Radiologisch onderzoek van het menselijk bewegingsstelsel
H1 Onderzoeksmethoden
1. Standaardradiografie (RX)
Evaluatie skeletaandoeningen en gewrichtsverhoudingen (breedte spleet en verhouding vlakken)
RX = basis. Gering nut bij pathologie weke weefsels: normale anatomische structuren en meeste
pathologieën zelfde densiteit (water).
MAAR!
- Densiteit lager dan water
o Lucht
Normaal afwezig. Oorzaak? Communicatie met omgeving door open wonde of kort na
heelkundige ingreep. Kan ook abcedatie (gasvorming) door anaerobe kiemen.
o Vet
Normaal subcutaan en rond sommige gewrichten als peri-articulaire vetplannen.
Pathologische processen: verdringen (tumor/gewrichtsvocht) of infiltreren (oedeem)
vetweefsel. Pathologische aanwezigheid grote hoeveelheid bv lipoom!
- Densiteit hoger dan water
o Kalk
Verkalkingen in pezen, kraakbeen en bloedvaten
o Corpora aliena
Vreemde voorwerpen zoals metaal en glas. Doornen en houtsplinters niet! (echo nodig)
2. Computertomografie (CT)
Cross-sectionele techniek dunne sneden en reconstructies in alle vlakken best verkalkte deel
skelet (corticaal en spongieus bot). > RX en MR voor detectie, lokalisatie en uitbreiding en
karakterisatie.
RX: 30% spongieuze trabekels moet verdwenen zijn voor zichtbaar op RX CT = osteolytische
destructie corticaal of spongieus bot al zichtbaar.
Ook geschikt voor discrete fracturen, evaluatie fractuurverloop en opvolging fractuurheling.
Weke delen? MR en oppervlakkig gelegen weke delen echo > CT. Uitzondering: verkalking!
CT-beelden: vensters botvenster = detail bot terwijl beenmerg en extra-osseuze delen
contrastarm (grijs). Weke delenvenster = onderlinge contrast tussen weke weefsels veel groter en
bot: egaal wit (zonder detail). 3D constructies mogelijk.
3. Echografie
Hoogfrequente sondes met hoge spatiële resolutie pathologie in oppervlakkige weke delen.
- Voordelen:
, Goedkoop, beschikbaar, goede tolerantie patiënt, geen straling, meerdere regio’s mogelijk,
vergelijking contralaterale zijde, zenuwbaanverloop zichtbaar, hoge beeldkwaliteit,
communicatie patiënt, dynamisch onderzoek, echogeleide interventies bv injectie medicatie!
Kleuren + power doppler: analyse vasculaire flow mogelijk. Evaluatie toegankelijkheid arteries en
venen en vascularisatie in pathologische processen.
- Nadelen:
Achter kalk of bot? Ontoegankelijk! Beperkte diepteresolutie + overzicht (oplossing: extended
field of view). Uitvoeren en interpreteren eerder moeilijk + afhankelijk van uitvoerder.
4. Magnetische resonantie (MR)
Superieure wekendelencontrast! MR > CT voor zowel intra- (beenmerg) als extra-osseuze weke
delen. T1 en T2 gewogen beelden
- T1:
Hyperintens aspect vet anatomische structuren! Opname intraveneus geïnjecteerd
contrastmiddel door pathologische processen: vergelijking T1 beelden voor en na injectie.
Gadolinium: collecties te onderscheiden vast weefsel, necrose van viabel tumorweefsel en
verdikt synovium van gewrichtsvocht.
- T2:
Vrij water aanwezig (bv vochtcollecties, oedemen…) sterk hyperintens.
- Vetsuppressie:
Op zowel T1 als T2 vetsignaal verlagen. T1: sterk contrast capterende processen hyperintens en
moeilijk af te lijnen van aangrenzend hyperintens vetweefsel signaal verlagen? Capterende
zones opvallen!
5. Artrografische technieken
= intra-articulaire injectie contrastmiddel. RX en CT: jodiumhoudend; MR: gadoliniumhoudend.
Diagnostische doeleinden: oppervlak niet-verbeende intra-articulaire structuren beter afgelijnd
beoordeelbaar bv gewrichtskraakbeen (hyalijn), menisci, labrum schouder en heup (fibreus;
beter zichtbaar op CT of artro-MR dus geen RX-artrografie). Abnormale uitloop uit gewricht ook
zichtbaar (kapselruptuur, peesruptuur, ligamentair…)
RX-artrografie: therapeutische doeleinden farmaca in gewricht geïnjecteerd intra-
articulaire naaldpositie bevestigd door kleine hoeveelheid contrastmiddel onder fluoroscopie te
injecteren.
H2 Radiologische evaluatie anatomische structuren
1. Bot
Corticaal en spongieus bot best met RX en vooral CT. Corticaal ook meestal goed op MR maar minder
accuraat dan met CT. Spongieuze bottrabekels zijn te dun om met MR in licht te stellen.
2. Beenmerg
= intra-osseuze weke delen. Goed met MR. Rood en geel beenmerg. Rode = hematopoietische merg
is celrijker: MR andere signaalkenmerken dan gele. Volwassenen: vooral rood in axiale skelet,
proximale humeri en femora. MR is enige die beenmerg rechtstreeks aantoont. Pas als
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gnk567. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.