Chromosomale genetica
Gregor Mendel = vader erfelijkheidsleer of genetica
eigenschappen die overgaan van ouders op nakomelingen
genotype
erfelijke aanleg die opgeslagen ligt in het DNA
fenotype
uiterlijke verschijningsvorm, type dat m’n waarneemt als resultaat van het genotype en
omgevingsfactoren
Iemand kan erfelijke aanleg hebben om een bepaald type kanker te ontwikkelen maar of
deze persoon effectief kanker zal ontwikkelen hangt af van omgevingsfactoren ( voeding,
levensstijl, klimaat,... )
modificatie
een wijziging van het fenotype zonder dat er iets veranderd aan het genotype.
bv.
zwaarder of minder zwaar gewicht ( onder invloed van voedsel )
bruine huid ( onder invloed van zon )
gespierd of minder gespierd ( sportbeoefening )
mutatie
een wijziging van het DNA door omgevingsfactoren
bv.
ongezonde levensstijl
radioactieve straling
chemische stoffen
drugs
erfelijk materiaal ligt opgeslagen in het DNA. Een gen is een deel van het DNA dat codeert
voor een kenmerk. bv: het gen van de oogkleur. Een gen kan verschillende
uitdrukkingsvormen hebben, een allel. Voor de oogkleur is dit het allel bruin en allel blauw.
homologe chromosomen = partners van een bijeenhorend chromosomenpaar
46 chromosomen, 23 chromosomenparen
homologe chromosomen bezitten dezelfde genen, maar niet altijd hetzelfde allel
→ gen voor oogkleur, blauw allel en een bruin allel
- homozygoot = raszuiver ( dezelfde allelen )
- heterozygoot = niet raszuiver ( verschillende allelen )
, een allel kan dominant of recessief zijn
twee allelen kunnen ook even sterk tegenover elkaar staan -> codominant
ze komen tot uiting als een mengvorm ( rood en wit = roze ) -> intermediaire eigenschap
autosomen (22 paren ) en geslachtschromosomen ( XX , XY )
uniformiteitswet
wanneer twee homozygoten kruisen zien alle nakomelingen er hetzelfde uit (fenotype)
reciprociteitswet
het maakt niet uit of het kenmerk afkomstig is van de mannelijke ouder of de vrouwelijke
ouder
splitsingswet
wanneer twee heterozygoten kruisen voor een bepaalde eigenschap, is er 75 % kans dat de
nakomelingen de dominante eigenschap vertonen, en 25% kans dat de nakomelingen de
recessieve eigenschap vertonen.
P,G,F schema + genotype, fenotype
- multipele allelen
mens bezit voor elke cel maar 2 allelen, maar voor een eigenschap kunnen er meer dan 2
allelen bestaan. bv:bloedgroep allelen: A, B, O
A en B = codominant
O is recessief
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper brittvancamp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.