Methodologie
Onderzoeksprobleem Reden waarom je een onderzoeksvraag formuleert, probleem
dat je wil onderzoeken ‘troubling condition’ (Relevantie!)
Onderzoeksvraag Wat wil je specifiek weten? Detail probleemsstelling.
Je gaat het probleem benaderen
! Meetbaarheid en validiteit
Hypothese Een veronderstelling, statement tussen een afhankelijke en
een onafhankelijke variabele, waarbij het noodzakelijk is om
statistiek om toe te passen
Directioneel – niet-directioneel – nul-hypothese
Inductieve – deductieve hypothese
Superioriteit – non-inferiority
Inductieve hypothese Hypothese start vanuit een reeks observaties die je gaat
veralgemenen
Deductieve hypothese Hypothese die start vanuit een theorie, en van daaruit
formuleren we een hypothese
Onderzoeksdoelstelling = statement of purpose = de doelstelling van het onderzoek
Validiteit Meet het meetinstrument wat we willen meten? Meten we
waar we een antwoord willen formuleren op de
onderzoeksvraag
- Face validiteit = op het eerste zicht kan het instrument
de content meten
- Inhoud validiteit = kan de inhoud van het
meetinstrument de content meten (geschikte itemset)
- Criterion validiteit = is de uitkomstmaat consistent met
het criterium? (Concurrent validiteit – predictieve
validiteit)
- Construct validiteit = komt hetgeen je wil meten,
overeen met de realiteit?
CVI = content validity index In welke mate is dit item relevant om op te nemen? CVI moet
min 80% zijn.
- I-CVI: item CVI (wenselijk I-CVI > 0.78)
- S-CVI: hele schaal (Wenselijk S-CVI > 0.90)
Criterion validiteit = nagaan of de uitkomstmaat consistent is met het criterium
(‘gouden standaard’). = in welke mate correleren scores met
het extern criterium?
à Er moet een gouden standaard bestaan, een
meetinstrument dat hetzelfde meet moet bestaan
- Concurrent validiteit
- Productieve validiteit
Diagnostische accuraatheid:
- Sensitiviteit: correct positieve = percentage écht pos.
- Specificiteit: correct negatieve = percentage écht neg.
,ROC Receiver operating characteristic curve = grafische weergave =
verhouding nagana tussen correct positieven en vals
positieven
AUC Area under the curve. Hoe dichter bij 1, hoe beter (vanaf 0.70
goed)
à ROC die op de middenlijn ligt = AUC van 0.50 = 50% kans op
het juiste resultaat (dit wil je niet, een test die maar 50% kans
juist is)
Concurrent validiteit Meting 1 en meting 2 uitvoeren op hetzelfde moment
Predictieve validiteit Predictieve waarde van het meetinstrument nagaan à
Gouden standaard bevindt zich in de toekomst
Betrouwbaarheid Reproduceerbaarheid: krijgen we hetzelfde resultaat als we
dezelfde meting opnieuw doen
Bias Vertekening van het resultaat (selectiebias – observatiebias)
Randomiseren Op basis van toeval deelnemers indelen in onderzoeksgroepen
(controlegroep – experimentgroep)
Associatie Verband
Core outcome sets Een op voorhand bepaalde outcome, minimum van een
bepaalde outcome dat moet gerapporteerd worden
Feasibility Haalbaarheid
Kwanititatief onderzoek Beschrijvend onderzoek, meting, survey
Kwalitatief onderzoek Onderzoek met meer diepgang, dynamieken, ervaringen,..
Onafhankelijke variabele = independent variable = Categorische variabele, wordt niet
beinvloed door het onderzoek
Afhankelijke variabele = Dependent variable = uitkomstvariabele: de uitkomst die je
gaat meten
Moderator variable = Variabele die impact heeft op uitkomstmaat
à Kan niet veranderen vb. leeftijd
Mediating variable = Meet de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke
variabele, soort ‘tussenstop’
à Kan veranderen vb. motivatie
à Confounding? Interactie?
Inductieve hypothese Hypothese start vanuit een reeks observaties die je gaat
veralgemenen
, Belmont report Ethische principes en richtlijnen om ethisch onderzoek te
voeren. 3 grote belangrijke principes (‘core principles’):
- Rechten van de participanten vs study demands (geen
schade – recht op bescherming tegen exploitatie)
- Respect menselijke waardigheid (Zelfbeschikkingsrecht
– Volledige openheid)
- Wetgeving (Distributive justice – recht op eerlijke
behandeling – recht op privacy)
Study demands Wat het onderzoek vraagt van de deelnemers vb. tijd,
belasting,…
Participants rights Rechten van de participant
Full disclosure Volledige openheid over de studie = informed consent
Concealment = Covert data collection = data verzamelen zonder informeren
van de deelnemers en zonder informed consent (ligt ethisch
gezien moeilijk à toestemming nodig van ethisch comité)
Deception Achterhouden van informatie of valse informatie geven
Consent form Vorm van informed consent = volledige vorm = voldoende om
te laten tekenen door patiënt en onderzoeker
Short form Vorm van informed consent = korte vorm
Implied consent Bij deelname verklaar je u akkoord met het informed consent
(zonder te ondertekenen)
Fabriceren van data Data verzinnen
Falcificeren van data Data vervalsen
Plagiaat Overnemen van ideeën, conclusies, resultaten die niet uit
eigen onderzoek komen, zonder het gebruik van correcte
referenties
Conflict of interest Zelf baat hebben bij het rapporteren van bepaalde resultaten
Temporaal tijdselement Causale factor gaat vooraf aan de uitkomst
Confounding Verstorende variabelen = Karakteristieken die in de plaats van
de onafhankelijke variabele verantwoordelijk zouden kunnen
zijn voor de relatie met de uitkomstvariabele.
Veel voorkomende confounders (‘grote groepen’): socio-
demografische factoren, baselineniveau,
gezondheidsindicatoren
è Confounding vermijden adhv randomisatie, crossover,
homogeniteit, stratificatie, matching & statistische
controle