Handig overzicht van de meeste te kennen begrippen van de 9 hoofdstukken van het eerstejaarsvak orthopedagogische doelgroepen en werkvelden 1 (ODW1) van de opleiding orthopedagogie in hogent. Makkelijk om snel nog eens alles op te frissen.
Total institutions Kenmerken:
(Goffman) • Barrière sociaal contact met buitenwereld
• Menselijke behoeften geregeld op basis van bureaucratische organisatie
• Wonen, werken en vrije tijd op eenzelfde plaats onder eenzelfde gezag
• Samen met anderen die dezelfde dingen doen
Instituutgericht denken Mensen met een beperking horen thuis in een omgeving met andere mensen met een beperking, ze hebben veel verzorging nodig
Normalisatieprincipe alle personen met een VP moeten in levensomstandigheden worden gebracht die zo dicht mogelijk de gewone omstandigheden van een
(Nirje) samenleving benaderen
Disability Studies (Van Een multidisciplinair model die komaf maakt met de overheersing van het biomedisch model (VP als minderheidsgroep). Niet enkel het
Hove) behandelen, maar ook structurele problemen worden blootgelegd.
AAIDD American Associaton on Intellectual and Developmental Disabilities : focus op verstandelijke mogelijkheden, belang functioneel gedrag en
contextuele factoren
Adaptief gedrag Vaardigheden om in verschillende settings met alledaagse uitdagingen om te gaan (conceptueel, sociaal en praktisch)
Integratie Persoon met beperking moet zich aanpassen aan de maatschappij
Inclusie Maatschappij past zich aan, aan de noden van persoon met beperking, zodat die volwaardig kan meedraaien
Subsidariteitsprincipe Eerst ondersteuning in gezin, daarna beroep doen op initiatieven voor iedereen (vb. OCMW) en als laatste pas gespecialiseerde hulp
vanuit orthopedagogische setting inschakelen
Personal Centered Vertrekken vanuit dromen, wensen en sterke punten van de cliënt. De familie vormt de eerste betrokkenen
Planning
SIS Supports Intensity Scale: gestandaardiseerde beoordelingsschaal van ondersteuningsbehoefte
POS Persoonlijk Ondersteuningsuitkomsten Schaal : Instrument om KVB aan de hand van zes indicatoren per domein in kaart te brengen
, BEGRIPPENLIJST ODW1
PERSONEN MET AUTISME
Autisme (P. Eupen In de wetenschap verwijzend naar het Griekse woord ‘autos’ = het in zichzelf gekeerd zijn, zichzelf terugtrekken van mensen
Bleurer)
Kleine professoren Jonger met sterke tot gefixeerde belangstelling voor bepaalde thema’s. Ze zijn sterk verbaal, maar hierbij gericht op bepaalde thema’s.
(Asperger) Ze hebben weinig empathisch vermogen en zijn vaak motorisch onhandig
Autismespectrumstoornis neurobiologische ontwikkelingsstoornis – grootschalige neurale netwerkstoornis, waarbij er sprake is van onder- en over connectiviteit
(ASS) tussen hersengebieden die leidt tot andere informatieverwerking (spectrum = diverse verschijningsvormen en verschillende graden van
ernst)
Dyade (DSM-5) Twee hoofdelementen die leiden naar diagnose van autisme
1) Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in uiteenlopende situaties
2) Beperkt, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten
Koelkastmoeders Leo Kanner stelt dat koele en afstandelijke moeders verantwoordelijk zijn voor autisme bij hun kind
Blamind the parenth Er is een verband tussen opvoedingspatroon ouders en ontwikkeling autisme (later ‘myth’, want dit klopt niet)
Polygene overerving Verschillende genen zijn verantwoordelijk voor al dan niet voorkomen ASS
Autisme (Gillberg & een gedragsgebonden expressie van een neurobiologische dysfunctie als gevolg van een hersenafwijking
Peeters)
Autisme (kwaliteits- een grootschalige neurale netwerkstoornis waarbij er zowel sprake is van onder- als overconnectiviteit tussen hersengebieden. De
centrum diagnostiek) netwerkstoornis leidt tot een andere manier van informatieverwerking
Centrale coherentie Vermogen om samenhang te zien in een veelheid van prikkels en waarneming
Contextblindheid een tekort in het vermogen om spontaan en onbewust context te gebruiken in het verlenen van betekenis
Executieve functies Mentale denkprocessen voor het en organiseren van ons denken en doen
Theorie of Mind (TOM) Mentalising/emphatising: voorstellen dat andere mensen anders denken dan wij
Mindblindness Niet begrijpen dat anderen anders denken, je niet kunnen verplaatsen in de gedachten van anderen
, BEGRIPPENLIJST ODW1
Joint attention Gedaalde aandacht - richten aandacht van personen op voorwerp door ernaar te wijzen/kijken, ongeacht of die personen er al naar
kijken of niet
Rationele denkers Baseren op feiten, regels en logica
Letterlijke denkers Moeilijk met figuurlijk taalgebruik, abstracte begrippen, humor, lichaamstaal…
Concrete denkers Informatie uit wat concreet aanwezig/gezegd is zonder rekening te houden met context (contextblindheid)
Visuele denkers Denken in beelden, niet in taal
Associatieve denkers Onverwachte of bizarre gedachtesprongen, waarbij enig verband tussen ideeën lijkt te bestaan, maar berusten op irrelevante of
toevallige details
Hier-en-nu denkers Generalisatieproblemen: hetgeen persoon geleerd heeft in ene context kan moeilijk getransfereerd worden naar andere context
Detaildenkers Vaak details zien en moeilijk tot samenhangende gehelen komen
NIET -AANGEBOREN HERSENLETSEL
NAH mensen die na een aanvankelijk, normale levensloop geconfronteerd worden met een hersenletsel
Traumatisch hersenletsel Externe fysieke kracht tegen hoofd
Coup Plaats waar eerste inpakt op hersenen terecht komt, waar letsel ontstaat
Contre-coup Letsel ontstaat ook in overliggend deel van hersenen
Niet-traumatisch letsel Ontstaat door een foutief intern proces in het lichaam → verstoort goede functioneren hersencellen
Degeneratieve Gekenmerkt door geleidelijke achteruitgang/aftakeling cognitieve mogelijkheden en/of bewegingsstoornissen
aandoeningen
Acute zorgfase Eerste hulp momenten vlak na ongeluk, bepaald ernst van hersenschade
Glasgow Coma Scale (GCS) Testen tijdens eerste hulp om de graad van (buiten)bewustzijn van slachtoffer te meten
Primair letsel Aangetaste gebieden bij het binnenkomen (coup of contre-coup)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper keylaacke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,09. Je zit daarna nergens aan vast.