1 DE HUID
Opperhuid = epidermis
- Bescherming lichaam (0,05-0,1mm)
- Bovenste laag: verhoornd epitheelweefsel uit dode cellen.
- Onderste laag: levende cellen aanwezig voor nieuwe aanmaak naar boven en gaan over in
verhoornde dode cel = verhoringsproces (28 dagen).
Hoornlaag = stratum corneum
- Afgestorven en verhoornde cellen uit keratine (hoornstof).
- Dakpansgewijs samengehouden door vetachtige substantie die tijdens verhooringsproces
buiten de cel zijn getreden (zweetresten, talg en polaire stoffen van epidermis en dermis).
o Sebum uit talgklier.
o Wateroplosbare producten = natural moisuring factor (NMF): stabiele emulsie.
- Relatief vet en licht zuur. Wateroplosbare producten + vetachtige stoffen uit talgklier en
water stabiele emulsie: pH 5,5.
- Probleem: oppervlak vuil huidporiën verstopt door opstapeling van afgestorven
epidermiscellen en talg.
Doorschijnende laag = stratum lucidum
- Voornamelijk dode cellen, verhoringsproces nog aan de gang.
- Ongeordende platte cellen.
Korrel laag = stratum granulosum
- Uit meerdere cellagen, platter dan stekelcellen en levende maken plaats voor dode.
- Begin verhoringsproces: EW-moleculen verhoornde protoplasmakorreltjes of
keratohyalinekorreltjes (voorloper van hoornstof keratine).
Stekelcellen laag = stratum spinosum
- Uit meerdere lagen, dikste laag van opperhuid en kubische vorm met stekelvormige
uitlopers: vormen bruggen van cel naar cel = onderling verbonden.
- Tot 10e levensjaar celdeling.
- Samen met basaalcellen laag = laag van Malpighi = kiemlaag.
Basaalcellen laag = stratum basale = stratum cylindricum
- Eenlagig cilindrisch epitheel met veel vocht en levende cellen.
- Cel door celdeling vervangen: voedingstoffen (02) en afvalstoffen uitwisselen op
bindweefsellaag. Cellen meer naar boven platter en droger: slechter voorzien van O2 en
voedingstoffen.
- Pigmentvorming: melanocyten oiv licht melanine uit melanogeen.
,Lederhuid = corium = cutis
- Dicht bindweefsel verweven met geelachtige elastische vezels (0,5-3mm).
- BV, lymfecapillairen en vaten, zweetklieren en vaten, talgklieren, zenuwuiteinden,
haarwortels en arrectores pilorum = onwillekeurige spieren voor kippenvel.
Papillaire laag = stratum papillare
- Papilvormige uitstulpingen die opperhuid indringen = corium- of dermispapillen.
- BV: basaalcellen laag voorzien van O2 en voedingstoffen.
- Cutislijsten = huidlijsten: lijntjes op oppervlak van huid, anders bij iedereen (vingertoppen).
- Verdedigingssysteem: virussen/bacteriën gericht onschadelijk maken.
- EW-achtige bindweefselvezels (grootste deel) = elastische, golfvormige, amper buigbare
collageenvezels bepalen stevigheid en elasticiteit van de lederhuid.
Verbinding met glycosaminoglycaan: jonge huid = onbeperkt vocht vasthouden. Oude huid =
vertakken collageenvezels sneller en vochtvasthoudend vermogen neemt af.
- Niet voortdurend vernieuwd, beschadiging = litteken.
- Bovenzijde: golfvormig uiterlijk, vast verbonden aan basaallaag. Golfvormig =
contactoppervlak groter opperhuid optimaal van voedingstoffen voorzien.
Netvormige laag = stratum reticulare
- Dikste laag, ongemerkt over in onderhuids vetweefsel = subcutis.
- Dicht net van collageenvezels, parallel met andere lagen.
- Net uit BW en vezels spankracht en elasticiteit.
Onderhuid = subcutis
- Één laag, verschilt van persoon.
- Losmazig BW, mazen en vezels groot. In mazen vetcellen: vet opnemen en dikte bepalen.
- Vet functies:
o Beschermen: stootkussen voor onderliggende organen rondom nieren/oogleden,
zwanger beschermt ongeboren baby.
o Veerkracht bepalen van huid en lichaamsvormen (dik/dun zijn).
o Reservevoorraad (niet eten hieruit energie halen).
o Isolerende laag: beschermen tegen koud (dik minder koud).
- BW uit los BW met vetcellen in grotere kussenvormige clusters: opslag van E en bescherming
tegen koude en stoten. (handpalmen/voetzolen/zitvlak vetopslag alleen als stootkussen).
- Vetkussen gescheiden door tussenschotten en uitlopers van vezels van lederhuid. Uitlopers:
banden die het bewegen van huid op de onderste laag begrenzen. (starheid van banden:
huid op voetzolen kan niet bewegen.
- BV aanwezig.
,Functies huid
- Tegen mechanische, chemische en thermische beschadiging.
- Tegen uitdroging en ongewenste fotochemische reacties en oxidaties.
- Opslaan reserve vetten en vocht.
- Regeling van lichaamstemperatuur door uitstraling van warmte en verdamping zweet.
- Vocht opnemen: rechtstreek door opperhuid of door haarzakjes, zweet- en talgklieren.
- Biotransformatiereacties en delen van metabolisme (aanmaak Vit D).
- Onderdeel van zintuigen, hier tastzin
o Tastlichaampje van Meissner: platte cellen in lederhuis lichte/vluchtige aanraking.
o Schijf van Merkel: prikkels bij aanhoudende aanrakingen, geven door aan hersenen
tot lang nadat aanraking stopt.
o Druklichaampje van Vater-Pacini: snelle verandering zoals vibraties en druk.
o Ruffini cilinder: R uit bundel vezels binnenin cilindervormige capsule, neemt sensatie
van strekken waar.
Verzorging van de huid
Huidreiniging
= verwijderen vuil en talg met zeep/shampoo.
- Klassieke zepen = natriumzouten van verzadigde carbonzuren (C12-C18):
lange apolaire staart (alkyl) met polaire kop (zout van carbonzuur).
Polair: oplosbaarheid in water.
Apolair: verwijdering van vette/apolaire stoffen.
Lengte alkyl: kort = agressieve zeep die prikkelt.
- Werking: emulgeren van vette stoffen. Zeep als emulgator: vette stof oplossen en wegspelen
door water (warm: vet en zout in gesmolten toestand, gemakkelijk in kleine druppels vallen).
- Detergenten alleen zijn agressief: beschermingsmantel huid, licht zuur, weggewassen, droogt
uit en verdediging tegen bacteriën verminderd ontstekingen. Terug normaal = enkele uren
of crémes toevoegen. (lang in bad)
- Minder agressief maken: vetten, oliën of vetzuren toevoegen.
- Nadeel klassieke zouten van vetzuren als zeep: Ca2+ en Mg2+ zouten weinig oplosbaar.
Neerslaan bij zeep met hard water (veel Ca en Mg) glanzende vuile film op huid/haar.
Voorkomen: alkylsulfonzuren, hier Ca en Mg zouten beter oplosbaar.
- Alkylsulfaten: haarshampoos en acne zepen (natriumlaurylsulfaat).
Goede tensiden (= oppervlaktespanning verlagen) ook overvloedig en zacht schuim geven
zelfs in hard water en makkelijk wegspoelen.
Sterk ontvettend: soms irriterend combo met additieven die schuim stabiliserend en
viscositeit verhogend werken = vetzuuralkanolamiden.
- Minder irriterend: alkylethersulfaten = gesulfateerde polyethyleen glycol vetalcohol ethers
door 1) derivatiseren met ethyleenoxiden van alcoholen met lange alkylketen 2) sulfateren
met zwavelzuur.
Anionische eigenschappen: schuimend en detergerende werking (alkylsulfaten) en
niet-ionische eigenschappen: beschermende werking voor de huid.
Beter H2O oplosbaar dan alkylsulfaten.
Iav NaCl/Na2SO4 ideale viscositeitsverhogers (toevoegen duurdere vetzuuralkanolen niet
nodig zoals bij alkylsulfaten).
, Antiseptica en deodoranten
- Directe werking: inhibitie bacteriële groei.
- Indirecte werking: reductie zweetproductie.
- Zweet uit zouten en vocht bevordert groei micro-organismen.
- Zweetremmen = aluminium chloride hexahydraat.
- Bacteriedodend = gehalogeneerde aniline en fenolderivaten. Verminderen bacteriële flora
van huid en reuk uit afbraakproducten van zweet.
- Deodoranten: zweetneutraliserend en geurmaskerend.
ZnO + vetzuren (stank) reukloze zinkzouten. Of parfums toevoegen.
- Deodoriserend uit antiseptica en ontgeurders. Transpiratie remmend ook uit Al
zouten/derivaten.
- Fenol- en aniline producten fotoallergische reacties uitslag.
o Gehalogeneerde salicylzuurderivaten
o Fenothiazinen (conserveermiddel)
o p-hydroxybenzoëzuur esters
o furocoumarine van bergamotolie in parfums geven strepen op huid
o coumarines
Allergie: bestraling met zon iav O radicalen reageert met thiol-, fenol- en
imidazoolgroepen van huidproteïnen antigenen Ig productie allergische ractie.
Tonica
= polaire organische oplosmiddelen: gezichtswater, scheerwater, haarwater.
- Basis = alcoholische oplossing (ethanol/isopropanol) in H2O.
- Afhankelijk van aard en hoeveelheid:
o Huidverfrissers
Nagenoeg geen alcohol (0-10%), glycerine als bevochtiger.
Bovenste lagen van epidermis tegen uitdroging, tegengaan van verdamping.
Mild: droge, gedehydrateerde gevoelige en normale huid (geen alcohol).
o Huidtonica
Alcohol (tot 20%) en bevochtiger.
Normale, gemengde en vette huid.
o Adstringentia
Alcohol (20 – 60%), antiseptica, water en bevochtiger.
Op vette huid omdat het uitdroogt. Vet verwijderen meer vet afscheiden
ter compensatie. Aanstippen op kleine oppervlakten.
- Extra stoffen aan tonica toevoegen
o Azijnzuur: CH3COOH
o Boorzuur: B(OH)3
o Aluminiumzouten: adstringerend, aluin Kal(SO4)2 en aluminiumacetaat Al(OAc)3.
Aluin bindt EW van beschadigde huid, doet samentrekken (bloedstelpend (scheren))
o Organische verbindingen: allantoïne (wondhelend celregenererend) en tannine
(adstringerend)
o Combo van metaalzout met organische verbinding: chloorhydroxyaluminaat
allantoïnaat (Alcloxa) en aluminiumdihydroxyallantoïnaat (Aldioxa).