ondernemen
- Iedereen is vrij om een economische activiteit naar keuze uit te voeren
- Beperkingen? Komen uit:
o internationale verdragen
o algemeen normatief kader van de economische unie
o wetten die de openbare orde en de goede zeden betreffen
o bepalingen van dwingend recht
(2) Bescherming van de eerlijke concurrentie
2
,(3) Bescherming van de consument
3. BRONNEN VAN HET ONDERNEMINGSRECHT
Dit is verspreid over verschillende bronnen, waaronder:
(1) Het Wetboek van Economisch Recht (WER):
o Bestaat uit verschillende deelboeken (Boek I – Boek XX)
o Hebben allemaal betrekking op verschillende zaken (bv. Boek XX over insolventierecht)
o De structuur van de WER is tot stand gekomen via de techniek van de aanbouwwetgeving
(2) Wetboek van Vennootschappen
o Het is de bedoeling om vennootschapsrecht onder te brengen in dat wetboek van economisch recht en
daar dan eventueel een wetboek 21 te maken
(3) Het Europees Recht
o Het VVWEU (Verdrag in zake de Werking Europese Unie)
▪ Bv. vrij verkeer, mededingingsregels, verordeningen, …
o Een aantal verordeningen, richtlijnen en besluiten die aspecten van economisch recht regelen
(4) Internationale verdragen en regelen
o Verdragen die de internationale handel regelen
▪ Bv. verdrag ter oprichting van vrije handel
o Verdragen die uniforme regelen bevatten
▪ Bv. WTO (Internationale handel regelen)
▪ Bv. Weens Koopverdrag
o Internationale bepalingen die bepalen welke rechter bevoegd is of welk recht van toepassing is
▪ Bv. de Rome I-Verordening
(5) Tal van nationale (of gewestelijke reglementering)
o wetgeving die losstaat van dat wetboek van economisch recht die materies regelt
o Kunnen federale wetten, decreten, ordonnanties,.. zijn die economische reglementering bevatten
▪ Decreten, ordonnanties etc.
(6) Gebruiken
o Vooral belangrijk binnen het kader van het ondernemingsrecht
(7) Bijzondere wetten
o Met oog op reglementering op economische activiteit
▪ Let op: het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn niet geïncorporeerd in het
WER. (Andere voorbeelden zijn de wetgeving rond productaansprakelijkheid en de KMO-
financieringswet).
4. HET BEGRIP ONDERNEMING
‘Onderneming’ is dus de sleutel tot het ondernemingsrecht
- Ondernemingsrecht is dus enkel van toepassing op ondernemingen. Wat is dit dan?
- Dit wordt bepaald via de wetgeving
3
, Vanbuiten leren: het algemeen artikel:
Art. I.1. I. WER1 “Behoudens aan de bepaling wordt voor de toepassing van het wetboek van
economisch recht het begrip van onderneming gedefinieerd als:
A) Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent”
Zelfstandig: persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
- Zelfstandig wil zeggen dat u dit volledig autonoom doet, zonder dat u in
een relatie van ondergeschiktheid zit. Werknemers zijn dus NOOIT
ondernemers, want ze zijn ondergeschikt aan de baas.
Beroepsactiviteit:
- Economische activiteiten ontwikkelen
▪ Goederen en/of diensten leveren
- Moet beroepsmatig gebeuren
▪ Er is frequentie, organisatie en duurzaamheid (op LT)
▪ Bv. Als je op Vinted occasioneel kleren verkoopt, ben je geen
onderneming
- Is een zaakvoerder dan een ondernemer?
▪ Neen, want ze voeren geen eigen economische actie uit, bieden
zelf geen goederen of diensten op de markt aan
▪ Ja, want er is regelmaat en ze hebben als doel om
bestaansmiddelen te verwerven met het bestuursmandaat
B) Elke rechtspersoon (bv. een BV of NV)
- Ook een rechtspersoon is een onderneming
▪ Je hebt een naam, adres, …
▪ Je treedt autonoom op in het rechtsverkeer
▪ Rechtspersoon: juridisch erkende creatie die dezelfde
kenmerken heeft als een persoon (bv. een nv, bv)
C) Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
- … die hetzij een uitkeringsoogmerk heeft,
- … hetzij uitkeringen verricht aan haar leden of aan personen die een
beslissende invloed hebben op het beleid.
- Jeugdbeweging, een organisatie oprichten etc.
WELKE UITZONDERINGEN ZIJN ER?
Aantal organisaties worden uit dat ondernemingsbegrip gehaald, ‘zij zijn geen onderneming en vallen niet onder het
economisch recht) : deze uitzonderingen zijn:
(1) Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen uitkeringsoogmerk heeft en geen uitkeringen
verricht aan haar leden of personen die een beslissende invloed uitoefenen op het beleid van de organisatie.
➢ Vb.; Als u een sportclub hebt die de ondernemers of leden niet vergoed
(2) Publiekrechterlijke rechtspersonen (door de overheid erkent) die geen goederen of diensten aanbieden op
een markt.
➢ Bv, RSZ (rijksdienst voor sociale zekerheid), verzelfstandigde overheidsdiensten die geen
goederen of diensten aanbieden op een markt
(3) Overheid in het algemeen; geen ondernemingen
1
Nummering:
- Eerste nummer: het boeknummer (bv. boek XX)
- Tweede nummer: artikel
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sdv1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour 6,69 €. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.