Louise Verstrepen 2020-2021 WPO
Functionele Biologie van de Planten,
Fungi en Protisten: WPO
Iets over het document: De oranje, geelachtige kaders zijn in volgorden van het WPO. De blauwe kaders zijn de
intermezzo’s en de groene kaders zijn de 18 verplichte families apart en uitgebreider. Voor de groene kaders
staan er ook telkens de planten die ik in mijn herbarium heb gebruikt, je kan hier inspiratie uithalen voor je eigen
herbarium. Als je andere planten voor je herbarium neemt, dan raad ik je aan om deze ook eens per familie te
bekijken omdat je deze ook voor het WPO examen moet kennen. Wat niet behandeld wordt in deze lijst voor
het WPO examen is de bomenlijst (deze staat op Canvas en is makkelijk om van te studeren).
Plantensystematiek: Kranswieren of charophyceans
Kranswieren zijn geen planten, maar zijn de dichts verwante. Bio-indicator, voor ombotroof
water.
Vandaag steeds vaker eutroof water, deze charophyceans gaan verdwijnen. Zo gaan er heel veel
algen komen in het water, wanneer deze met zoveel zijn, dan gaan deze afsterven. Wanneer dit
gebeurt gaan deze afsterven en bij de vertering hiervan gaat er zuurstof verbruikt worden en gaat
het water hypoxisch worden. Er gaat eigenlijk te weinig zuurstof aanwezig zijn in het water en
hierdoor gaan er enorm veel dieren sterven.
Plantensystematiek: landplanten (clade Embryophyta)
Mossen (parafyletisch) - 3 fyla
Niet één groep met 1 voorouder, geen monofyletische groep, een parafyletische groep.
Geen vasculaire planten, ze zijn geen vaatplanten en hebben ook geen wortels. Wel hebben ze
rizoïden of aanhechtingsworteltjes. Het zijn geen wortels, ze nemen geen water en nutriënten uit
de bodem op. Het transport van deze nutriënten gaat veel trager, door onder andere diffusie.
Doordat deze zo traag gaan, kunnen ze niet zo groot worden en gaan dus ook voorkomen op die
plaatsen waar er niet zo veel competitie is.
Veel mossen zijn epifytisch, ze groeien op andere planten. Zoals op de boomstammen. Ook
komen ze op speciale plaatsen voor. Ze zijn ombotroof, ze komen aan hun voedingsstoffen uit de
regen.
- Bladmossen
- Levermossen
- Hauwermossen
Fylum Pteridophyta
Orde Equiqetales (paardenstaarten)
Klasse Polypodiosida (“echte” varens)
Deze worden nu opgegraven als fossiele brandstoffen.
Heermoes en adelaarsvarens maken beide een wortelstokken aan. Uit de horizontale wortelstok
komen er steeds meer planten, dit heet vegetatieve vermeerdering. Het zijn allemaal exacte
koppies, klonen. Dit zorgt ervoor dat het moeilijk is voor andere planten om hier ook te groeien,
ze zorgen voor problemen omdat ze zich snel kunnen vermeerderen en zo een groot oppervlak
kunnen innemen.
Plantensystematiek: zaadplanten (clade Spermatophyta)
Gymnospermen (parafyletisch
Orde Ginkgoales (Ginkgo Biloba)
Speciaal omdat in deze hele orde nog maar 1 soort bestaat, de Ginkgo Biloba. Deze is in het wild
ook uitgestorven. Vooral naaldbomen, maar niet allemaal.
1
Functionele Biologie van de planten, Fungi en Protisten
,Louise Verstrepen 2020-2021 WPO
Orde Coniferales (coniferen)
Fijnsparren, grove den, taxus
De zaden zitten naakt in de ‘vrucht’. Om een vrucht te hebben moet je een vruchtbeginsel
hebben. Naaktzadige hebben geen stampers en kunnen dus geen vrucht vormen. Dit noemen we
een schijnvrucht.
Angiospermen (bedektzadige)
Is een heel grote groep, moeilijk om juist in te delen. Eerste versie in 1981, maar toen was de
indeling nog niet gebaseerd op het DNA.
ANA-grade (parafyletisch)
Orde Amborellales Ecologisch en ecologisch niet zo interessant, zien we uit volledigheid. Er
is maar 1 soort van, enkel wetenschappelijk interessant.
Orde Nymphaeales Allemaal waterplanten, hebben zich aangepast aan het waterleven door
drijvende bladeren te maken. De belangrijkste familie hierbinnen is de
Nymphaeaceae (= waterleliefamilie). In de herfst en in de winter zinken
de bladeren naar beneden en in de zomer drijft deze op het water.
Om dit te kunnen doen hebben ze aerenchym, ofwel luchtruimtes in de
stengel. De plant kan zelf kiezen wanneer deze er lucht in- of uitlaat. Ook
vergemakkelijkt deze luchtwegen het transport van zuurstof naar de
wortels van de plant.
De grootste waterlelie ter wereld is afkomstig uit het Amazonewoud. De
Victoria amazonica maakt gebruik van kevers om zich reproductief voort
te planten. Gedurende de nacht zetten witte bloemen zich open, de
kevers worden naar binnen gelokt. Zo worden de vrouwelijke bloemen
bestoven met de stuifmeelkorrels van een andere mannelijke bloem.
Eens de bloem bestoven is sluit deze zich en verandert in een paarsroze
bloem. De bloem zorgt nu zelf voor stuifmeelkorrels en na 24uur laat
deze de kever weer vrij. De kever zal nu een andere bloem gaan
bevruchten. De bloem van de reuzenwaterlelie zinkt naar de bodem.
Orde Austrobaileyale Sterrenannijs is hier een economisch belangrijk. In deze sterretjes zitten.
Vruchten komen uit het vruchtbeginsel en deze komen uit de stampers.
Hier zijn er verschillende niet vergroeide stampers, deze hebben elk hun
eigen vruchtbeginsel. De ster komt uit het vruchtbeginsel, uit de
stamper.
2
Functionele Biologie van de planten, Fungi en Protisten
,Louise Verstrepen 2020-2021 WPO
Magnoliiden
Orde magnoliales We kennen de magnoliaboom van deze orde, maar hier is eigenlijk niet
zo heel veel interessant aan.
Orde laurales Laurier, avocado en kaneel zijn hier drie economisch zeer belangrijke
soorten.
Het interessante hier is kaneel. Kaneelstokjes zijn eigenlijk geen stokjes,
het is het opgekrulde deel van het floëem, ofwel de binnenbast van de
één jarige twijgen.
Orde Piperales Bekend omwille van de peperplant (Piper nigrum) uit het zuiden van
Indië, waarvan de gedroogde bessen als zwarte peper gebruikt worden
in de keuken. Niet te verwarren met Spaanse peper (een soort paprika,
familie Solanaceae).
Monocotylen (eenzaadlobbigen)
Familie Arecaceae Per definitie is een palm geen boom. Bij bomen wordt er aan secundaire
diktegroei gedaan, dit wil zeggen dat er aan de buitenkant steeds een
nieuwe laag zal bijgroeien. Hierdoor zijn er ook jaarringen zichtbaar die
tonen hoeveel dikker de boom geworden is.
Een palm heeft geen stam, het zijn eigenlijk bladeren. De jongste
bladeren groeien langs binnen en duwen de oudste bladeren steeds
verder en verder naar buiten. De oude, buitenste bladeren zijn wel
verhard. Daarom spreekt men hier over een schijnstam.
Familie Musaceae Een typisch voorbeeld voor deze familie is de bananenplanten. Dit zijn
geen bomen omdat er hier een schijnstam aanwezig is. De jongere
bladeren groeien aan de binnenkant en duwen de oudere bladeren opzij.
Bij een doorsneden is hier heel goed zichtbaar dat het om bladeren gaat
aangezien de bladeren niet verhouten. Daarom is de bananenplant ook
een kruidachtige plant.
Familie Zingiberaceae Bijvoorbeeld gember en kurkuma bevinden zich in deze familie. Deze
kruiden zijn een stuk van de wortelstok, deze planten zich voor
vegetatieve vermeerdering, ze gaan zichzelf klonen.
Familie Poaceae VERPLICHTE FAMILIE
Grassenfamilie, “de echte grassen” zowel economisch al ecologisch
belangrijkere grassen
Graanvruchten bevatten veel zetmeel, geen enkele civilisatie is ontstaan
zonder zo een zetmailproduct.
Stengel: rond met knopen
Ligula of tongetje waar het blad de stengel verlaat. Het nut van de ligula
is het beschermen tegen insecten en waterdruppels. Zo kunnen deze
niet zomaar in de schede kruipen (water kan schimmelvorming
promoten, insecten kunnen voor vraat zorgen).
Waar het blad de stengel omvat noemt dit de schede
Bamboe is een gras, het verhoudt. Werd gebruikt als marteltuig, deze
schuiten groeien heel snel, tot 4cm per uur en groeien doorheen alles,
ook door mensen heen.
De belangrijkste voedingsgewassen van deze familie voor de mens zijn:
rijst, gerst, tarwe en maïs.
Familie Juncaceae VERPLICHTE FAMILIE
Russenfamilie
Stengel: rond
Alle bladeren staan volledig aan de onderkant van de plant.
De bloemen staan allemaal samen geclusterd
3
Functionele Biologie van de planten, Fungi en Protisten
, Louise Verstrepen 2020-2021 WPO
Familie Cyperaceae VERPLICHTE FAMILIE
Cypergrassenfamilie
Stengel: driehoekig
Eenhuizige bloemen, maar ze zijn eenslachtig
Familie Bromeliaceae Bromeliafamilie
Interessant want bijzondere levensvorm, deze groeien op andere
planten. Het zijn epifyten, ze zijn ombotroof en leven van regenwater. Ze
komen enkel voor in de tropen en daar is het heel erg vochtig en donker.
Er komt geen licht op de bodem en hebben zich daarom hieraan
aangepast en zijn epifyten geworden.
Een belangrijke soort hierbinnen is de Ananas, dit is geen vrucht want er
zijn meerdere vruchtbeginsels die 1 ananas vormen. Het is een
samengestelde vrucht of een schijnvrucht.
De aanpassingen die de planten maakten om water op te vangen is de
kokervorm. Ook doen de planten aan CAM-fotosynthese.
Spaans mos is hier ook een voorbeeld van. De plant heeft heel veel
haartjes waardoor deze toch water dat condenseert kan opnemen.
Familie Alliaceae Lookfamilie
De meeste soorten komen voor in de Noordelijke hemisfeer. Enkele
typische economisch belangrijke soorten zijn ui, knoflook, prei en
daslook. Het zijn allemaal bolgewassen en hun bloeiwijze is een scherm.
Wat wij opeten is de bol.
Familie Narcisfamilie
Amaryllidaceae
Familie Asperagaceae Aspergefamilie
Een bekende soort uit deze familie is de asperge (Asparagus officinalis).
Agave is ook een voorbeeld. Zeer duidelijk ver verwant van cactussen.
Deze zijn succulent, ze slaan water op in hun stam. Agave tequiliana
wordt gebruikt om tequila van te maken. Ze laten het water eruit lopen
en gaan de suikers die hierin zitten dan fermenteren tot er alcohol
gevormd wordt.
Familie Liliaceae Leliefamilie
Familie Iridaceae Lissenfamilie
Een economisch zeer belangrijke soort binnen deze familie is de saffraan
krokus. Saffraan is een heel duur kruid, de meeldraden worden met de
hand geoogst.
Familie Orchidaceae Orchideeënfamilie
Ze komen wereldwijd voor, ze zijn de op één na grootste familie van de
wereld. Wel zijn heel veel soorten bedreigt, daarom zijn ze ook allemaal
beschermd.
Bij ons zijn de orchideeën hemicryptofyten. Ze zijn een bio-indicator voor
voedselarme graslanden. Zodra de graslanden te nutriëntenrijk zijn gaan
de concurrenten gebruik maken van deze voedingsstoffen en zo de
competitie winnen.
In de tropen rhifyten, ze gaan groeien op andere. Ze zijn hypotroof en
gaan aan CAM-fotosynthese doen. Er zijn veel dode cellen aan de
wortels, wanneer het regens treden de capillaire krachten in werking en
zo kunnen de wortels enorm veel water vasthouden. Ook kunnen hier
voedingsstoffen in worden opgeslagen om de moeilijkere periodes te
doorstaan.
4
Functionele Biologie van de planten, Fungi en Protisten