100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs H2 t/m 5 €5,09   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs H2 t/m 5

5 beoordelingen
 283 keer bekeken  49 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs, H2 t/m H5. Heb met deze samenvatting een 6,8 gehaald.

Voorbeeld 3 van de 30  pagina's

  • Nee
  • H2 t/m 5
  • 2 juli 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Samenvatting

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: juststarreveld • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lisakappert1 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lynetgrootbeumer • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: maartenbuist1 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: afeenstra • 2 jaar geleden

avatar-seller
Ontwikkelingspsychologie
H2, ontwikkelingspsychologie

2.2 Hoe leer je kinderen kennen
2.2.1 Observatie
Wanneer je een kind observeert, geeft dat informatie over het kind of wat er in de groep
gebeurt. Observeren heeft vaak ook een doel, en is dus anders dan ‘even opletten’.
De letterlijke definitie van observeren is: het doelgericht en systematisch waarnemen van
gedragingen en uitingen van één of meerdere personen van een gebeurtenis, met de
bedoeling om wat je ziet samen te vatten.
Observaties hebben twee verschillende voorwaarden:
• Gericht en doelbewust
• Zo objectief mogelijk zijn

Er zijn ook verschillende observatiemethoden:
• Longitudinale observatie (is over een langere periode)
• Cross-sectional observatie (verschillende kinderen op hetzelfde tijdstip geobserveerd,
ontwikkeling in leeftijd)
• Transversale observatie (verschillende leeftijden op hetzelfde moment geobserveerd)

2.2.2 Het sociogram
Het sociogram geeft informatie over verhoudingen binnen een groep. (Tabel waarin kinderen
2 namen per vraag mogen invullen – eerste en tweede keuze of welke juist wel en welke juist
niet)
Dit kan op basis van vriendschap zijn (naast wie zit je graag) of op basis van samenwerking.

2.2.3 Gesprek
Carl Rogers noemt een aantal voorwaarden voor een goed gesprek:
• Congruentie; de leerkracht is oprecht en zegt geen dingen die hij niet meent of voelt.
• Empathie; de leerkracht kan zich inleven in de belevingswereld van het kind.
• Positieve blik; de leerkracht moet het kind aanvaarden zoals hij is.

Communicatievoorwaarden zijn manieren om warmte, respect en belangstelling te tonen,
bijvoorbeeld; gelijke ooghoogte, niet staren, goed oogcontact, praten en spelen combineren
etc.

Metacommunicatie (de basisregels bij een gesprek zijn belangrijk) – communicatie over
communicatievoorwaarden waarin het doel duidelijk wordt gemaakt.

2.2.4 Toets en test
Formatieve toetsen zijn vaak diagnostische toetsen die deel uitmaken van een leerproces, om
te kijken hoe een leerling ervoor staat (zit geen cijfer aan gekoppeld).
Summatieve toetsen zijn bedoeld om de kennis en vaardigheden van een kind te meten, wat
meetelt voor een beoordeling (met cijfer).

,2.3 Begrippen uit de ontwikkelingspsychologie
2.3.1 Leefwereld
De diversiteit in een groep heeft te maken met verschillen in aanleg, maar ook verschillen in
de leefwereld;
• Het gezin en de buurt waarin de kinderen wonen (+vriendjes en vriendinnetjes)
• Verschillen die in de klas zichtbaar zijn, zijn verschillen in taal (dialect, allochtoon) en
samenstelling van het gezin (1 of 2 ouders etc.)
• En woonomstandigheden (verschillen in inkomen, cultuur etc.)

2.3.2 Belevingswereld
Belevingswereld = de wijze waarop kinderen hun leefwereld ervaren.
Nu zijn we in het onderwijs al snel geneigd ontwikkelingsstereotiep te denken (vooroordelen);
we plakken een leeftijdsgroep dan al snel een etiket op.
- Kleuters; animisme, egocentrisme, gerichtheid op aanschouwelijke wereld.
- Middenbouw; scheiding van fantasie en werkelijkheid, meer ordening en structuur.
- Bovenbouw; hang naar realiteit staat voorop, inzicht in sociale relaties neemt toe, abstract
redeneren en eigen mening vormen.

2.3.3 Klassieke ontwikkelingspsychologie
Volgens Piaget is er een eindstadium van ontwikkeling. Bij de klassieke
ontwikkelingspsychologie gaat er van uit dat er een eindpunt van ontwikkeling is.
Er zijn drie factoren van belang voor de ontwikkeling van de mens:
1. Chronologische leeftijd: op een bepaalde leeftijd mag je bepaalde gedragingen en
veranderingen verwachten;
2. Biologische leeftijd: de menselijke ontwikkeling wordt min of meer bepaald door
fysieke factoren;
3. Sociale context: uitgangspunt is dat de ontwikkeling bepaald wordt door invloeden
van de omgeving.

2.3.4 Levenslooppsychologie
Ieder mens maakt een individuele levensloop door. De levenslooppsychologie heeft ervoor
gezorgd dat we anders zijn gaan kijken naar de kinderlijke ontwikkeling. In deze benadering
wordt veel meer aandacht besteed aan de interactie tussen kinderen en hun omgeving en de
impact daarvan. Er wordt dus niet enkel gekeken naar wat er zich bij het kind van binnenuit
ontwikkelt, maar wat dóór het kind wordt ontwikkeld in relatie met zijn omgeving.

2.3.5 Ontwikkeling – ervaring – rijping
Er bestaat een globaal ontwikkelingspatroon, alleen verschilt het tempo per kind.
Nature-nurturetegenstelling:
- Nature; de nadruk wordt gelegd op de biologische ontwikkeling, aanleg en de genen. (Het
kind ontwikkelt vanzelf)
- Nurture; de nadruk wordt gelegd op de omstandigheden waarin het kind opgroeit
(ontwikkeling van rijping).
De mens komt ter wereld als een onbeschreven blad (tabula rasa) dat na de geboorte
ingevuld gaat worden.

, Wie je bent en wat je wordt, is dus volledig afhankelijk van de omstandigheden (behaviorisme
- beloning en straf). Bekende vertegenwoordigers van het behaviorisme zijn Skinner en
Pavlov. De methode met beloning en straf noemt men conditionering.
En ook interactie is een belangrijk aspect van de ontwikkeling.

Naast de aanleg van het kind en omgevingsfactoren, kan als bepalend voor de ontwikkeling
van het kind de rijping van het centrale zenuwstelsel genoemd worden. De ontwikkeling van
de hersenen gebeurt vanuit interactie. Ontwikkeling is dus niet alleen ene kwestie van
ervaring, maar ook van rijping. Beide spelen in een wisselwerking met elkaar een grote rol.

2.3.6 De ecologische benadering
Bronfenbrenner, de grondlegger van de ecologische pedagogiek leverde een duidelijke
bijdrage aan de ontwikkelingspsychologie. De ecologische pedagogiek gaat uit van interacties
van mensen met hun omgeving.
Bronfenbrenner stelt dat de mens een gemeenschapswezen is dat door zijn gedrag reageert
op wat er in zijn omgeving gebeurt.
Hierbij is het goed om onderscheid te maken tussen:
§ Processen die te maken hebben met rechtstreekse interacties van een kind met zijn
directe omgeving (gezin, buurt, vriendjes); en
§ Factoren die verder van het kind af liggen (werkeloosheid, onderwijsbeleid)

Uiteraard moeten de directe interacties zo vormgegeven worden dat ze maximaal aansluiten
bij de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Hoe intenser en directer de interactie, hoe
groter de ontwikkelingskansen.

Volgens Bronfenbrenner is de opvoeder een van de belangrijkste factoren voor de kwaliteit
van interacties. Het komt erop neer om in de directe interacties met kinderen een juiste
afstemming te vinden tussen alle componenten van het ecologische systeem waar het kind
deel van uitmaakt. Om de ontwikkeling te bevorderen, moet de opvoeder letten op:
§ De activiteit van het kind: niet alleen wát het doet, maar ook vooral hóe het kind iets
doet.
§ De interacties van het kind. De opvoeder en het kind moeten positief op elkaar
reageren.
§ De rol van het zich ontwikkelde kind in interacties. Ontwikkeling wordt bevorderd als
er sprake is van interacties in verschillende rollen. Ene keer speelt het kind de
winkelier, andere keer de klant.

2.3.7 De narratieve benadering
In onderzoek naar lerarengedrag zijn er verschillende studies die het belang van het ‘denken’
van leerkrachten en hun professionele knowhow in narratieve (verhalende) vorm aantonen.
Dit persoonlijk denken en deze persoonlijke ervaringen blijven een grote rol spelen bij het
nemen van beslissingen en het maken van keuzes door de leerkracht (narratief-biografisch
perspectief).
Kelchtermans brengt met zijn narratief-biografisch perspectief op de professionele
ontwikkeling verschillende lijnen samen. Hij stelt dat in het levenslange leerproces van de
professionele ontwikkeling zich met name de individuele levensgeschiedenis weerspiegelt;
wat mensen nu doen en denken is gekleurd door hun ervaringen uit het verleden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentkpz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,09  49x  verkocht
  • (5)
  Kopen