Dit is een Nederlandstalige samenvatting van het gehele boek (h1 t/m 11) 'white -collar crime'. Het is een extra uitgebreide (maar wel overzichtelijke) samenvatting (handig omdat het dit jaar een open-boek tentamen betreft!). Dit boek behoort tot de tentamenstof.
Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 1 tot en met 11 uit het boek:
Benson, M. L., & Simpson, S. S. (2018). White-collar Crime: an Opportunity Perspective. Routledge:
New York en Londen (3e editie).
,Hoofdstuk 1: What is white-collar crime?
Witteboordencriminaliteit is een wetenschappelijke term die diverse sociale, juridische en
wetenschappelijke problemen oproept. Witteboordencriminelen komen voor in ieder vakgebied en
beroep. Voor veel alledaagse zaken zijn mensen afhankelijk van professionals die een dienst aan jou
bieden, die jij zelf niet kan of niet wil doen. Maar hoe weet je dan zeker dat de professional het juiste
heeft gedaan op de juiste, legale manier? Professionals kunnen hun kennis en expertise gebruiken om
te profiteren van (de onwetendheid) van anderen.
Sommige processen, zoals het kopen van een huis, zijn zo ingewikkeld dat mensen een
professional volledig vertrouwen; vaak worden contracten op goed vertrouwen ondertekend, zonder
dat ze echt begrepen worden. Op andere gebieden, bijvoorbeeld als het aankomt op de
gezondheidszorg, dan kunnen er meerdere slachtoffers vallen aan één daad. Als een dokter jou
overbodige testen laat doen, waar vervolgens voor betaald moet worden, dan zijn de slachtoffers:
1. Jij bent een direct slachtoffer.
2. De verzekeraar kan slachtoffer worden, omdat veel testen en onderzoeken bij de dokter verzekerd
en vergoed worden.
3. De maatschappij als geheel kan slachtoffer zijn, want medische kosten (denk aan premie) zullen
stijgen als gevolg van medische fraude.
Ongeacht de voorgaande voorbeelden is concrete interactie tussen dader en slachtoffer niet per se
nodig om iets als witteboordencriminaliteit te kunnen bestempelen.
1.1 Een historische kijk op witteboordencriminaliteit
Witteboordencriminaliteit is geen nieuw fenomeen en bestaat eigenlijk al duizenden jaren (het
fenomeen bestaat al langer dan de term zelf). Zo schreef Aristoteles al over het verduisteren van
fondsen, ofwel het stelen van publiek geld door ambtenaren. Ook in de Bijbel en andere religieuze
teksten wordt gesproken over organisaties die uitbuitende activiteiten uitvoeren.
In de late Middeleeuwen werden in Engeland drie organisatie-gerelateerde activiteiten
onderscheiden in de wet: regrating, engrossing en forestalling. Bij alle drie ging het om het
controleren van de markt op bepaalde belangrijke goederen, zodat daarmee hoge winsten gehaald
konden worden.
Later, in de vroege 20e eeuw, kan gedacht worden aan Ross die sprak over de criminaloid:
machtige ondernemers en leidinggevenden buitten mensen uit en manipuleerden de markt, puur voor
financieel gewin, terwijl zij zich voordeden als fatsoenlijke zakenmannen. Ross omschreef deze
mannen in termen van hun morele ongevoeligheid en hield hen verantwoordelijk voor het overlijden
van velen werknemers en consumenten.
1.2 Witteboordencriminaliteit definiëren
Sutherland is degene die de term witteboordencriminaliteit heeft bedacht, maar heeft aan deze term
over de jaren heen verschillende definities gegeven.
(1) Een zeer bekende definitie is als volgt: “a crime committed by a person of respectability and high
social status in the course of his occupation.” > Daarin worden veel ernstige misdrijven, zoals moord,
bewust niet meegenomen.
,(2) Jaren later schrijft Sutherland dat “the white collar criminal is defined as a person with high socio-
economic status who violates the laws designed to regulate his occupational activities.” >
Witteboordencriminelen moeten onderscheiden worden van personen met een lage
sociaaleconomische status die de reguliere wetten overtreden, alsook van de personen met een hoge
sociaaleconomische status die de reguliere wet overtreden op manieren die niet verbonden zijn met
hun werk of beroep.
Opvallend aan beide definities is dat zij gebaseerd zijn op de karakteristieken van de dader. In de
criminologie komt het echter veel vaker voor dat definities gericht zijn op de daden/acties van daders
en/of de mentale gesteldheid die een individu moet hebben. Uit Sutherlands werk kan daarom
aangenomen worden dat alleen specifieke type mensen witteboordencriminaliteit kunnen plegen; de
daders moeten gerespecteerd zijn, hebben een hoge sociaaleconomische status en plegen de daden
in ‘the course of the occupation’.
1.2.1 De controverse in de benadering van Sutherland
Sutherlands benadering heeft voor veel kritiek en discussie gezorgd.
(1) Een probleem doet zich voor wat betreft de juridische status van witteboordencriminaliteit. Onder
witteboordencriminaliteit konden volgens Sutherland ook daden vallen die via het civiele recht
bestraft worden. Dit hield hij voor mogelijk, omdat veel civiele procedures te maken hebben met
vergelijkbare praktijken als in het strafrecht. Ook kunnen veel illegale organisatiepraktijken bestraft
worden onder zowel het strafrecht als het civiele recht. Het uitsluiten van daden die vallen onder het
civiele recht, zou daarom betekenen dat het begrip witteboordencriminaliteit beperkt wordt in zijn
betekenis. KRITIEK: juristen stellen dat enkel daden die vallen onder het strafrecht daadwerkelijk
criminaliteit of misdrijven genoemd kunnen worden.
(2) Een ander punt van kritiek ziet op de vraag of de sociale status (SES) van de dader moet worden
gebruikt als definiërend kenmerk van witteboordencriminaliteit. Sutherland heeft dit gedaan, omdat
hij aandacht wilde vragen voor criminaliteit gepleegd door zakenmannen. Criminologische
theorievorming in zijn tijd had zich namelijk onevenredig veel gericht op criminaliteit gepleegd door
mensen met een lage SES, de upper-class werd genegeerd. KRITIEK: de SES en respectabiliteit
meenemen in de definitie zorgt voor problemen bij het doen van onderzoek. De SES kan niet gebruikt
worden om het voorkomen van criminaliteit te voorspellen en kan dus geen verklarende variabele
zijn. Het is wel van belang om te onderzoeken hoe de SES van daders zich verhoudt tot
witteboordencriminaliteit, want het kan wel de kansen voor witteboordencriminaliteit en de
motivatie van de dader beïnvloeden. Ook is het interessant om te kijken naar wie wel en wie niet een
hoge SES heeft. Degenen die geen hoge SES hebben, hebben waarschijnlijk minder kansen tot het
plegen van witteboordencriminaliteit.
Interessant is dat vrouwen minder (ernstige) witteboordencriminaliteit plegen dan mannen,
maar mannen en vrouwen zijn ook niet evenredig verdeeld over de arbeidsmarkt. Hetzelfde geldt voor
etniciteit: gekleurde mensen zijn ondervertegenwoordigd in leiderschapsposities en hebben daarom
minder toegang tot kansen voor het plegen van witteboordencriminaliteit. Kansen voor
witteboordencriminaliteit zijn onevenredig verdeeld over geslacht, ras, etniciteit en status.
, Bovendien zorgt het meenemen van de SES in de definitie ervoor dat het niet meer mogelijk
is om te onderzoeken hoe de variatie in de status van daders invloed heeft op sociale reacties op hun
daden. Daarvoor moet witteboordencriminaliteit op een status-neutrale manier gedefinieerd worden.
1.2.2 Offender-based benadering
Sutherlands definitie is een klassiek voorbeeld van wat de offender-based benadering wordt
genoemd. Deze definities benadrukken de hoge SES, macht en respectabiliteit van de dader als
belangrijke kenmerken van witteboordencriminaliteit. Ondanks de vele tekortkomingen van de
definitie, is deze over de jaren heen vooralsnog erg populair gebleven.
1.2.3 Offense-based benadering
In reactie daarop ontstond ook de offense-based benadering, welke witteboordencriminaliteit
definieert op basis van de aard van de illegale daad. Edelhertz opperde bijvoorbeeld de volgende
definitie: “an illegal act or series of illegal acts committed by non-physical means and by concealment
or guile to obtain money or property, to avoid the payment or loss of money or property, or to obtain
business or personal advantage”. Deze definitie focust dus op de middelen waarmee de daad wordt
gepleegd.
Volgens Edelhertz kunnen er vier typen witteboordencriminaliteit onderscheiden worden:
1. Persoonlijke misdaden: misdaden die gepleegd worden door individueel handelende daders,
meestal voor persoonlijk gewin in een niet-zakelijke context (bv. belastingfraude).
2. Misbruik van vertrouwen: misdaden die gepleegd worden op de werkvloer door personen die
werken binnen een organisatie, overheid of andere instantie. Zij misbruiken de loyaliteit en trouw van
de klant (bv. verduistering).
3. Zakelijke misdaden: misdaden die incidenteel voorkomen bij het uitvoeren van werkzaamheden in
de zakenwereld, maar die niet horen bij het algemene doel van de werkzaamheden of de organisatie
(bv. voedselovertredingen).
4. Con games: witteboordencriminaliteit is de belangrijkste activiteit van de organisatie.
Shapiro beargumenteert dat een belangrijk kenmerk van witteboordencriminaliteit is dat velen gaan
over het misbruiken van vertrouwen. Zij is van mening dat offender-based definities ervoor zorgen
dat onderzoekers de structurele bronnen van witteboordencriminaliteit verkeerd begrijpen.
Albenese stelt de volgende definitie voor: “white collar-crime is the planned or organized
illegal acts of deception or fraud, usually accomplished during the course of legitimate occupational
activity, committed by an individual or corporate entity.”
Offense-based definities zijn om verschillende redenen populair geworden onder onderzoekers:
(1) Omdat de SES van de dader en de sociale locatie van de daad niet benoemd worden, kunnen beide
onafhankelijk van de definitie variëren. Dit maakt dat beide variabelen als verklarende variabelen
gebruikt kunnen worden.
(2) Het is mogelijk om witteboordencriminaliteit binnen de zakenwereld, alsook buiten zakelijke
settings te onderzoeken.
,(3) Deze definities maken het makkelijker om steekproeven te trekken uit officiële registraties.
Meerdere daders kunnen namelijk onder deze definities vallen.
Aan de andere kant zijn er ook nadelen aan de offense-based benadering:
(1) Dat het onder deze definitie makkelijker is om een grotere steekproef te verwerven, is namelijk
ook een valkuil: onderzoekers lopen het risico juist de belangrijkste aspecten van
witteboordencriminaliteit over het hoofd te zien.
(2) Als witteboordencriminaliteit daarnaast gedefinieerd wordt op basis van de kenmerken van de
misdaad, dan kan het rechtssysteem het doen lijken dat zij witteboordencriminaliteit aanvechten,
terwijl zij in feite voor een groot deel bezig zijn met het aanpakken van simpele werknemersdieven.
De meest serieuze vormen worden dan enkel verwaarloosbaar aangepakt.
(3) De definitie van Edelhertz trekt de aandacht weg van die typen witteboordencriminaliteit die
fysieke schade aan mensen bezorgen (denk aan milieucriminaliteit).
(4) Offense-based steekproeven uit officiële data bestaan vaak voor een groot deel uit de
middenklasse individuen die vrij banale en simpele misdaden hebben gepleegd. Machtige individuen
en grote zakenmannen die het officiële label kunnen vermijden, komen zo nooit terecht in die
steekproeven.
(5) Met een offense-based benadering is het bijna onmogelijk om de misdaden van grote
multinationale organisaties te onderzoeken, want deze organisaties worden bijna nooit vervolgd, laat
staan veroordeeld.
Samengevat is de belangrijkste kritiek op deze benadering dat het juist de crimes of the powerful over
het hoofd ziet. Dit zijn juist de mensen waar Sutherland in eerste instantie meer aandacht voor wilde.
1.2.4 Beide benaderingen opnieuw beoordeeld
Het is belangrijk om in de gaten te houden dat de focus niet alleen komt te liggen op simpele diefstal
door werknemers bijvoorbeeld. Als een offense-benadering ervoor zorgt dat de daders met een hoge
SES genegeerd worden, dan blijft de criminologie net zo biased als Sutherland ooit voorstelde. Dit is
volgens Braithwaite enkel een praktische consequentie: het is een consequentie van de manier
waarop de offense-benadering door onderzoekers is ingevuld en gebruikt. In feite maakt de offense-
based benadering het gewoon eenvoudiger om bepaalde typen daderschap in het vizier te krijgen,
terwijl andere typen eerder over het hoofd worden gezien. Niks in de offense-based definities
weerhoudt onderzoekers er feitelijk van om de misdaden van individuen met een hoge SES te
onderzoeken. Dat zij vaak toch over het hoofd worden gezien, is een fout van de onderzoekers.
Belangrijk om te onthouden is dat witteboordencriminaliteit gepleegd wordt aan de hand van
bepaalde technieken, een bepaalde modus operandi. De kenmerken van de daders zijn belangrijk voor
zover deze de toegang tot kansen voor witteboordencriminaliteit beïnvloeden. Sutherland was zich
hier ook van bewust: witteboordencriminaliteit kan onderverdeeld worden in twee categorieën wat
betreft misbruik van vertrouwen. Volgens Sutherland worden deze technieken gefaciliteerd door het
hebben van een bepaalde positie binnen een organisatie.
(1) Misrepresentation of asset values.
, (2) Duplicity in the manipulation of power.
De offender-based en offense-based benadering spreken elkaar niet volledig tegen en sluiten elkaar
ook niet uit. De technieken om witteboordencriminaliteit te plegen, worden over het algemeen meer
gebruikt door mensen met een hoge SES en een bepaalde positie binnen het bedrijf. Zij hebben
hiervoor namelijk meer kansen en mogelijkheden. Deze kenmerken zijn daarnaast ook belangrijk wat
betreft de ernst van de misdaden (ernst bestaande uit twee componenten: de schade en de
verwijtbaarheid). Witteboordencriminaliteit gepleegd door individuen met een hoge SES en een
specifieke machtige positie in een grote organisatie zijn vaak ernstiger dan de misdaden van anderen.
Milieudelicten worden vaak gepleegd door hoge SES leidinggevenden van grote organisaties.
1.2.5 Witteboordencriminaliteit meten
Het is ontzettend moeilijk om getallen te verbinden aan een fenomeen als witteboordencriminaliteit.
Wat valt onder witteboordencriminaliteit is overigens sterk afhankelijk van de manier waarop je het
definieert (namelijk of je een offender- of offense-based definitie gebruikt). Onder offense-based
definities vallen meerdere gevallen dan onder offender-based definities. Meer praktisch gezien is het
ook lastig om witteboordencriminaliteit te meten vanwege het simpele feit dat er verschillende
instanties verantwoordelijk zijn voor het registreren van witteboordencriminaliteit. Het samennemen
van de cijfers van al deze instanties is een ingewikkeld proces. Tevens geldt dat witteboordenzaken
onderworpen kunnen worden aan drie verschillende rechtsgebieden, namelijk het strafrecht,
bestuursrecht en privaatrecht.
1.3 Samenvatting
Volgens de auteurs is het mogelijk om Sutherlands inzichten aan te houden, terwijl tegelijkertijd ook
een breder perspectief aangehouden wordt. Zowel de middenklasse als de onderklasse kunnen de
technieken die Sutherland omschreef gebruiken om misdaden te plegen, net zoals individuen met een
hoge SES dit kunnen.
Hoofdstuk 2: Who is the white-collar offender?
De witteboordencrimineel is een gerespecteerd persoon met een hoge sociale status, en is iemand
die zijn werk of beroep gebruikt als mogelijkheid om illegaal gedrag te plegen, aldus Sutherland. In zijn
visie zouden zij over het algemeen witte mannen zijn van middelbare leeftijd (voornamelijk managers
en leidinggevenden). Sommige witteboordencriminelen zijn inderdaad precies zoals Sutherland ze
beschreef, maar velen zijn dit ook niet.
2.1 Yale studie over witteboordencriminaliteit
Onderzoekers van Yale hebben 8 verschillende typen misdrijven gevonden die onder
witteboordencriminaliteit geschaard kunnen worden, namelijk de volgende criterion offenses:
financiële criminaliteit (= securities violations), mededingingscriminaliteit (= antitrust violations),
omkoping, (bank) verduistering, mail en wire fraude, belastingfraude, valse claims en kredietfraude.
Al deze misdrijven worden gepleegd door middel van verhulling en bedrog/misleiding.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper criminoloog98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.