Hoofdstuk 3: Feesten doorheen het jaar
Het kerkelijk jaar
1 = Advent (begin
kerkelijk jaar)
2 = Kerstmis
3 = 40-dagentijd
4 = Pasen
5 = Pinksteren
5
Liturgische kleuren: kleur kazuifel (gewaad pastoor):
A. Groen
Gebruik:
- Gewone zondagen, weekdagen
- Alle dagen zonder bijzondere feestdag of gedachtenis
Betekenis:
- Kleur van de hoop (eeuwig leven)
- Kleur van het toeleven, toegroeien naar eerstvolgende feestdag of
gedachtenis
B. Wit
Gebruik:
- Liturgische feestkleur
- Op de meest feestelijke dagen zijn de gewaden en paramenten zilver-
of goudkleurig
- Gebruikt op hoogfeesten van Christus, Kersttijd, Witte Donderdag,
Paastijd, op feesten en gedachtenissen van de heilige maagd Maria,
van de heilige engelen en op de gedachtenissen van heiligen die geen
marteldood gestorven zijn
Betekenis:
- Wit: zuiverheid, reinheid en onschuld
- Goud: overwinning, heerlijkheid en puurheid
, C. Rood
Gebruik:
- Palmzondag, Goede Vrijdag, hoogfeest van Pinksteren, gedachtenissen
van heiligen die een marteldood gestorven zijn, bij de uitvaart van de
Paus, voor wie naar een oud Byzantijns gebruik rood de rouwkleur is
Betekens:
- Bloed van de martelaren en vuur van de Heilige Geest
- Op Goede Vrijdag: bloed dat Jezus Christus tijdens zijn lijden en
sterven vergoten heeft
D. Paars
Gebruik:
- Dagen van de Advents- en Vastentijd, andere boete- en
voorbereidingsdagen, begrafenissen
Betekenis:
- Boete en bezinning, inkeer en voorbereiding
- Paars kan gezien worden als zwart waardoorheen het licht gloort
In de praktijk
Kerkelijke feesten mee beleven in de kleuterklas
Vaak zelf een BC (Kerst, Pasen, Lichtmis, Hemelvaart, Pinksteren,
Allerheiligen…)
Ook periode voorafgaand aanbrengen
Aanbrengen in kleuterklas:
- Kls opnemen in hun geloofsovertuiging
- Meevieren
- Belangrijk: goed aanbrengen liturgische vieringen, symbolen en
rituelen, mee-beleven
Aanwezig in de godsdiensthoek of elders
Aanbrengen van advent en welzijnszorg in de kleuterklas
Samen met de kls een adventskrans maken
o In de godsdiensthoek en aandacht in het onthaal
o Adventskrans:
Rond in riet, stro
4 kaarsen: elke zondag een kaars aansteken (op maandag in de klas)
en daarbij een gebed voorlezen uitkijken naar de komst van Jezus.
Hoe meer kaarsen branden, hoe meer licht, hoe dichter Jezus nabij is
Dennengroen: groen uit de natuur dat tegen de winter kan groen =
hoop, nieuw leven
Rode lint en rood van de 4 kaarsen: geloof, enthousiasme,
begeestering
Aanbrengen van de adventskalender
o Aftelsysteem naar Kerst
o Opdracht of gebed indoen
Aanbrengen van actie welzijnszorg
o Robby symbool voor alle kinderen in armoede
o Boek ‘een dag met Robby’