Charlotte Wauters
ONTWIKKELINGS EN GEDRAGSSTOORNISSEN :
PSYCHOLOGISCHE DIAGNOSTIEK
AANDACHTSDEFICIËNTIE-/HYPERACTIVITEITSSTOONIS (ADHD) – DEEL 1
SYLLABUS
• Batstra, L., Nieweg, E. H., Pijl, S., Van Tol, D. G., & Hadders-Algra, M. (2014). Childhood ADHD: A stepped
diagnosis approach. Journal of Psychiatric Practice, 20, 169-177
• Johnson, K. A., Wiersema, J. R., & Kuntsi, J. (2009). What would Karl Popper say? Are current psychological
theories of ADHD falsifiable? Behavioral and Brain Functions, 5, 1-11
• Posner, J., Polanczyk, G. V., & Sonuga-Barke, E. (2020). Attention-deficit hyperactivity disorder. The Lancet, 395
(10222), 450-462
• Kooij, J.J.S. et al. (2018). Updated European Consensus Statement on diagnosis and treatment of adult ADHD.
European Psychiatry, 16, 14-34
ADHD VOLGENS DSM5 MOET VOLDOEN AAN CRITERIA A B C D EN E
• A. Een persisterend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat interfereert met het
functioneren of de ontwikkeling, zoals gekenmerkt door (1) en/of (2): (Je moet kijken dat er toch een
persisterend patroon is van onoplettendheid en of hyperactiviteit. Je hoeft niet op beide domeinen te scoren.
Het is anders dan ASS. Het kind moet hier beide domeinen symptomen laten zien. Dat is hier anders.)
o (1) Onoplettendheid: 6 of meer van de volgende symptomen vereist (5 vanaf 17 jaar) (grenswaarde
van 6 is gebaseerd o normen bij kinderen en dat is te restrictief voor volwassenen, omdat ze een ander
beeld laten zien met minder symptomen) , gedurende minstens 6 maanden, niet consistent met
ontwikkelingsniveau en met negatieve invloed op sociale en schoolse of beroepsmatige activiteiten.
§ Slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in
schoolwerk, op het werk of gedurende andere activiteiten. Kijkt over details en levert slordig
werk af.
§ Heeft vaak moeite om aandacht bij taken of spelactiviteiten te houden. Moeilijk om
geconcentreerd te blijven.
§ Lijkt vaak niet te luisteren als hij of zij direct wordt aangesproken. Het is niet als verzet maar
je ziet dat ze vaak gewoon niet reageert, vaak met de aandacht ergens anders.
§ Volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er dikwijls niet in om schoolwerk, karweitjes of
taken op het werk af te maken. Begint vaak heel enthousiast aan een taak maar krijgt ze niet
afgewerkt.
§ Heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten. Vergeet ook deadlines, …
§ Vermijdt vaak om, heeft een afkeer van, of is onwillig om zich bezig te houden met taken die
een langdurige geestelijke inspanning vereisen. Denk aan schoolopdrachten of huiswerken, …
§ Raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of activiteiten. Denk aan materiaal voor
school, sleutels, portemonnee, …
§ Wordt gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels. Is vaak zo bij kinderen maar bij
adolescenten en volwassenen kan het ook vaak over eigen gedachten gaan (mindwondering)
§ Is vaak vergeetachtig tijdens dagelijkse bezigheden. Afspraken nakomen, …
,Charlotte Wauters
o (2) Hyperactiviteit / impulsiviteit: 6 of meer symptomen vereist (5 of meer vanaf 17 jaar), gedurende
minstens 6 maanden, niet consistent met ontwikkelingsniveau en met negatieve invloed op sociale en
schoolse of beroepsmatige activiteiten
§ Beweegt vaak onrustig met handen of voeten of draait in zijn of haar stoel.
§ Staat vaak op in situaties waar verwacht wordt dat je op je plaats blijft zitten
§ Rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (kan ook enkel rusteloos
voelen zijn bij adolescenten en volwassenen)
§ Kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten. Bij
volwassenen is dit innerlijk onrustig zijn.
§ Is vaak "in de weer" of "draaft maar door"
§ Praat vaak excessief veel
§ Gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vraag afgemaakt is
§ Heeft vaak moeite op zijn of haar beurt te wachten
§ Stoort vaak anderen of dringt zich op
è (relatief t.o.v. anderen in dezelfde context). Hoe is het bij iemand van dezelfde leeftijd, in
dezelfde context, … soms is het leeftijdsgebonden, geslachtsgebonden, … jongere kinderen
zijn sowieso drukker, …
• B. Verscheiden symptomen aanwezig voor 12 jaar. Vroeger was het 7 jaar maar moet rekening gehouden
worden met dat ook op latere leeftijd er diagnoses kunnen gesteld worden.
• C. Ten minste 2 terreinen (bijv. op school of werk, met vrienden of gezinsleden, tijdens andere activiteiten.
Pervasiviteitscriteria.
• D. Interferentie met, of daling van de kwaliteit van sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren.
Impermentcriteria.
• E. NIET veroorzaakt door: schizofrenie of andere psychotische stoornis, niet beter verklaard door een andere
psychische stoornis. Differentiaaldiagnostisch onderzoek belangrijk.
DSM 5 ADHD SPECIFIERS
• Specificeer wat voor beeld je ziet. Vroeger zei men subtype maar nu noemt men dat beelden.
o Gecombineerd beeld. Iemnand moet minstens 6 of 5 (ouder 17) van beide symtoomclusters laten
zien.
o Overwegend onoplettend beeld. Wel op het gebied van onoplettendheid maar niet hyperactief
impuslief
o Overwegend hyperactief-impulsief beeld. Wel hyperactief impuslief maar niet onoplettend.
è Waarom over beelden en niet subtype? Omdat men duidelijk liet zien dat het niet stabiel is. We zien
op elke leeftijd een andere relatieve proportie. Kleuter voor hyperactief impulsief, lagere school
onoplottende, .. bij eenzelfde kind kan het beeld veranderen in de loop van de ontwikkeling. Meerderheid
van de kinderenblijft wel problemen ondervinden in hun latere leven door hun ADHD
• Specificeer:
o Gedeeltelijk in remissie. Als er aanvankelijk aan alle criteria is voldaan maar de afgelopen 6 maanden
zien we minder symptomen en wordt er niet voldaan aan alle criteria. Maar symtomen brengen nog
steeds beperking aan in sociale of beroepsmatige functioneren.
• Specificeer:
o Licht. Wanneer er niet of nauwelijks meer symtomen laten zien worden dan vereist worden en slecht
slichte beperkingen. Licht imperment.
o Matig. Wat er tussenin zit. Symptomen en beperkingen tussen licht en ernstig aanwezig.
o Ernstig. Als er veel meer symtomen dan vereist zijn en leiden tot zeer duidelijke beperkingen in
sociaal of beroepsmatige vlak.
,Charlotte Wauters
ADHD +
• Comorbiditeiten (50-90%). Vaker wel dan niet. Het is de meerderheid van de personen met ADHD hebben
bijkomend een andere stoornis, aandoening of probleem of typ waar aandacht aan moet besteed worden.
o Gedragsstoornissen: ODD en CD
o Angststoornis
o Bipolaire stoornis. Psychische aandoening met manische en depresieve periodes onderbroken door
stabeiele periodes. Kan wat je nu ziet bij een periode niet gezien worden als manisch? Kan ook samen
voorkomen.
o Depressie. Zeker bij volwassenen met ADHD.
o Middelenmisbruik. Meer voorkomen bij volwassenen
o Tourette. Tickstoornis.
o Leerstoornissen.
o Spraak- en taalstoornissen
o Motorische coördinatieproblemen/ DCD.
o ASS of ASS kenmerken. Niet mss helemaal voldoen aan diagnose van ASS maar wel veel symptomen.
o Slaapproblemen. Wat vervolgens een effect heeft op de concentratie de volgende dag.
o …………..
• Neg. impact (ook langere termijn) op verschillende domeinen in het leven. Je mag er zeker niet simpel denken
over ADHD. Je ziet dat er veel problemen kunnen ontstaan die samen hangen met hun diagnose.
o School & werk
§ Onderpresteren, te laat komen, moeite organiseren, baanverlies en vaker wisselen van baan
o Sociale problemen zoals conflicten op school, …
o Roekeloosheid
o Ongelukken, brillen kwijt geraken, ..
o Relatieproblemen. Huwelijksdisatisfactie, meer scheidingen, …
o Sterke emotieschommelingen
o Verslavingen. Niet altijd maar kan voorkomen dat mensen met ADHD verslaafd zijn. Denk ook aan
gaming bij kinderen.
o Laag zelfbeeld. Ze hebben temaken met veel faalervaringen wat lijdt tot een laag zelfbeeld.
o Delinquent gedrag. Meer in aanraking met justitie door impuslief gedrag.
o Lagere levensverwachting. Ze zouden significant lager zijn voor personen met ADHD. Autoongelukken
speelt hier ook een belangrijke rol.
o ….. ADHD altijd serieus nemen.
MAAR OOK :
• Flexibel denken, creatief, inventief
• Grote verbeelding
• Energiek, niet saai, avontuurlijk
• Spontaan
• Eerlijk
• Hyperfocus. Dat je soms ziet dat personen met ADHD heel juist gefocust kunnen zijn, opgaan in een taak
waarin ze gemotiveerd zijn.
, Charlotte Wauters
• Humor
• Moedig
• ……..
Zie ook Sedgwick et al., 2018
EEN BLIK IN HET VERLEDEN
IS ADHD iets van deze tijd? Het is niet zo, termen zijn wel veranderd door de tijd heen enhoe men denkt over het
fenomeen. Maar evidentie dat er sinds lange tijd personen rondlopen met kernmerken van ADHD. Eerste beschrijving
van 1975 mar pas in 1980 gesproken over ADHD. Eerst werden er ander termen gebruikt om deze personen te
beschrijven.
HEINRICH HOFFMANN, 1845 (ZAPPEL-PHILLIPP)
Was een schrijver en vond het leuk om over kinderen en het gedrag van kinderen te schrijven. Weinig mensen waren
hierin geintresserd. Schreef een boek over zappel philipp, jongetje dat niet kon stilzitten aan tafele en ouders op de
zenuwen werkt. Dat is wat we nu zien in de symtoom clusters van ADHD (hyperactief impuslief).
Andere verhaal dat hij schreef over johnny head in air die vaak viel, sterk afgeleid was. Symtoomcluster
onoplettendheid. De kenmerken vielen duidelijk al op bij sommige kinderen. Iemand schreef er verhalen over.
SIR GEORGE FREDERIC STILL (1902)