Leerpad A – infuustherapie
1. inleiding
⇒ door infuus kan de pt hoeveelheid bloed, vocht, voeding of medicatie krijgen via de
vene via een intraveneuze katheter
- Dit kan wel een ingangspoort zijn voor bacteriën
- De vpk houdt zich enerzijds bezig aan het bed met de IV en anderzijds
domein katheterzorg
- Infuustherapie is toedienen van vloeistoffen/geneesmiddelen in oplossing via
een parenterale toediening
2. toegangswegen
- Intraveneus
- Intra-osseus
- Subcutaan
- Intra-arteriële
2.1 intraveneuze toegangsweg
⇒ je hebt verschil tussen de perifere en de centrale
- Perifeer: wordt het meeste gebruikt maar kunnen makkelijk bacteriën
inkomen en bloedbaaninfecties veroorzaken. Deze IV zit in de vene, in de
arm, hand,..
o Infuusvloeistoffen en medicatie kan intermittent en continu
- Centraal: in een centrale vene en de kathetertip uitmondt in de vene cava
superior net voor het rechter atrium. Er zijn 4 soorten:
o Niet getunnelde centraal veneuze katheters
o Getunnelde centraal veneuze katheter
o Subcutaan veneuze poortkatheters
o Perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter
2.2 arteriële toegangsweg
⇒ niet voor vocht en medicatie maar om de bloeddruk te registreren (op IZ) en
arteriële bloedstalen te nemen.
2.3 osseuse toegangsweg
⇒ werd voor eerst gebruikt bij de militairen bij pt met moeilijke iv toegangsweg voor
mensen die in shock waren → werd nog enkel bij kinderen en baby’s gebruikt voor
intraveneuze medicatie of vocht toe te dienen.
- De speciale naald gaat doorheen huid, weefsel en bot en infuusvloeistof komt
zo in beenmerg waar het opgenomen wordt in bloedbaan
2.4 subcutane toegangsweg
⇒ dit is in het subcutane weefsel, in bovenste deel van dij, bovenarm, buikflank, of
onder schouderblad bij kinderen. Bij subcutane toegang is er een hyperdermoclyse,
de infuusvloeistof wordt traag opgenomen in het bloed.
1
,2.5 intraveneuze therapie
⇒ is toedienen van vocht, medicatie of bloed of geneesmiddelen via een vene of
door een intraveneuze katheter voor verschillende doeleinden:
- Behouden van opslag van water, elektrolyten, vitaminen, eiwitten, vetten en
calorieën bij de zv waar geen adequate inname hiervan is via de mond
- Zuur-base evenwicht
- Toedienen van bloed en bloedcomponenten
- Toedienen van medicatie d.m.v. gebruik van de juiste vasculaire toegang
- Bewaken van de bloedcirculatie, o.a. door meten van centraal veneuze druk
- Toedienen van voedingsstoffen als een gastro-intestinale opname niet
mogelijk is
o Door een intraveneuze therapie kunnen we inspelen op het volume en
samenstelling van het bloed van de zorgvrager
2.5.1 voorbereiding
⇒ het voorbereiden en toedienen van IV-therapie is een verpleegkundige B2
handeling en er is een voorschrift nodig van de arts. Het kan dus via een centrale of
perifere vene, met een perifere IV of een centrale IV
- Plaatsen van een IV-katheter in een perifere vene en hierlangs toedienen van
een isotone zoutoplossing is een B1 handeling, van andere producten is B2
- Plaatsen van een IV-katheter centraal mag niet door een verpleegkunde
- pH, osmolariteit, irriterende eigenschappen van infuusvloeistof,
beschikbaarheid van venen en duur infuustherapie worden bekeken.
2.6 infuusvloeistoffen en geneesmiddelen in vloeistoffen
⇒ enerzijds vloeistoffen op basis van osmotische druk, anderzijds de samenstelling
van de infusieoplossingen
2.6.1 afleveringsvormen van infuusvloeistoffen
- glazen flessen: of vacoliters met industrieel bereide infuusvloeistof,
door Donald Baxter. Ze bevatten een vacuüm
- plastieken flessen: zijn minder economisch maar hebben meestal
wel 2 ingangspunten voor het infuus en voor medicatie aan te
hangen.
- viaflexzakken
- kan worden geleverd in 50ml, 100ml, 250ml, 500ml
2.6.2 indeling infuusvloeistoffen op basis van osmotische druk
⇒ osmose is verplaatsing van water door een semipermeabel membraan van een
plaats van hoge concentratie naar lage en dit gebeurt passief.
- Indeling komt door vergelijking tussen osmolariteit van plasma en osmolariteit
van de toe te dienen vloeistof:
o Plasma: 303-310 mOsm/l
o Isotonische oplossing: +/- 300 mOsmol/l
o Hypertonische oplossing: hoger dan 310 mOsm/l
2
, o Hypotonische oplossing: lager dan 303 mOsm/l en niet geschikt voor
intraveneus
- Isotone infuusoplossing: bv. NaCl 0,9% en Ringer zullen in de circulatie
blijven en het vasculaire volume vergroten. Glucose 5% in water is ook
isotonisch waarbij het wordt gemetaboliseerd. Extracellulaire en intracellulaire
volume zal verhogen en isotone vloeistof zal nodig zijn.
- Hypotone infuusoplossing: kunnen zorgen voor waterintoxicatie, de
osmotische druk is lager dan dat van het bloed. De bloedcellen slorpen het
water waardoor ze barsten, er is sprake van hemolyse. Bv. aqua distillata =
aqua ad injectabilia = water voor inspuitingen. Enkel in kleine maten als
oplosmiddel om IV, IM en SC medicatie voor te bereiden → niet voor spoelen
- Hypertone infuusoplossingen: trekken vloeistof uit intracellulaire en
interstitiële ruimten en in de circulatie. Osmotische druk van vloeistof dan van
bloed. Deze vloeistoffen mag enkel via centrale vene, kan in andere irriteren
bv. in een perifere kan het flebitis geven
2.6.3 indeling infuusvloeistoffen op basis van de samenstelling vd oplossing
- Suikeroplossingen zonder elektrolyten
- Elektrolytenoplossingen zonder calorieënaanvoer
- Elektrolytenoplossingen met calorieënaanvoer
- Eiwitoplossingen
- Vetoplossingen
- Colloïdale of plasma vervangende oplossingen: grote moleculen in water,
altijd hypertoon en is voor bloedvolume te vergroten en bloeddruk te vergroten
- Crystalloïde vloeistoffen: oplossingen van elektrolyten in water en verschillen
van hypo-, hyper- of isotoon
⟹ kinderen hebben sneller een tekort aan elektrolyten door bv braken, diarree,
niet alle standaardoplossingen zijn van toepassingen, ze maken dus gebruik van wat
er nodig is bv. 2/3 glucose 5% + 1/3 Ringer in glucose, soms extra kaliumchloride bv:
- 2/3 glucose 5% + 1/3 Ringer in glucose
- 60ml glucose 5% + 30ml Ringer in glucose
- 60ml glucose 5% + 30ml Ringer in glucose + 3ml KCl
⟹ Hartmann, NaCl 0,9%, Glucose 5% wordt vaak bij kinderen gebruikt
2.6.3.1 bewaring van de vloeistoffen
- Op kamertemperatuur, meer dan 30°C is schadelijk
- Niet in direct zonlicht of bij warmtebron
- Bepaalde stoffen moeten in het donker of op 4°C
- Gebruik voorraad op volgorde van bestelling en kijk datum na
o Voor eiwitoplossingen:
Altijd via centrale veneuze katheter
Altijd samen met suikeroplossingen
Geen medicatie toevoegen aan eiwitoplossingen
Gebruik altijd een luchtfilter bij glazen flessen
3