BELGISCHE POLITIEK
HOOFDSTUK 0: INLEIDING → POLITIEK ALS INTERACTIEPROCES
1. Definitie: politiek
Oude definitie
- De ‘politieke orde’ / structuur van de samenleving
- Polis → georganiseerde Griekse stadsstaat
Moderne definitie
- Interactieproces tussen mensen die
→ Over een probleem een standpunt innemen en voorstellen doen
→ Hierdoor met elkaar in conflict komen
→ Dit conflict door middel van macht beslechten
→ Om zo tot een gemeenschappelijk besluit/beleid te komen
Wat is politiek?
- De politieke interactie is weinig voorspelbaar → spannend
- De kern van politiek → strijd, debatten en onderhandelingen
- Actoren enkel beroepspolitici of mensen verbonden aan de overheid
- Politiek speelt op alle schalen → hyperlokaal tot mondiaal
David Easton
- Grondlegger politieke systeemtheorie
- “Political system is that system of interactions in any
society through which binding or authoritative allocations
are made and implemented”
Politiek systeem
- Interactieproces → bestaat uit samenwerking en
conflicten
- Allocatie → door schaarste en tegengestelde belangen en visies is politieke strijd
onvermijdelijk (vb. uitgavenbegroting)
- Binding → politieke beslissingen zijn binden voor de samenleving
Samenvattende definitie
- Politiek gaat over bindende beslissingen die voor een samenleving genomen moeten
worden
- De politieke interactie over die bindende beslissingen bestaat uit samenwerkingen en
conflict tussen diverse actoren
- Door schaarste en door tegengestelde belangen en visies is politieke strijd
onvermijdelijk
- Centraal in die politieke besluitvorming staat het gebruik van macht en de
ontwikkeling van machtsoposities
- Voor de regering van politieke besluitvorming hebben zich in verschillende
samenlevingen specifieke politieke instellingen en procedures ontwikkeld
2. De betekenis van conflict in de politieke
, - Politieke conflicten worden beslecht door goede argumenten, haalbare voorstellen,
maar vooral door (democraties toegekende) macht
- Kunnen pas tot een gemeenschappelijk besluit komen wanneer voorstellen van de
ene ondergeschikt worden aan de voorstellen van de andere → niet te voorspellen
- Politiek bekijken → klemtoon leggen op het politiek aspect van de menselijke
verhouding
- Negatieve bijklank → conflict roept een associatie op met ruziekmaken,
haantjesgedrag,…
Verdere evolutie
- Tegenstellingen, conflicten en vijandschap zijn oude fenomenen die in de verdere
evolutie van de mensheid uitgeschakeld zouden worden
Drie punten van kritiek
- Niet realistisch, gaat uit van een bijzonder naïief en optimistisch mensbeeld
→ samenwerking & harmonie, conflict & strijd
- Het miskent de essentiële rol van tegenstellingen en kritiek
- Verhult de noodzakelijke en positieve functies van conflicten
Twee soorten conflicten
Verdelingsvraagstukken
- Beperkte middelen onbegrensde verlangens van de samenleving
- Politiek gaat over ‘wie krijgt wat, wanneer en hoe’
Morele of ethische vraagstukken
- Wat is goed/slecht voor de samenleving
- Verschil in visie en overtuiging
→ vb: debat over abortus, hoofddoeken, homohuwelijken,…
3. Politiek: een eerste overzicht
Het politieke interactieproces
- Gebeurt in een complexe context
- Voortdurende politieke interactieprocessen
Macht als motor in de politiek
- Geen politiek zonder macht → negatieve bijklank
- Macht is de motor van het politieke interactieproces
- Directe & indirecte macht
- Individuele & collectieve macht
- Latente macht
Democratie
- Kwam tot ontwikkeling en licht tegenover dictaturen
- Pacificatiedemocratie
Welvaartstraat
- Ontstaan en ontwikkeling van de Welvaartstraat
Politieke stromingen
- Georganiseerde meningsverschil
- Politieke ideologieën
HOOFDSTUK 2: MACHT ALS MOTOR IN DE POLITIEK
1. Macht als bedoelde invloed
,Het begrip macht
- Politics in power! → macht is de motor van de politiek
Complex en problematisch concept
- Negatieve bijklank
- Macht invloed, is dat hetzelfde of is er een verschil?
- Meten van macht is bijzonder moeilijk
- Macht → ongelijkheid?
- Macht is verdacht
= macht analyseren en omschrijven is niet gemakkelijk, maar wel de motor
Dennis Wrong
- Onze visie is gebaseerd op zijn visie
- Power is the capacity to produce intended and foreseen effect on others
- Macht is een breeder beeld van invloed
Vier elementen
- Intentioneel → niet-bedoelde gevolgen van macht vallen buiten de omschrijving
- Effectief → als er geen gevolgen zijn, geen macht
- Capaciteit → hoeft niet onmiddellijk waarneembaar te zijn
- Assymetrisch → machtsverhoudingen zijn meestal niet gelijkwaardig
Verschil macht en invloed
- Macht → is een bedoelde invloed
- Invloed → de effecten onbedoeld, onzeker of onduidelijk, kan nog alle kanten op
3. Machtsbronnen en machtsmiddelen
Individuele en collectieve machtsbronnen
- Tussen de groepen onderling veel machtsongelijkheid
Individuele machtsbronnen
- Worden uitgeoefend met bronnen zoals geld, informatie, kennis, groot netwerk,…
Collectieve machtsbronnen
- Macht van het getal
- Samenbrengen van individuele machtsbronnnen, ontwikkelenn en onderhoudenn van
bovenindividuele machtsbronnen → macht vanuit organisatie en solidariteit
- Opbouw is niet altijd rationele afweging van een verzameling individuen
- Freerider-gedrag → je hoeft geen lid te zijnn van een belangenvereniging om mee
van de voordelen te genieten (vakbond)
- Collectieve organisatie (ifv macht) komt ook voort uit minder ‘rationele’ overwegingen
→ identiteit, wij-zij gevoel, lotsverbondenheid,… = affectieve component
Overzicht van machtsmiddelen
Dwang en geweld
- In democratische samenleving minder aanwezig als machtsmiddel
- Overheid heeft geweldsmonopolie (terughoudend) en beschikt over repressief
apparaat (politie, justitie, opsporingsdiensten, gevangennissen,…) om beslissingen
kracht bij te zetten
- Onderhevig aan regels en procedurevereisten
Gezagsposities
- Formeel gezag → positie die een persoon of organisatie overneemt, sommige
ambten zijn verbonden aan het recht om bepaalde beslissingen te nemen → politie
, - Informeel gezag → ervaring, persoonlijke stijl → Erika Vangielen
Informatie en deskundigheid
- Kennis is macht
- Belangrijk om de inhoud van het dossier te kennen
- Essentieel in democratisch beleidsproces
- Informatie, maar ook argumentatie
Organisatie en financiën
- Als je invloed wil hebben op het beleid dan moet is verwerven van fondsen
genoodzaakt
- Rekenen op sympathie van het publiek, inzet van professionals in vrijwilligersjas
→ vb: partijfinanciering, partij-apparaat
Politiek-bestuurlijke knowhow
- Bestuurlijk en sociale vaardigheden waarover een persoon/groep beschikt is van
groot belang
- Strategisch inzicht
- Prioriteiten stellen
- Kennen van de spelregels/cultuur
Relaties en netwerken
- Ons kent ons
- Persoonlijke contacten spelen een belangrijke rol
- Iemand kennen opent soms de deuren
Maatschappelijke steun
- Komt uit bij verkiezingen, tussen twee verkiezingen door
- Boodschap met grotere aanhang worden meer gesteund en serieus genomen
Publiciteit en media aandacht
- Gevoelig voor media-aandacht → kun je publiek mee bereiken
- Media gebruiken als drukkingsmiddel → actiegroepen gebruiken dit als machtsmiddel
- Strategisch gebruik van de omweg van de media om ideeën te lanceren,
tegenstanders uit te dagen, informatie te lekken, andere partijen onder druk zetten
Reële en latente macht
- Macht speelt ook wanneer ze niet zichtbaar en duidelijk wordt uitgeoefend
- Wrong → daadwerkelijk uitoefenen van macht & het vermogen
Latente macht
- Vermogen om macht uit te oefenen
- Dwanghebbers moeten niet voortdurend actief zijn om hun doel te overtuigen
- In de visie van Wrong zijn er vier voorwaarden om over latente macht te spreken:
→ A moet geen bevel geven of communiceren
→ A beseft dat B hem als machtig beschouwt
→ A wil die perceptie ook niet veranderen
→ A moet af en toe optreden en macht tonen
- Carl Joachim Friedrich toont hoe die latente macht tot uiting komt door de regel van
de geanticipeerde reacties, twee eigenschappen:
→ prospectie: B kan vooruitkijken naar mogelijke gevolgen, reacties van A