Pedagogie seminaries 2020-2021 Mart Gerits
SEMINARIE 14: VRIJE TIJD
Lesdoelen:
• Je kan vrije tijd historisch kaderen
• Je kan het hedendaags doel van vrije tijd toelichten
• Je kan belangrijke aspecten benoemen die vrije tijd verschillend maken voor kind en jongere
• Je kan een gepast vrijetijdsaanbod uitzoeken voor een gegeven casus
• Je kan adviezen uitreiken om binnen een context ondersteuning op maat aan te bieden
• Je kan kritisch reflecteren over vrije tijd en participatief werken in het werkveld
1. HISTORISCHE EVOLUTIE
Het onderwerp “vrije tijd” krijgt meer aandacht in onze maatschappij in vergelijking met een halve
eeuw geleden.
Vrije tijd is een jong begrip. Tot 19de eeuw enkel voorbehouden voor de elite, de kleine bovenlaag
van de samenleving. Zij konden profiteren van de arbeid van anderen en zich ‘vrij’ stellen van
activiteiten die nodig waren om te overleven.
Maatschappelijke positie van kinderen veranderde in helft 19de eeuw en er werd meer belang
gehecht aan de ‘kindertijd’ als aparte levensfase.
Mijlpaal: Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) met het recht op vrije tijd.
Artikel 31 van het Kinderrechtenverdrag.
• Elk kind heeft recht op vrije tijd, rust en ontspanning. De overheid moet het aanbod van
degelijke en gelijke kansen voor culturele, artistieke, recreatieve en vrijetijdsactiviteiten
aanmoedigen. (UNICEF, 2004, p4)
• Vooral de participatiegedachte staat centraal in de vrijetijdsbesteding van kinderen en
jongeren : focus op empowerment, emancipatie en participatie (actieve burger worden)
Cf pedagogie OF1: pedagogisering en professionalisering
• Terreinen pedagogisering: gezin als eerste opvoedingsmilieu, school als tweede
opvoedingsmilieu en vrije tijd als derde ruimte
• Visie op vrije tijd: kinderen en jongeren moeten mogelijkheden krijgen tot ontplooiing
• Focus van beleid op georganiseerde vrijetijdsbesteding (jeugd- en sportverenigingen)
vanwege positieve effecten (zie verder)
o Algemeen maatschappelijke tendensen op macro-niveau:
§ Verschuivingen in ons tijdsgebruik zijn courant: de flexibilisering van
werktijden, arbeidsduurvermindering of nieuwe mogelijkheden op het vlak
van vrijetijdsbesteding
§ Ook maatschappelijke processen waaronder vergrijzing, individualisering en
digitalisering oefenen een sterke invloed uit op ons tijdsbestedingspatroon
2. DE VRIJETIJDSINVULLING VOOR KINDEREN EN JONGEREN
Formeel vrijetijdsaanbod: georganiseerde vrijetijdsactiviteiten
Informeel vrijetijdsaanbod: alle vrije tijd buiten het georganiseerde aanbod
Je vindt zowel in het formele als in het informele aanbod diverse activiteiten:
• Sport: sportclubs, bewegingsinitiatieven, circusschool, ...
• Cultuur: muziekscholen, toneelverenigingen, museumbezoek, concerten, lezen, bioscoop, ...
• Jeugdwerk: jeugdbewegingen, jeugdkampen, speelpleinwerking, vakantiekampen, ...
1
,Pedagogie seminaries 2020-2021 Mart Gerits
2.1 BELANG VAN VRIJE TIJD
Belangrijke factor in normale ontwikkeling van elk(e) kind/jongere :
• Oefenen van sociale vaardigheden
• Zelfbeeld en identiteitsontwikkeling: eigenwaarde, vertrouwen en competentie (cf circle of
courage HC20 sem 2, HC9 diverse werkvormen sem1)
• Effect op weerbaarheid, veerkracht en steunbronnen
• Leerschool om te experimenteren, kansen te krijgen tot zelfontplooiing
• Gezonde, evenwichtige groei tot volwassenheid: onderdelen die behoren tot de normaliteit
zijn onderwijs, gezondheid, sociaal netwerk en vrijetijdsbesteding
• Goede vrijetijdsbesteding zorgt voor betere schoolprestaties en verminderd probleemgedrag
(Huizinga, 2012)
• Actieve deelname aan samenleving
(niet exhaustief)
2.1.1 ICF: CLASSIFICATIEMODEL VAN HET MENSELIJK FUNCTIONEREN (CF PEDAGOGIE
OF2 SEM1)
3. VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN/JONGEREN DIE INVLOED HEBBEN OP
VRIJETIJDSBESTEDING
• Sociale klasse
• Afkomst
• Geslacht
• Leeftijd
• Onderwijsvorm
• Residentiële setting
• Bijzondere doelgroepen
3.1 SOCIALE KLASSE
Onderwijsniveau ouders en sociaal-economische klasse hebben invloed op maatschappelijke
participatie van kinderen
Hogere sociale klassen: kinderen nemen meer deel aan georganiseerd vrijetijdsaanbod
2
, Pedagogie seminaries 2020-2021 Mart Gerits
Lagere sociale klassen: vrije tijd meer in het informeel aanbod
à Ongelijke toegang tot georganiseerd vrijetijdsaanbod
à Vrijetijdsstress of tijdstekort: tendens in hogere sociale klasse in onze maatschappij
3.2 AFKOMST
Jongeren met migratieachtergrond zijn ondervertegenwoordigd in het georganiseerd aanbod
Zwakkere maatschappelijke positie van allochtonen
Allochtonen gaan wel veel sporten, maar niet in clubverband
Allochtone families vaak meer gericht op vrije tijd binnen eigen familie-en vriendenkring
3.3 GESLACHT
Meisjes
• Zijn meer actief in sociale en culturele verenigingen
• Besteden meer vrije tijd thuis door en helpen mee in huishouden (creatieve hobby’s en
thuisactiviteiten)
• Spenderen meer tijd aan familieleden
Jongens
• Meer lid van sportverenigingen
• Doen vaker buitenhuisactiviteiten
3.4 LEEFTIJD
Vrijetijdsbesteding verschilt doorheen de levensloop In adolescentenperiode meer een sociaal
gebeuren
Bij ouder worden blijken ongeorganiseerde activiteiten een grotere rol te gaan spelen
(vriendenkring)
Drop-out in jeugd- en sportverenigingen neemt toe vanaf secundaire school
3.5 ONDERWIJSVORM
Ook groot effect op maatschappelijke participatie
Studierichting is in grote mate bepalend voor dagelijkse vrijetijdsruimte
Lln. uit Bso en Tso beschikken over meer vrije tijd dan leeftijdsgenoten uit Aso, maar toch lagere
deelname aan georganiseerde vrijetijdsactiviteiten. Maken meer gebruik van commerciële aanbod
(café’s, bioscoop, ...)
3.6 RESIDENTIËLE SETTING
Plaatsing is boeten op vrije tijd en vrijetijdsbesteding: belemmering in het ‘gewone’ leven.
Praktische of financiële belemmeringen binnen leefgroep
Ook vaak gebruik van sociale media of ‘uitgaansleven’ wordt gereduceerd
Vrije tijd binnen een ‘onvrije context’: afhankelijk van de voorziening, ook vaak controle hierop
3