Primaire kenmerken
1)Morfologische kenmerken
Kleur
Grootte
Type (Rough, Smooth, Dwarf, Mucoid)
> Vorm, grootte, groepsveMurband
> Gram+ , Gram- , zuurvast
> sporen (vooral in oude culturen) + ligging ervan
2)Groeivoorwaarden
Omgevingsatmosfeer Temperatuurtolerantie
Aëroob De meeste bacteriën groeien bij 36°C
Anaeroob Campylobacter bij 42°C
Verhoogde CO2 spanning Yersinia bij 24°C
> dimorfe fungi: mucoïde gistvorm (36°C), pluizige
schimmel (25°C)
Zouttolerantie Galtolerantie en galstimulatie
Halofiel = groeien bij hoge Bacteriën in de darm moeten in staat
zoutconcentratie zijn om te overleven in aanwezigheid
van gal en galzouten
> Vb: Vibrio
> zouttolerante bacteriën kunnen zelf concentraties > galzouten worden gebruikt in voedingsbodems
van 6,5% NaCl verdragen (S. aureus en (McC en HEA)
enterococcen) > Bacteroides fragilis wordt zelfs in groei
gestimuleerd bij aanwezigheid van gal
3)Gevoeligheid voor chemische stoffen en antibiotica
Kan een geïsoleerde cultuur overleven in de aanwezigheid van een bepaalde groei
inhiberende stof?
> Antibiotica schijfjes: bacitracine, novobiocine, colistine of erythromycin. (= veel gebruikt)
4)Pigmentproductie
Sommige bacteriën produceren een pigment en dat onder bepaalde omstandigheden
Samenstelling voedingsbodem, temperatuur, licht, enz…
> Pseudomonas aeruginosa: pyocyanine = blauw/groen
> Serratia marcescens: rood pigment bij 30°C
5)Hemolyse
α −h emolyse = Hb > CAMP-test Omgekeerde CAMP-test
1)Morfologische kenmerken
Kleur
Grootte
Type (Rough, Smooth, Dwarf, Mucoid)
> Vorm, grootte, groepsveMurband
> Gram+ , Gram- , zuurvast
> sporen (vooral in oude culturen) + ligging ervan
2)Groeivoorwaarden
Omgevingsatmosfeer Temperatuurtolerantie
Aëroob De meeste bacteriën groeien bij 36°C
Anaeroob Campylobacter bij 42°C
Verhoogde CO2 spanning Yersinia bij 24°C
> dimorfe fungi: mucoïde gistvorm (36°C), pluizige
schimmel (25°C)
Zouttolerantie Galtolerantie en galstimulatie
Halofiel = groeien bij hoge Bacteriën in de darm moeten in staat
zoutconcentratie zijn om te overleven in aanwezigheid
van gal en galzouten
> Vb: Vibrio
> zouttolerante bacteriën kunnen zelf concentraties > galzouten worden gebruikt in voedingsbodems
van 6,5% NaCl verdragen (S. aureus en (McC en HEA)
enterococcen) > Bacteroides fragilis wordt zelfs in groei
gestimuleerd bij aanwezigheid van gal
3)Gevoeligheid voor chemische stoffen en antibiotica
Kan een geïsoleerde cultuur overleven in de aanwezigheid van een bepaalde groei
inhiberende stof?
> Antibiotica schijfjes: bacitracine, novobiocine, colistine of erythromycin. (= veel gebruikt)
4)Pigmentproductie
Sommige bacteriën produceren een pigment en dat onder bepaalde omstandigheden
Samenstelling voedingsbodem, temperatuur, licht, enz…
> Pseudomonas aeruginosa: pyocyanine = blauw/groen
> Serratia marcescens: rood pigment bij 30°C
5)Hemolyse
α −h emolyse = Hb > CAMP-test Omgekeerde CAMP-test