Hoofdstuk 1: processen gebaseerd op eigenschappen van vochtige lucht
1.1 algemeenheden: mengsels
1.1.1 samenstelling van een gasmengsel: massafracties en molaire fracties
°eigenschappen mengsels bepaald door k componenten (gassen) en hun hoeveelheid
°𝑚" = ∑&'() 𝑚% = som massa’s componenten 𝑁" = ∑&'() 𝑁' = som aantal mol componenten
" 0 1
°massafractie 𝑚𝑓' = " - = 𝑦' 0 - en molaire fractie 𝑦' = 1 - ∑&'() 𝑚𝑓' = 1 en ∑&'() 𝑦' = 1
. . .
". 5
°schijnbare molaire massa 𝑀" = 1.
= ∑&'() 𝑦' 𝑀' en gasconstante 𝑅" = 06
.
". )
°molaire massa 𝑀" = 1.
= .7-
∑9
-:; 8-
1.1.2 P-v-T gedrag van gasmengsels: ideale en reële gassen
°ideaal gas via ideale gaswet: 𝑃𝑣 = 𝑅𝑇, reële gassen via compressibiliteitsfactor 𝑃𝑣 = 𝑍𝑅𝑇
°2 modellen: -wet van Dalton (wet van addidtieve drukken): 𝑃" = ∑&'() 𝑃' (𝑇" , 𝑉" )
-wet van Amagat (wet van additieve volumes): 𝑉" = ∑&'() 𝑉' (𝑇" , 𝑃" )
𝑃' = componentendruk 𝑉' = componentenvolume 𝑃' /𝑃" = drukfractie 𝑉' /𝑉" = volumefractie
1.1.2 P-v-T gedrag van gasmengsels: ideale gassen
°drukfractie = volumefractie = molaire fractie
1.1.3 P-v-T gedrag van gasmengsels: reële gassen
°rekening houden met compressibiliteitsfactor: 𝑃𝑉 = 𝑍𝑁𝑅E 𝑇 met 𝑍" = ∑&'() 𝑦' 𝑍'
1.1.4 eigenschappen van gasmengsels: ideale en reële gassen
°de totale inwendige energie: 𝑈" = ∑&'() 𝑈' = ∑&'() 𝑚' 𝑢' = ∑&'() 𝑁' 𝑢H' [kJ]
& & & H
°enthalpie: 𝐻" = ∑'() 𝐻' = ∑'() 𝑚' ℎ' = ∑'() 𝑁' ℎ' [kJ]
°entropie: 𝑆" = ∑&'() 𝑆' = ∑&'() 𝑚' 𝑠' = ∑&'() 𝑁' 𝑠̅' [kJ/K]
°specifieke inwendige energie: 𝑢" = ∑&'() 𝑚𝑓' 𝑢' en 𝑢H" = ∑&'() 𝑦' 𝑢H' [kJ/kg of kJ/kmol]
°specifieke enthalpie: ℎ" = ∑&'() 𝑚𝑓' ℎ' en ℎH" = ∑&'() 𝑦' ℎH' [kJ/kg of kJ/kmol]
°specifieke entropie: 𝑠 = ∑&'() 𝑚𝑓' 𝑠' en 𝑠̅" = ∑&'() 𝑦' 𝑠̅' [kJ/kg·K of kJ/kmol·K]
°specifieke warmte: 𝑐O," = ∑&'() 𝑚𝑓' 𝑐O,' en 𝑐̅O," = ∑&'() 𝑦' 𝑐̅O,' [kJ/kg·°C of kJ/kmol·°C]
𝑐P," = ∑&'() 𝑚𝑓' 𝑐P,' en 𝑐̅P," = ∑&'() 𝑦' 𝑐̅P,' [kJ/kg·°C of kJ/kmol·°C]
1.2 droge en vochtige lucht
1.2.1 wat is vochtige lucht?
°vereenvoudigingen: -mengsel van 2 ideale gassen à 𝑃 = 𝑃Q(RESTU) + 𝑃O(WQUXYZQ"P)
-constante atmosferische druk = 101.325 Pa
°Waterdampdruk afhankelijk van temperatuur en totale druk
1.2.2 karakteristieken van vochtige druk
" ^ _/5 ` ^ d,eff^\ d,effh^i
°absoluut vochtgehalte 𝜔 = " \ = ^\ _/5\ ` = 0,622 ^\ = ^g^\
= ^gh^i
] ] ] ]
d,eff^i
°voor verzadigde lucht (𝑃j =verzadigingsdruk): 𝜔k = ^g^i
" ^ _/5 ` ^ m^
°relatieve vochtigheid (max vochtgehalte is T-afhankelijk) 𝜑 = " \ = ^\ _/5\ ` = ^\ = (d,effnm)^
i i i i i
- Geeft aan hoever je nog van de verzadiging zit
- bij hogere temperaturen kan de lucht meer damp vasthouden
m
°verzadigingsgraad 𝜓 = m (QqkrREEU OrSTUjXTQRUX q's OXYtQZ'j'uj)
p
1.2.3 dauwpunt
°als vochtige lucht onder cte P afkoelt, stijgt 𝜑, maar blijft 𝜔 constant
°bij dalende T, daalt de capaciteit opnemen damp, op bepaald punt is hoeveelheid damp = capaciteit
Dauwpunt: verzadigingstemperatuur van water, corresponderend met dampdruk 𝑇ZP = 𝑇kQU@^O
1.2.4 specifiek volume
°v per kg droge lucht (1+ 𝜔 kg vochtige)=v droge lucht van 1 kg+v waterdamp in die kg vochtige lucht
, OH ` OH ` ) m
- 𝑣 = 0 · `] + 𝜔 · 0 · `] [𝑚z /𝑘𝑔] of 𝑣 = (0,089 · 𝑡Q + 22,4) · ‚fƒ + )„…
] x y x
1.2.5 specifieke warmte
°van droge lucht: 𝑐P,Q = 1,005 𝑘𝐽/(𝑘𝑔 · 𝐾) van waterdamp: 𝑐P,O = 1,82 𝑘𝐽/(𝑘𝑔 · 𝐾)
°van mengsel 1kg droge lucht en 𝜔 kg waterdamp: 𝑐P = 1,005 + 1,82𝜔 [kJ/kg·K]
1.2.6 specifieke enthalpie
°H = enthalpie van (𝑚Q + 𝑚O ) kg mengsel h = specifieke enthalpie voor (1 + 𝜔) kg mengsel
°als referentie vloeibaar water bij 0°C: ℎd = 0 𝑘𝐽/𝑘𝑔 en 𝐿O,d = 2501,3 𝑘𝐽/𝑘𝑔 water
(met 𝐿O,d de latente verdampingswarmte van water)
- ℎO (𝑇) = 𝐿O,d + 𝐶P,O (𝑇 − 𝑇d ) = 2501,3 + 1,82(𝑇 − 𝑇d ) [kJ/kg water]
°𝐿O,d om te verdampen en 𝐶P,O (𝑇 − 𝑇d ) om op temperatuur te brengen
°𝐻 = 𝐻Q + 𝐻O
• "
°ℎ = " = ℎQ + " \ ℎO = ℎQ + 𝜔ℎ [kJ/kg droge lucht]
] ]
°waar lijnen constante h samenvallen met constante T: ℎO (𝑇, 𝑙𝑎𝑔𝑒 𝑃) ≅ ℎj (𝑇) à ℎ = ℎQ + 𝜔ℎj
- ℎ = 𝑐P,Q (𝑇 − 𝑇d ) + 𝜔[𝐿O,d + 𝑐P,O (𝑇 − 𝑇d )]
à waarde van ℎO opzoeken in tabel en ℎj bij die T aflezen
1.2.7 drogebol- en natteboltemperatuur
Drogeboltemperatuur: gewone temperatuur 𝑇Zq = 𝑇Q
Natteboltemperatuur: T gerelateerd met vochtgehalte bepaald door adiabatisch verzadigingsproces
°ongesatureerde lucht door basin met water à wilt thermodynamisch evenwicht à gesatureerd
- 𝜙 wordt 100%, 𝜔 stijgt en T daalt omdat er E nodig is om het water te laten verdampen
- Door dalende T daalt capaciteit opnemen waterdamp en er komt waterdamp bij dus snel dp
1.2.7.1 massabalans
°massadebiet droge lucht is cte: 𝑚̇Q) = 𝑚̇Qf = 𝑚̇Q
°massadebiet waterdamp in lucht stijgt met de snelheid verdamping: 𝑚̇W) + 𝑚̇• = 𝑚̇Wf
- 𝑚̇Q 𝜔) + 𝑚̇• = 𝑚̇Q 𝜔f of 𝑚̇• = 𝑚̇Q (𝜔f − 𝜔) )
1.2.7.2 energiebalans
°𝐸̇'u = 𝐸̇rEU (𝑄̇ = 0 𝑒𝑛 𝑊̇ = 0) à 𝑚̇Q ℎ) + 𝑚̇• ℎ•f = 𝑚̇Q ℎf of 𝑚̇Q ℎ) + 𝑚̇Q (𝜔f − 𝜔) )ℎ•f = 𝑚̇Q ℎf
°Delen door 𝑚̇Q : ℎ) + (𝜔f − 𝜔) )ℎ•f = ℎf of š𝑐P,Q 𝑇) + 𝜔) ℎj) › + (𝜔f − 𝜔) )ℎ•f = š𝑐P,Q 𝑇f + 𝜔) ℎjf ›
Sœ,] (`• g`; )nm• Ti• d,eff^i•
- 𝜔) = Ti; gT7•
met 𝜔f = ^• g^i•
(𝜑f = 1)
1.2.8 psychrometrisch diagram en het mollierdiagram
°psychrometrische toestand van vochtige lucht volledig gekarakteriseerd als
2 Onafhankelijk intensieve eigenschappen gekend zijn
°voor verzadigde lucht zjn drogebolT, nattebolT en dauwpunt identiek
1.3 luchtbehandeling
1.3.1 luchtbehandelingsprocessen: stationaire stromingsprocessen
°elementaire processen: verwarmen, koelen, bevochtigen en ontvochtigen
°massabalans droge lucht: ∑ 𝑚̇Q,'uRQQU = ∑ 𝑚̇Q,E'URQQU [kg/s]
°massabalans water: ∑ 𝑚̇O,'uRQQU = ∑ 𝑚̇O,E'URQQU of ∑ 𝑚̇Q,'uRQQU 𝜔'uRQQU = ∑ 𝑚̇Q,E'URQQU 𝜔E'URQQU
°energiebalans: 𝑄̇'u + 𝑊̇'u + ∑ 𝑚̇'u ℎ'u = 𝑄̇E'U + 𝑊̇E'U + ∑ 𝑚̇E'U ℎE'U
1.3.2 verwarmen en koelen
, °geen verandering in 𝜔 wel in 𝜑 à horizontale lijn in psychrometrisch diagram
°bij hogere T, hogere capaciteit à relatief vochtgehalte daalt t.o.v. begintoestand
°massabalans: droge lucht: 𝑚̇Q; = 𝑚̇Q• = 𝑚̇Q water: 𝜔) = 𝜔f
°energiebalans: 𝑄̇ = 𝑚̇Q (ℎf − ℎ) ) of 𝑞 = ℎf − ℎ)
1.3.3 verwarmen met bevochtiging (ZIE VB SLIDE 39)
°door stoom vocht en temperatuur verhogen (𝑇f > 𝑇f )
°verstuiven van water à vochtgehalte stijgt en temperatuur daalt (𝑇z < 𝑇f )
1.3.4 koelen met ontvochtiging (ZIE VB SLIDE 41)
°ontvochtiging door koeling lucht tot onder dauwpunt
1.3.5 evaporatieve koeling
°als water verdampt latente verdampingswarmte onttrokken van omgeving
°lijnen constante natteboltemperatuur die ≈ 𝑠amenvallen met lijnen van constante enthalpie
°lucht komt binnen, water wordt verneveld à druppels verdampen en ontrekken E van lucht
1.3.6 mengen van luchtstromen (ZIE VB SLIDE 47)
°massabalans: droge lucht: 𝑚̇Q; + 𝑚̇Q• = 𝑚̇Q water: 𝜔) 𝑚̇Q; + 𝜔f 𝑚̇Q• = ℎz 𝑚̇Q¢
°energiebalans: ℎ) 𝑚̇Q; + ℎf 𝑚̇Q• = ℎz 𝑚̇Q¢
"̇]; m gm T gT
- "̇]•
= m• gm¢ = T• gT¢ = verhouding lijnstil 2-3 en 1-3
¢ ; ¢ ;
1.3.7 de natte koeltoren
°kan restwarmte afvoeren naar buitenlucht
- onttrekken latente warmte aan (koel)water als die in contact komt met buitenlucht
°bij natte koeltoren geen direct contact à er treedt verdamping op
Hoofdstuk 2: transportprocessen
2.2 fluïda in rust: hydrostatica
°hydrostatische wet: “in een onsamendrukbaar fluïdum in rust, dat alleen onderhevig is aan
De zwaartekracht, is in alle punten de piëzometrische hoogte dezelfde”
𝑦[𝑚]: 𝑝𝑙𝑎𝑎𝑡𝑠ℎ𝑜𝑜𝑔𝑡𝑒
2 ⎧ P
°𝑝) + 𝜌𝑔𝑦) = 𝑝f + 𝜌𝑔𝑦f = 𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 of ∆ ¨𝑦 + ª = 0
P [𝑚]: 𝑑𝑟𝑢𝑘ℎ𝑜𝑜𝑔𝑡𝑒
©j
©j
1 ⎨ P
⎩𝑦 + ©j [𝑚]: 𝑝𝑖ë𝑧𝑜𝑚𝑒𝑡𝑟𝑖𝑠𝑐ℎ𝑒 ℎ𝑜𝑜𝑔𝑡𝑒
2 2
°∆ = verschiloperator ´∆𝑋 = 𝑋f − 𝑋) ¶
1 1
2.3 fluïda in beweging: hydrodynamica
)
°vergelijking van bernouilli: -drukvorm: 𝑝 + f 𝜌𝑉 f + 𝜌𝑔𝑦 = 𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡
P O•
-hoogtevorm: ©j + fj + 𝑦 = 𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡
- niet bruikbaar voor reële systemen
2.4 vloeistoftransport in reële systemen