Natuurkunde CE-stof
Domein B: Beeld- en geluidstechniek
B1 Informatieoverdracht
Trillingen
1. Harmonische trilling
= wanneer het (u,t)-diagram een sinusfunctie is.
Frequentie het aantal trillingen per seconde.
Trillingstijd de tijdsduur van 1 trilling.
f=1:T
2. De resulterende kracht en de trillingstijd van een harmonische trilling
Fres = - C x u
T=
T=
Golven
1. Lopende golven
= golven die zich steeds verder uitbreiden
Golfsnelheid de afstand die de golf aflegt in 1 trillingstijd.
v=s:t= :T= xf
2. Geluid
* geluidssnelheid hangt af van de temperatuur en de tussenstof (medium) waarin
het geluid zich voortplant.
* de frequentie bepaalt de hoogte van de toon
* de amplitude bepaald de hardheid van de toon
* de geluidsintensiteit I (in W/m2) is de geluidsenergie die per sec door 1 m2 van die
opp gaat.
I = Pbron : Abol = Pbron : 4 x r2
3. Staande golven bij muziekinstrumenten: grond- en boventonen
buiken (B)-> open einde
knopen (K) -> gesloten einde
* 2 open einden OF 2 gesloten einden
grondtoon -> n = 1
eerste boventoon -> n = 2 (enz)
formule:
* 1 gesloten einde en 1 open einde
formule:
4. Interferentie en antigeluid
, Interferentie golven versterken elkaar.
Antigeluid golven doven elkaar uit.
5. Informatieoverdracht
* modulatie
-> een draaggolf bevat geen informatie en moet door de zender gemoduleerd
(veranderd) worden door de informatie aan de draaggolf toe te voegen. De info
kan de amplitudo (AM) of frequentie (FM) van de golf veranderen. De ontvanger
filtert de draaggolf weer weg (demodulatie) en houdt de info over.
* bandbreedte
-> is gelijk aan het verschil tussen de hoogste en laagste frequentie van de band ( ).
* kanaalscheiding
-> kanaal = een frequentieband die hoort bij een bepaalde draagfrequentie
-> kanaalscheiding = verschillende kanalen mogen elkaar qua frequentie niet
overlappen, omdat interferentie van de signalen anders voor storing zorgt.
* voor- en nadelen AM en FM
AM -> voordeel = lage f, dus grote golflengte, dus groot bereik
-> nadeel = amplitudo kan makkelijk verstoord worden
FM -> voordeel = weinig last van storing, kleine golflengte (veel meer zenders)
-> nadeel = kleine golflengte en grote f dus de golf wordt snel tegengehouden
(klein bereik).
Eigenfrequentie (feigen) de frequentie waarmee het systeem uit zichzelf trilt.
Gedwongen trilling een trilling die wordt aangedreven door een periodieke kracht van
buitenaf.
Aandrijffrequentie (faandrijf) de frequentie waarmee de kracht verandert.
Resonantie wanneer faandrijf nagenoeg gelijk is aan feigen.
2 soorten golven:
1. Transversaal
-> trilling loodrecht op golfsnelheid
vb. golf in snaar, water enz.
2. Longitudinaal
-> trilling evenwijdig aan snelheid
vb. geluidsgolven
B2 Medische beeldvorming
* Ioniserende straling
-> straling die atomen kan ioniseren en dus in het lichaam schade kan aanrichten.
5 soorten ioniserende straling:
Soort straling Bestaat uit Ioniserend Doordringend
vermogen vermogen en dracht
Alfa, Kern van Helium – 4 Groot Klein
Domein B: Beeld- en geluidstechniek
B1 Informatieoverdracht
Trillingen
1. Harmonische trilling
= wanneer het (u,t)-diagram een sinusfunctie is.
Frequentie het aantal trillingen per seconde.
Trillingstijd de tijdsduur van 1 trilling.
f=1:T
2. De resulterende kracht en de trillingstijd van een harmonische trilling
Fres = - C x u
T=
T=
Golven
1. Lopende golven
= golven die zich steeds verder uitbreiden
Golfsnelheid de afstand die de golf aflegt in 1 trillingstijd.
v=s:t= :T= xf
2. Geluid
* geluidssnelheid hangt af van de temperatuur en de tussenstof (medium) waarin
het geluid zich voortplant.
* de frequentie bepaalt de hoogte van de toon
* de amplitude bepaald de hardheid van de toon
* de geluidsintensiteit I (in W/m2) is de geluidsenergie die per sec door 1 m2 van die
opp gaat.
I = Pbron : Abol = Pbron : 4 x r2
3. Staande golven bij muziekinstrumenten: grond- en boventonen
buiken (B)-> open einde
knopen (K) -> gesloten einde
* 2 open einden OF 2 gesloten einden
grondtoon -> n = 1
eerste boventoon -> n = 2 (enz)
formule:
* 1 gesloten einde en 1 open einde
formule:
4. Interferentie en antigeluid
, Interferentie golven versterken elkaar.
Antigeluid golven doven elkaar uit.
5. Informatieoverdracht
* modulatie
-> een draaggolf bevat geen informatie en moet door de zender gemoduleerd
(veranderd) worden door de informatie aan de draaggolf toe te voegen. De info
kan de amplitudo (AM) of frequentie (FM) van de golf veranderen. De ontvanger
filtert de draaggolf weer weg (demodulatie) en houdt de info over.
* bandbreedte
-> is gelijk aan het verschil tussen de hoogste en laagste frequentie van de band ( ).
* kanaalscheiding
-> kanaal = een frequentieband die hoort bij een bepaalde draagfrequentie
-> kanaalscheiding = verschillende kanalen mogen elkaar qua frequentie niet
overlappen, omdat interferentie van de signalen anders voor storing zorgt.
* voor- en nadelen AM en FM
AM -> voordeel = lage f, dus grote golflengte, dus groot bereik
-> nadeel = amplitudo kan makkelijk verstoord worden
FM -> voordeel = weinig last van storing, kleine golflengte (veel meer zenders)
-> nadeel = kleine golflengte en grote f dus de golf wordt snel tegengehouden
(klein bereik).
Eigenfrequentie (feigen) de frequentie waarmee het systeem uit zichzelf trilt.
Gedwongen trilling een trilling die wordt aangedreven door een periodieke kracht van
buitenaf.
Aandrijffrequentie (faandrijf) de frequentie waarmee de kracht verandert.
Resonantie wanneer faandrijf nagenoeg gelijk is aan feigen.
2 soorten golven:
1. Transversaal
-> trilling loodrecht op golfsnelheid
vb. golf in snaar, water enz.
2. Longitudinaal
-> trilling evenwijdig aan snelheid
vb. geluidsgolven
B2 Medische beeldvorming
* Ioniserende straling
-> straling die atomen kan ioniseren en dus in het lichaam schade kan aanrichten.
5 soorten ioniserende straling:
Soort straling Bestaat uit Ioniserend Doordringend
vermogen vermogen en dracht
Alfa, Kern van Helium – 4 Groot Klein