Bouwfysica
0 Inleiding
Waarom is bouwfysica belangrijk: comfort (warmte, koude, licht, tocht, vocht, geluid),
energie, regelgeving en kostprijs
1 Algemene begrippen
1.1 Wat is geluid?
Trilling van een medium of lucht
Bron= productie van geluid (geluidsvermogen in Watt W)
Luchtdeeltjes verplaatsen niet, maar geven trillingen door er ontstaat een golf
Medium=transmisse (overdracht door lucht of voorwerpen)
In een vacuüm is er geen lucht en ook geen geluidsoverdracht
Longitudinaal= de beweging van de deeltjes= de voortplantingsrichting
Transversale golf, zoals een steentje in water gooien
Waarnemer= receptie
Ontvanger of oor neemt een drukvariatie waar, enkel snelle drukveranderingen
Druk in Pascal Pa of Newton per vierkante meter N/m²
Totale druk (pt) = atmosferische druk (pa) + akoestische overdruk (p)
Voortplanting van geluid (snelheid c) afhankelijk van toonhoogte, temperatuur lucht,
materiaal
Frequentie= aantal trillingen van een deeltje per seconde
Één trilling per seconde is 1 Hertz (Hz)
< 16 Hz infrasone geluiden, Tussen 16 en 16000 Hz is hoorbaar, >16000 Hz ultrasone
Frequenties zijn op logaritmische schaal
Lage tonen < 1000 Hz < hoge tonen
Golflengte lambda λ
Luide klanken, hoge pieken in tabel
Stille klanken lage golven
Soorten geluid:
- Enkelvoudige tonen= 1 klank die blijft klinken, bijna nooit in dagelijks leven
- Gewoon geluid= samengestelde tonen met welbepaalde frequenties, vormen
geen meetkundige reeks
- Muzikale tonen= samengestelde tonen met welbepaalde frequenties die wel een
meetkundige reeks vormen
- Ruis= klank met continu spectrum (alles frequenties binnen een frequentiegebied
zijn aanwezig)
- Witte ruis= omvat alle frequenties even sterk
, Snelheid van geluid c is meestal 340 m/s
c = λ/T
c=λ.f
λ = c/f
Voor een toon van 16 Hz 340/16 =21.2 m
Voor 16000 Hz 340/16000= 2.1 cm
Geluidsgolven in de lucht: 2cm tot 20 m
Gladde muren kaatsen geluidsgolven groter terug, klinkt harder
Geluidsdruk= de intensiteit van de trillingen, de afwijking t.o.v. de gemiddelde
luchtdruk
Wordt op logaritmische wijze gemeten en gehoord
Geluidsdrempel= de kleinst mogelijke druk die gehoord kan worden 2. 10^-5 bij 1000 Hz
Pijndrempel= 120 dB
1.2 Waarnemen van geluid
Decibels worden logaritmisch opgeteld, niet 1+1=2
Optellen zie oefeningen
Geluid meten kan in meetkamer of dode kamer, kan niet overal, subjectief
Twee geluiden met zelfde curve klinken niet hetzelfde
Aan 500 en 1000 Hz is ons oor het meest gevoelig
Equivalent geluidsniveau L eq meten: observatieperiode van 30 minuten, continu geluid
met zelfde geluidsbelasting als veranderlijke geluiden
L eq= niveau van continue geluid, gemeten in dB
Voor bijvoorbeeld overschrijding achtergrondlawaai te meten
2 Zaalakoestiek
2.1 Intro
Bron en waarnemer in 1 lokaal of verschillende lokalen door geluidsisolatie
2.2 Geluidsabsorptie
= eigenschap van een materiaal, of het dempt binnen een ruimte, trilling deels opneemt
,Absorptiecoëfficiënt a of alfa is dimensieloos
A is open raam,
heel absorberend
Ii=
invallende golf
Ir= gereflecteerde golf
Ic= geabsorbeerde energie
It= doorgelaten energie
Waarde tussen 0 en 1
Afhankelijk van materiaal, dikte, frequentie, hoek waarin geluid valt
Totale absorptie A= a.S (m²)
Geluidsabsorptie meten:
- Interferomethode (niet meer gebruikt) = buismeting
- Nagalmmethode (zeer betrouwbaar) = in een kamer met onregelmatig opp. 2
metingen, met materiaal en zonder, verschil hiervan is a, verschillende
frequenties meten
In oefening kunnen gebruiken
Soorten absorberend materiaal:
2.2.1 Poreus absorberende materialen (>1400 Hz) hoge frequenties
Zachte materialen, vezels of schuimen, zetten akoestische energie om in
warmte, open cellen met lucht verbonden om absorptie te hebben,
Absorberende pleisterlagen bvb, niet schilderen, hoe dikker de laag, hoe
meer absorptie in de lage frequenties
Afstand van plafond zorgt ook voor meer absorptie van lage tonen
Aandachtspunten:
- Niet bedekken met folie of verf
, - Enkel specifieke folies of verven die heel dun zijn en de absorptie behouden
Voorbeelden:
- Absorberende plafonds
- Akoestische baffles, platen aan plafond naast elkaar waartussen geluid botst, in
veel kleuren en vormen
- Plafondeilanden bvb Ikea
- Wandbekledingen
2.2.2 Helmholtzresonatoren (300-1500 Hz)
Veel toegepast, panelen met spleet met daartussen een holte waar geluid
kan uitdoven, grootte van holte kan gekozen worden a.d.h.v. de functie,
absorbeert vaak één specifieke frequentie
Invloeden: aantal gaatjes, diameter openingen, plaatdikte, volume ruimte en
vulmateriaal
2.2.3 Panelen of membraan-absorbeerders (<300 Hz) lage frequenties
Bij verlaagd plafond, computervloer en voorzetwand
Resonantiefrequentie: de frequentie waarbij het paneel in beweging komt en
absorbeert
Absorbeert maar 1 frequentie, kan raar klinken
Plaat trilt op een veersysteem
Fres = 60/ √ m.d
m= massa van paneel in kg/m²
d= afstand tussen paneel en achterwand in meter
Niet over schilderen, sluit perforaties en stopt absorptie
Best combinatie van de drie voor mooie spreiding frequenties
2.3 Nagalmtijd
= de tijd in seconden die na het afzetten van de bron nodig is om het
geluidsenergieniveau met 60 dB te laten dalen
Indicatie van de akoestische kwaliteit van een ruimte
Nagalmtijd beïnvloedt: verstaanbaarheid, sfeer, impressie van muziek, echo’s
Hoe meer absorptie, hoe lager de nagalmtijd
Wet van Sabine: A= totale absorptie, V= volume
Eisen van nagalmtijd:
Trappen -> geluidsabsorptieoppervlakte > 0,3 . horizontaal oppervlakte trappen en gang
Atria als toegangsruimte -> nagalmtijd T < 1,5s of < log(V/50)