100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Ontwikkelingspsychologie samenvatting €5,39   In winkelwagen

Samenvatting

Ontwikkelingspsychologie samenvatting

 13 keer bekeken  1 keer verkocht

De slides en het boek zijn volledig verwerkt in deze samenvatting. 1ste bachelor KUL.

Voorbeeld 6 van de 131  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1, 3, 5, 6, 7, 8, 9
  • 7 mei 2021
  • 131
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (30)
avatar-seller
babetteandries
Hoofdstuk 1: Geschiedenis, Theorie en
Onderzoeksmethoden
1. Een wetenschappelijk, toegepast en interdisciplinair veld

Bestuderen van stabiliteit en verandering over de levensloop
Ook ontstaan door sociale druk om het leven van de mens te verbeteren
VB:
 begin van publieke educatie  druk om te weten hoe dit het beste moest
 interesse van de medische professies
 sociale beroepen die willen weten hoe ze het best mensen behandelen
 ouders vroegen erachter
Het domein is:

 Wetenschappelijk
 Toegepast
 Interdisciplinair:
Samenwerken met andere takken van de wetenschap voor vooruitgang

2. Basis problemen
Tot de late negentiende en vroege twintigste eeuw
Late volwassenheid: vanaf de 60’s en 70’s
Een theorie = een ordelijk, geïntegreerde set van uitspraken dat beschrijven, verklaren en voorspellen
 hangt af van wetenschappelijke verificatie
 geen enkele theorie heeft alle aspecten van de mens al kunnen uitleggen: fysiek, emotioneel en sociaal
Een geordend en samenhangend geheel van uitspraken dat gedrag:

1. Beschrijft
2. Verklaart
3. Voorspelt

VB: gehechtsheidstheorie

alle kinderen hebben de neiging om een nauwe band met de verzorgende persoon te creëren

Theorieën zijn belangrijk:

 Begrijpen (richting en betekenis geven aan wat we zien)
 Basis voor praktijk (weten wat te doen om ontwikkeling te verbeteren)

MAAR behoefte aan wetenschappelijke bevestigingen!

Theorieën zijn ook beïnvloed door de culturele waarden en geloof systemen van de tijden

,Is ontwikkeling continu of discontinu?
Hoe kunnen we de verschillen in capaciteiten het best beschrijven bij kinderen?

Continu: geleidelijk uitbreiden van dezelfde soort vaardigheden

 VB: Marie kon langere stukken en moeilijkere stukken spelen maar haar kijk bleef wel hetzelfde (ze kon als
baby even goed melodieën categoriseren en onthouden) , ze bleef een melodie herkennen als baby even
goed als een volwassen persoon, haar skills werden geleidelijk aan beter

Discontinu: op elke trap blijft de persoon op hetzelfde niveau, tot die persoon een trap omhoog gaat en de wereld
weer op een andere manier zal zien

 stadia: kwalitatieve veranderingen in denken en doen, kenmerkend voor bepaalde perioden
 de verandering is plots en snel, elke treden is anders
 VB: in de verschillende fasen heeft ze nieuwe manieren en een andere kijk op pianospelen



Is er één verloop van de ontwikkeling of meerdere?
Vroeger: aanhangers van stadia-theorieën: iedereen doorloopt dezelfde sequentie van ontwikkeling
Nu: meerdere vormen van ontwikkeling mogelijk door contexten
 Contexten: unieke combinaties van
 Persoonskenmerken
 Omgevingskenmerken
Kunnen leiden tot verschillende trajecten van ontwikkeling
VB: verlegen kinderen  Moeder overbeschermd
 Wederzijdse invloedrijke relaties


Wat is de relatieve invloed van erfelijkheid en omgeving?
Erfelijkheid

 Erfelijke informatie
 Meegekregen van ouders bij bevruchting

Omgeving

 Fysische en sociale factoren
 Beïnvloedt biologische en psychologische ontwikkeling

Stabiliteit ( = behouden van relatieve positie)

 Erfelijkheid
 Levenslange patronen door vroege ervaringen (omgeving/nurture)
 Vroege negatieve ervaringen, kunnen niet overwonnen worden door latere positieve ervaringen
VB: van jonge leeftijd al last van angst, dit zal hoogst waarschijnlijk blijven

Plasticiteit ( = verandering is mogelijk)

 Ontwikkeling open voor levenslange verandering
 Verandering gebaseerd op belangrijke ervaringen

Hun antwoorden variëren over verschillende domeinen van ontwikkeling

KLEMTOON ALTIJD ANDERS  ze vullen elkaar aan

Dynamische systeembenadering : ontwikkeling gezien als dynamisch systeem

,3. Het levensloopperspectief op de ontwikkeling
Ontwikkeling is een proces dat altijd verder gaat

Van bevruchting tot overlijden
Het heeft universele kenmerken maar ook persoonlijke kenmerken
Eerste helft van de 20e eeuw: het werd verondersteld dat ontwikkeling stopte bij de adolescentie
 het veranderende karakter van de Noord-Amerikaanse bevolking heeft hun ogen geopend
Door de verbetering van nutrition, medische kennis,.. is de levens verwachting vergroot, ouderen worden ook
gezonder


Ontwikkeling is:

 Levenslang
 Verandering in elke fase kan even veel impact hebben op het verdere leven
 Fysieke, cognitieve en emotionele/sociale verandering (ze overlappen vaak)
 Elke fasen heeft eigen agenda, benodigdheden en kansen
 Multi-dimensioneel en veelvormig
 Blend van psychologische, biologische en sociale krachten (dimensies)
 Multi-directioneel:
1. Niet altijd vooruitgang in alle domeinen
VB: passie voor muziek en wiskunde, meer aandacht voor muziek dus minder grote
vooruitgang in wiskunde
2. Niet altijd vooruitgang in 1 domein
 Plastisch
 Beïnvloed door vele krachten, in interactie met elkaar
 Leeftijdsgebonden (normatief):
 voorspelbaar
 biologisch of sociaal (vb: rijbewijs)
 VB: kind kan lopen op 1 jaar
 Gebonden aan geschiedenis (cohort en normatief) VB: WO2, technologie
 Niet-normatief (persoonlijk)

Verschillende fasen:

Prenataal Bevruchting tot geboorte
Baby en peuter Geboorte tot 2 jaar
Vroege kindertijd 2 – 6 jaar
Midden-kindertijd 6 – 11 jaar
Adolescentie 11 – 18 jaar
Vroege volwassenheid 18 – 40 jaar
Midden volwassenheid 40 – 65 jaar
Late volwassenheid 65 jaar – overlijden


Domein Veranderingen in
Fysiek Lichaamslengte, onderlinge verhoudingen, uitzicht, functioneren van
lichaamssystemen, perceptuele en motorische capaciteiten, gezondheid
Cognitief Intellectuele capaciteiten (aandacht, taal, geheugen, kennis)
Emotioneel Emotionele communicatie, zelf-inzicht, kennis over anderen, interpersoonlijke
en sociaal vaardigheden, relaties, en moreel redeneren en moreel gedrag

,Levensloop visie

drie bomen, drie verschillende bomen
verschillende keuzes VB: specialiseren in wiskunde (de takken)
hoe hoger in de boom, hoe harder de takken verweven geraken
VB: kanker hebben (fysiek) heeft ook een effect op je emotionele toestand



4. De belangrijkste vroege invloeden op het wetenschappelijk
onderzoek over de ontwikkeling
Darwin: evolutietheorie
Principes van natuurlijke selectie en overleven van de sterkste
Vroege prenatale ontwikkeling is strikt hetzelfde in vele species
Natuurlijke selectie:

Soorten hebben kenmerken die aangepast zijn aan de omgeving

Overleven van de sterkste:

De individuen die best aangepast zijn aan hun omgeving overleven en planten zich voort
Hun genen worden doorgegeven aan latere generaties

Normatieve benadering (Hall en Gesell)
Hall: uitvinder van de child study movement

Ontwikkeling als rijpingsproces: een genetisch bepaalde serie van gebeurtenissen die zicht automatisch ontvouwen (
zoals een bloem )

Normatieve benadering: leeftijdsgebonden gemiddelden uit grote studies bij kinderen = typische ontwikkeling

Syllabus over altruïsme: juffen bestudeerden de kinderen op de school

Gesell:
ontwikkeling van beweging van kinderen (wanneer beginnen kruipen bij alle kinderen dezelfde)
informeerde ouders over de evolutionaire stappen bij baby’s

Binet en Simon: Test beweging
Ook een normatieve benadering
Eerste intelligentie-test (Stanford-Binet intelligence Scale): leidde tot belangstelling voor individuele verschillen in
ontwikkeling

5. Belangrijke theorieën van in het midden van de 20e eeuw
Psycho-analytische benadering (Freud en Erikson)
Klemtoon op unieke levensgeschiedenis van het individu
Visie = kinderen gaan door reeks stadia waarin conflicten tussen biologische driften en sociale verwachtingen
voorkomen
 Hoe mensen hiermee omgaan bepaalt hoe de persoon leert, omgaat met anderen en om te gaan met angst
Psychoseksuele theorie (Freud) = hoe ouders omgaan met impulsen van kinderen in eerste levensjaren bepaalt
ontwikkeling persoonlijkheid
Relaties tussen 3 aspecten (id, ego, superego) bepalen basispersoonlijkheid individu

, Id Ruimte aspect
Onbewust, aanwezig bij de geboorte
Biologische behoeften en verlangens
Ego Bewuste, rationele aspecten
Ontstaat in de vroege kindertijd
Impulsen van id in aanvaardbare richtingen gestuurd
supereg Het geweten
o Ontwikkelt tussen 3 en 6 jaar door interacties met verzorgers
 verhouding moet goed zitten!


Oraal Geboorte – 1 jaar
Anaal 1 – 3 jaar
Fallisch 3 – 6 jaar Oedipus Electra
Latentie 6 – 11 jaar
Genitaal Adolescentie


 Aandacht verschillende lichaamszones
Correcte hoeveelheid bevrediging
Kritiek op Freud:
 Te grote klemtoon op rol seksuele gevoelens in ontwikkeling
 Theorie is cultuur-specifiek (Victoriaanse maatschappij, 19 e eeuw)
 Geen onderzoek bij kinderen

, Erikson: psychosociale theorie
Voegde 3 nieuwe stadia bij
Ego bemiddelt niet alleen
Ego is ook positieve kracht in ontwikkeling
 Maakt attitudes en skills aan
Basisconflict in ieder stadium: twee polen (positief/negatief)
Vetrouwen vs wantrouwen Geboorte – 1 jaar
VB: mama voedt niet goed,..
Autonomie vs schaamte/twijfel 1 – 3 jaar
VB: zelf op het potje leren gaan
VB: kind kan nog niet op het potje gaan maar je
verplicht het kind
Initiatief vs schuld 3 – 6 jaar
Superego ontwikkelt  teveel: schuld
Vlijt vs minderwaardigheid 6 – 12 jaar
VB: andere kinderen kunnen al vlot lezen en jij
niet
Identiteit vs verwarring Adolescentie
VB: je weet heel goed wat je gaat studeren
Intimiteit vs isolement Vroege volwassenheid
Welzijn van je partner nastreven
Generativiteit vs stagnatie Midden-volwassenheid
VB: kinderen hebben/jongeren in je bedrijf
opleiden
VB: ik heb niets om door te geven
Intergriteit vs wanhoop Late volwassenheid


Invloed van culturele context!! (vb: Yurok Indianen)
 Voedde de baby’s een dunne soep
 Wanneer ze 6 maand zijn, worden ze gescheiden van de moeder
 De cultuur at veel zalm, maar was moeilijk te vinden en onvoorspelbaar
 De cultuur wilt de baby’s dus van jongs af aan voorbereiden
VOORDELEN Freud en Erikson
 Unieke levensgeschiedenis
 belang voor klinische methode of gevalsstudie
 Inspireerde onderzoek over vele aspecten emotionele/sociale ontwikkeling
NADELEN
 Weinig aandacht andere methodes dus geïsoleerd
 Vele ideeën te vaag om te onderzoeken

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper babetteandries. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,39  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen