M. Claerhout 20-21
Blikvangers uit de kunst en archeologie
Te kennen begrippen:
INTRODUCTIE
Waardeoordeel Welke regels bepalen het oordelen v/e kunstwerk? ~niet persoonlijk
Smaakoordeel Persoonlijk, geen duidelijke oorsprong, niet verantwoorden
Canon Selectie van kunstenaars gebaseerd op waardeoordeel = ook gebaseerd op
idee van vooruitgang, steeds beter criteria benaderen
PREHISTORIE
Brons legering van koper en tin
Prehistorie eindigt met komst van Romeinen: Julius Caesar verslaat in 57 vr. Chr. de Galliërs,
in België Keltische volksgroep waaronder Belgae
Prehistorie: Materiële objecten zijn er om een gemeenschap van behoeften te
materiële cultuur voorzien en wijzen op het begin van een cultuur
en kunst Kunstvoorwerpen hebben eerder een esthetische waarde dan echt een
praktisch nut
Traditionele artefacten beschrijven, materiaal studie, vergelijken en ordenen
benadering
New archeology multi-dimensionele betekenis = samenwerken met ander
disciplines voor een bredere cultuur; historische reconstructie van de
context waarin artefacten ontstaan, nieuw onderzoek vanaf 1960
Kritisch onderzoek onderzoek naar veronderstellingen en vooroordelen
Kerntechniek kern wordt werktuig, afslag wordt afval
→ Choppers: bolle kei, aan één kant rudimentaire afgehakte kleine
snijvlakken, hakwerktuig
→ Chopping tools: bolle kei met aan twee zijden afgehakte kleine
snijvlakken
→ Vuistbijl: tweezijdig, symmetrische snijvlakken, bolle basis, scherpe top,
multifunctioneel: snijwerktuig, hout en been bewerken, dieren slachten
Afslagtechniek afgeslagen stukken worden werktuigen (planning, leerproces en
optimalisatie)
→Levalloistechniek: (vindplaats bij Parijs) vorm en productieproces worden
op voorhand gepland, eerst vuursteenknol (vuursteen = silex) bewerken
vervolgens rondom de kern met een gerichte slag het gewenste stuk
afslaan. Kern krijgt vorm van
schildpadschild en wordt afval, kleine, scherpe mesachtige werktuigen
→Klingen: vele lange, dunne, rechte stukken (= klingen) met platte
parallelle snijranden uit één langwerpige vuursteenknol, half afgewerkt
product, later beitels, messen, schrabbers, boren
Figuratieve kunst: herkenbare voorstelling, verschillende gradaties
realisme, 1. realisme: zo natuurgetrouw mogelijk
idealiseren, 2. idealiseren: mooier maken dan werkelijkheid, dus ook realistisch
stileren, vervormen 3. stileren: vereenvoudigen, op creatieve wijze kenmerken behouden
4. vervormen: om expressieve kracht aan afbeelding toe te kennen, alles
behalve realistisch
Lichaamshouding de manier waarop de figuur staat; het postuur, de lichaamstaal
krachtlijnen lijnen die de richting aangeven; samenkomen in 1 punt
Zoömorf Met de vorm v/e dier
Monochroom bestaande uit of gebruikmakend van één kleur
Polychroom in verschillende kleuren
, M. Claerhout 20-21
stijlgeschiedenis Ordenen van kunstwerken obv vormelijke vergelijkingen
Monolithisch gemaakt uit één stuk steen
Megalithisch uit een of meer grote stenen bestaand
Reliëf: hoog-reliëf, Wat naar voren of naar boven komt ten opzichte van iets anders Laagreliëf:
laagreliëf: bas-reliëf weinig hoogteverschil met achtergrond.
Hoogreliëf: meer dan de helft vrijstaand.
Menhir rechtopstaande op punt eindigende monoliet
1 m. tot 12m. hoog
in rijen of cirkels geplaatst
Dolmen of hunebed stenen grafmonument onder grafheuvel
Archritraafbouw overdekking bestaande uit rechtopstaande stenen waarboven horizontale
deksteen
Necropolis dodenstad
Smeden Van ruwijzer eerst smeedijzer maken door koolstof uit te hameren,
verwarmen, vervolgens met hamer op stenen (ijzeren) aambeeld in
gewenste vorm slaan
Torque metalen (ijzer, brons, zilver, goud) cirkelvormige niet plooibare halsband
met versierde uiteinden
MESOPOTAMIË
Absolute en Relatieve: gebeurtenissen ten opzichte van elkaar (geen jaartal)
relatieve Absolute: door wetenschappelijke methodes zoals C14 datering bepalen de
chronologie ouderdom van organisch materiaal in voorwerp
C-14 datering een methode van radiometrische datering waarmee de ouderdom van
organisch materiaal en ecofacten wordt bepaald met behulp van de isotoop
koolstof-14
Uruk Eerste grote stad uit wereldgeschiedenis, rond 3100 vr. ca 50.000 inwoners.
Stad in Zuid-Mesopotamië, wat aanvankelijk Soemer en later Babylonië was.
Urbanisatie (verstedelijking) = groei van stedelijke gebieden als gevolg van een trek van
het platteland naar de stad
Theocratisch Koning – hogepriester is plaatsvervanger van God; godheid wordt als
onmiddellijke gezagsdrager beschouwd
Polytheïsme Veelgodendom – geloof in meerdere Goden
Pictogram eenvoudige, gestileerde tekening als herkenningssymbool
Spijkerschrift schriftsysteem gebaseerd op tekens gemaakt door een schrijfstift in zachte
klei in te drukken
Cilinderzegel abstracte figuren, dieren en/of alledaagse scènes gegraveerd in cilinder uit
hard materiaal die afgedrukt wordt op klei, administratief doel =
handtekening
Gilgamesj mythe heldendicht, koning en stichter van stad Uruk. Vanuit mondelinge
overlevering opgetekend op kleitabletten (ca 2100?); legendarische-
historische koning uit Sumer zoekt het eeuwig leven, vecht met
bovennatuurlijke wezens, vindt onsterfelijkheid bij koppel die zondvloed
overleeft, G. toch sterfelijk waarschijnlijk incarnatie van goddelijke macht
van koning
Ziggurat terrasvormige piramide van teruglopende verdiepingen bekroond door
(traptorens) tempel, visueel centraal punt in de stad, verbinding hemel - aarde,
symbolisch hart van theocratie, beelden en reliëfs
Muddbricks (leemtegels en stenen): zongedroogd of gebakken uit leem, stro en water,
gestandaardiseerd formaat