100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Inleiding Burgerlijk Recht (IBR): alle hoorcolleges uitgebreid uitgewerkt €3,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Inleiding Burgerlijk Recht (IBR): alle hoorcolleges uitgebreid uitgewerkt

 13 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Dit document bevat uitgebreide aantekeningen van alle weken van IBR. Tevens staan er een aantal zelftest vragen in (met uitwerkingen). Er wordt consequent verwezen naar artikelen, heldere stappenplannen komen hierin voor en dit document heeft (naar mijn inziens) een fijne layout.

Voorbeeld 4 van de 68  pagina's

  • 5 september 2021
  • 68
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Dhr. krans
  • Alle colleges
avatar-seller
Eigendom versus vorderingsrechten
- eigendom: zakelijk
Absoluut: het geldt jegens een ieder en het heeft exclusieve werking
En een zaaksgevolg.
> Exclusiviteit van een eigendom: als het van jou is, geldt dat jegens
iedereen. Iemand anders mag niet zomaar jouw laptop gebruiken, het
geldt jegens iedereen.
> Zaaksgevolg: het eigendomsrecht blijft op de zaak, ook als jouw zaak
overgaat in anderen handen, blijft het van jou. Als jouw fiets gestolen
wordt, blijft de fiets van jou.

- vorderingsrecht: persoonlijk
> Gelden tegenover een partij
> Relatief

Absolute rechten Relatieve rechten
Eigendom Vorderingsrecht
Relatie Persoon – goed Persoon – persoon
Reikwijdte Jegens eenieder Louter jegens de ander
Exclusiviteit Ja, gerechtigde bij uitsluiting van Nee, derden behoeven zich in beginsel
anderen niets aan te trekken van relatief recht
Gevolg Recht blijft rusten, ook als het goed in Recht geldt alleen tussen de twee
andere handen komt personen

Eigendom: vol eigendom. Maar naast eigendom bestaan ook andere zakelijke rechten afgeleid van eigendom, beperkte
rechten, afgeleid of onderdeel van eigendomsrecht. Bijvoorbeeld erfdienstbaarheid.
In het voorbeeld zou Blaauboer ervoor gezorgd moeten hebben dat het in vorm van erfdienstbaarheid. Dan is het dus
geen vorderingsrecht tussen twee personen maar dan is het een zakelijk recht.

Wilsleer: Voor de wilsleer is de interne wil van de handelende persoon van doorslaggevend
belang. Op grond van de theorie van de wilsverklaring moet hij weliswaar zijn wil verklaren, zodat
bij het uiteenlopen van wil en verklaring geen rechtshandeling tot stand komt conform zijn wil. Er
komt evenmin een andere rechtshandeling tot stand; bij gebreke van een overeenstemmende wil
blijft de verklaring zonder gevolg. In deze zuivere vorm is de wilsleer onhoudbaar, omdat zij geheel
voorbijgaat aan de belangen van de wederpartij (en in het verlengde waarvan aan die van een
behoorlijk verlopen rechtsverkeer)
Verklaringsleer: In deze opvatting is alleen de verklaring van belang. De rechtshandeling komt tot
stand conform hetgeen de handelende persoon heeft verklaard, of de verklaring nu
overeenstemde met de interne wil of niet. Tegen de verklaringsleer is aangevoerd dat zij de
wederpartij meer bescherming biedt dan gerechtvaardigd is
Wilsleer: Voor de wilsleer is de interne wil van de handelende persoon van doorslaggevend
belang. Op grond van de theorie van de wilsverklaring moet hij weliswaar zijn wil verklaren, zodat
bij het uiteenlopen van wil en verklaring geen rechtshandeling tot stand komt conform zijn wil. Er
komt evenmin een andere rechtshandeling tot stand; bij gebreke van een overeenstemmende wil
blijft de verklaring zonder gevolg. In deze zuivere vorm is de wilsleer onhoudbaar, omdat zij geheel
voorbijgaat aan de belangen van de wederpartij (en in het verlengde waarvan aan die van een
behoorlijk verlopen rechtsverkeer)
Verklaringsleer: In deze opvatting is alleen de verklaring van belang. De rechtshandeling komt tot
stand conform hetgeen de handelende persoon heeft verklaard, of de verklaring nu
overeenstemde met de interne wil of niet. Tegen de verklaringsleer is aangevoerd dat zij de
wederpartij meer bescherming biedt dan gerechtvaardigd is
Rechtshandeling: handeling die gericht is op rechtsgevolg. Dat is niet hetzelfde als een handeling die een
rechtshandeling heeft, maar die erop gericht is. Een ijsje kopen van 1.25 = rechtshandeling. Huren van en opzeggen van
huur studentenkamer rechtshandelingen. Handelingen die je doet doordat je het juridische gevolg beoogt. Sommige
gebeurtenissen hebben rechtsgevolg maar zijn er niet op gericht, bijvoorbeeld- een dakpan van je huis die op iemands
hoofd. Dan geen rechtshandeling.

,Wanneer komt een rechtshandeling tot stand
- Eenzijdige rechtshandeling: tot stand gebracht door 1 persoon. Het aangaan van een huurovereenkomst en het
opzeggen, gericht tot iemand maar gericht tot ontvanger verklaring. Degene die hem ontvangt hoeft er niet mee in te
stemmen.
- Meerzijdige rechtshandelingen: door meer dan 1 persoon worden verricht. De koopovereenkomst. Wordt tot stand
gebracht wanneer 1 partij een aanbod doet, en de andere partij daarmee akkoord gaat.
Regels in 3:32 – 39 BW

Totstandkoming rechtshandeling
- Wilsvertrouwensleer
Twee grondslagen
I geopenbaarde wil
II opgewekte/ vertrouwen

Geopenbaarde wil (art. 3:33 BW)
Een rechtshandeling vereist een op rechtsgevolg gerichte wil die tot zich een verklaring heeft geopenbaard. Twee
elementen: een verklaring en een wil. De geopenbaarde wil, de partij die een fiets wil kopen moet dat willen. Alleen
willen is niks, je moet die gedachte openbaren. Die wil moet blijken.
> Hoe moet je dat verklaren? (art 3:37 lid 1 BW) Tenzij anders is bepaald, kunnen verklaringen met inbegrip van
mededelingen in iedere vorm geschieden en kunnen zij zelfs in een of meer verklaringen besloten liggen. De
wilsverklaring kan in iedere vorm.
>Moment van tot stand komen (art. 3:37 lid 3 BW) ontvangsttheorie, van belang is het moment waarop de
rechtshandeling wordt ontvangen. De verklaring die de persoon tot wie zij is gericht, niet heeft bereikt, werkt toch als
dat niet bereiken het gevolg is van zijn eigen handelingen, de handelingen van personen voor wij hij aansprakelijk is, of
andere omstandigheden.

Discrepantie tussen wil en verklaring
Verklaring kan door verschillende oorzaken afwijken van wil, bijvoorbeeld door vergissing, verspreking, verschrijving,
dubbelzinnig woordgebruik. Komt die rechtshandeling dan wel tot stand? NEE. Want er is geen wil die zich via een
verklaring heeft verklaard.
> Redelijk voor degene die de handeling richt
> Onredelijk voor degene die de verklaring heeft ontvangen. Hoe zit het met zijn belangen? Dan komen we bij
het opgewekte vertrouwen


Grondslag II: opgewekte vertrouwen (art. 3:35)
Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan de gegeven omstandigheden
redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde
strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.
Als de verklaring spoort met de wil van andere partij, dan mag je met recht denken dat de verklaring van echte wil was.
Mag degene tot wie de verklaring gericht is er rechtvaardig vanuit gaan dat deze klopt, dan is de overeenstemming tot
stand gekomen.

> Vertrouwen gerechtvaardigd?
Art 3: 11 BW is een bepaling die over goede trouw gaat. Over subjectieve trouw (van deze persoon) maar wel
geobjectiveerd. Deze persoon dacht wat die ander meende, maar mocht hij ook denken wat die andere persoon dacht?
Art 11 is de toetssteen voor de vraag of iemand daadwerkelijk objectief gerechtvaardigd vertrouwde over de vraag of
de ander daadwerkelijk zei over wat hij bedoelde. Kan van tal omstandigheden afhangen

Wanneer komt overeenkomst tot stand
Wat is een overeenkomst art. 6:213 Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen
jegens een of meer anderen een verbintenis aangaan.

Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan. Art 6:217.

,Hoe zit het met aanbod? En met aanvaarding?

Aanbod
- Eenzijdige rechtshandeling
- Benodigdheden voor aanbod
> bevat alle essentiële elementen die nodig zijn voor de overeenkomst. Als het gaat om koop moet de zaak
bekend zijn, de prijs en de hoeveelheid. Aanbod moet zodanig in elkaar zitten, dat als de ander daarop ‘ja’ zegt het
contract gesloten is. Verschil aanbod en uitnodiging om in handeling te treden. Hoe bepaal je dit dan? Door
wilsverklaring.
- Kan een aanbod vervallen? Ja
> verwerping (art. 6: 221 lid 2 BW)
> tijdsverloop (zie o.m. art 6:211 lid 1 BW)
Wanneer aanbod zelf een termijn bevat: helder.
Wanneer aanbod geen termijn bevat
1. Was het een mondeling of schriftelijk?
> mondeling vervalt als het niet onmiddellijk aanvaard wordt
> schriftelijk vervalt wanneer het niet binnen redelijk termijn aanvaard wordt. Termijn hangt af van
omstandigheden; hoogte bedrag, deskundigheid, etc. Lastig te zeggen.
Aanbieder mag zelf altijd aanvaarden nog.
> herroeping (art. 6: 219 lid 1). In beginsel kan je een aanbod herroepen.

Aanvaarding
- Eenzijdige rechtshandeling: wil en verklaring
- Ja zeggen op datgene wat de andere partij heeft aangeboden, moet inhoudelijk overeenstemmen met aanbod
- In beginsel vormvrij (art. 3:37 lid 1)
- Bij van afwijkende ‘aanvaarding’ is geen aanvaarding maar een nieuw aanbod. Die regel dat van het aanbod
afwijkende aanvaarding een nieuw aanbod is kent uitzondering: art 6:225 lid 2 ‘wijkt een tot aanvaarding strekkend
antwoord op een aanbod daarvan slechts op ondergeschikte punten af, dan geldt dit antwoord als aanvaarding en komt
de overeenkomst overeenkomstig deze aanvaarding tot stand, tenzij de aanbieder onverwijld bezwaar maakt tegen de
verschillen.’ Ondergeschikt bijv. discussie of in Weesp of in Diemen geleverd moet worden.

Overeenkomst komt tot stand als
1. Er sprake is van een aanbod (eenzijdige rechtshandeling ,ez)
2. Een ervaring (ez)
3. Overeenkomst
4. Verbintenissen/verplichtingen voor beide partijen (leveren en betalen)

 Partijen sluiten een geldige overeenkomst
- Meerzijdige rechtshandeling
- Rechtsgevolg ontstaat door aaneensluitende rechtshandelingen
- Rechtsgevolg: het ontstaan van verbintenissen

Wat gebeurt er als partijen in overeenkomst een voor misverstand vatbare uitdrukking gebruiken? Wat is rechtens?
Hoe bekijken
- Welke betekenis lag meer voor de hand?
- Had een van de partijen deskundige bijstand?
- Vaststaande technische betekenis – bekend bij wederpartij?
- Resultaat van interpretatie te rijmen met oogmerk?

Vertegenwoordiging
Standaardsituatie: A doet aanbod, B aanvaardt
> Wat als bv A afwezig is? Of als A het sluiten van de overeenkomst liever door een ander wil laten doen? Of
als A een rechtspersoon is, zoals bijvoorbeeld de Albert Heijn? Of als A onder curatele gesteld is?
 Dan overgaan op situatie van vertegenwoordiging.

, Voorbeeld situatie van vertegenwoordiging
A (achterman) wil een paard laten kopen door T (tussenpersoon) bij B (wederpartij), T mag van A maximaal 50.000
besteden aan dat paard. Er is in dit geval sprake van een bevoegde vertegenwoordiging. A geeft T een
volmachtsverlening. T aanvaard aanbod van B, contract komt tussen A en B tot stand (art 3:66 lid 1 BW). T valt er als
tussenpersoon nu tussenuit.

Bronnen van vertegenwoordigingsbevoegdheid
- Volmacht
A verleent volmacht aan T om hem te vertegenwoordigen
- Wettelijke vertegenwoordiging
Ouders die minderjarige vertegenwoordigen (art 1:386 jo. 337 BW), curator die een onder curatele gestelde persoon
vertegenwoordigd (art 1:245 lid 4 BW)
- Vertegenwoordiging van rechtspersoon
- Bevoegde zaakwaarneming

Volmacht: de bevoegdheid die de volmachtgever aan de gevolmachtigde verleent om in naam van de volmachtgever
rechtshandelingen te verrichten, art. 3:60 lid 1 BW.
Bevoegdheid: T kan namens A paard kopen
> het is geen verplichting
> het is niet privatief, A kan zelf ook nog dat paard kopen

Onbevoegde vertegenwoordiging
Stel A heeft geen volmacht verleent aan T, maar T doet jegens B alsof hij dit wel gedaan heeft, of stel dat T een paard
koopt in naam van A van 60.000 euro terwijl max 50.000 euro was afgesproken.
 In beide gevallen in beginsel geen overeenkomst
- in eerste geval is er geen volmacht verleent
- in het tweede geval is de afspraak van maximaal 50.000 overschreden
> er is ook geen overeenkomst gemaakt tussen T en B
 Er is geen overeenkomst tussen B & A want T handelt niet binnen de grenzen van zijn bevoegdheid.

Heeft T dan dit paard gekocht? Nee. Maar, art 3:70 BW zorgt ervoor dat T de schade aan B moet vergoeden. Wat is dan
de schade? Het paard wordt niet aan T/A verkocht, maar later aan persoon X voor 40.000. Omdat T zelf 60.000 bood, is
de schade 20.000. T betaalt 20.000 aan B.

Hoofdregel: geen overeenkomst tussen de achterman en wederpartij
 twee uitzonderingen
1. Bescherming van gerechtvaardigd vertrouwen van B (art 3:61 lid 2 BW)
2. Bekrachtiging door achterman (art. 3:69 BW)

Uitzondering 1 art. 3:61 lid 2 BW
Vertrouwen mag niet louter gebaseerd zijn op hetgeen T gedaan/gezegd heeft. B moet bedenken of hij mag nagaan of T
een toereikende volmacht had. Het vertrouwen van wederpartij moet zijn gebaseerd op verklaring of gedraging, dit
noemen we toedoen, er moet sprake zijn van toedoen. Als A helemaal niks tegen B had gezegd, niet even had gebeld
dat iemand in zijn naam een paard kwam kopen, is er geen gerechtvaardigd vertrouwen. Het gaat niet alleen om
directe handeling van A, maar ook om omstandigheden die voor risico van A komen en waaruit naar
verkeersopvattingen schijn van vertegenwoordiging kan worden afgeleid.

Uitzondering 2 art. 3:69 BW
Stel dat T een paard koopt voor zestigduizend en A dit eigenlijk wel prima, ook al was de afspraak die A met T gemaakt
had dat hij max. vijftigduizend mocht uitgeven, dan bekrachtigt A alsnog de koop, de overeenkomst wordt dan
bekrachtigt. Dit is wel zuur voor de wederpartij: moet partij B nou afhankelijk zijn over de vraag of de achterman wel of
niet gaat bekrachtigen? Hier heeft de wet rekening mee gehouden: art. 3:69 lid 3 BW stelt dat de wederpartij (B) een
termijn kan stellen. Als binnen dit termijn niks gebeurt, vervalt de bevoegdheid van de achterman om zich op zijn
bekrachtiging te beroepen.

 Verschil tussen uitzonderingen
Bij uitzondering 1 ligt het initiatief bij de achterman, bij uitzondering 2 ligt het initiatief bij de wederpartij.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudgrijpink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67866 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen

Laatst bekeken door jou


€3,49
  • (0)
  Kopen