Sociologische perspectieven
Hoofdstuk 1: Onderwijs als ordevraagstuk
‘Sociale organisatie van leren’
→ Verandert in de loop der tijd:
1. Agrarische samenleving: overdracht van vader op zoon
2. Pre-industriële tijdperk: gericht op ambachtelijke productie (gilden)
3. Industriële revolutie: school (nood aan basisvaardigheden voor veranderende samenleving)
= ‘sociale organisatie van leren’ beïnvloed door maatschappij
= ‘dominante economische modus van productie’ → efficiënt maatwerk = onderwijs op maat
→ Drie essentiële vragen:
✓ Wat moet er worden onderwezen? (curriculum)
✓ Hoe moet dat worden gedaan? (onderwijsproces)
✓ Voor wie is welke vorm van leren? (selectie en onderwijskansen)
+ Wie beantwoordt deze vragen? (governance!)
✓ Onderscheiden zich van elkaar door aard van onderlinge relaties (doelen bereiken, maar ook beperkingen!)
✓ Meerdere ordes kunnen in een interactie actief zijn
✓ Sociale constructie en dus veranderlijk! = de ‘new social order’ = verschuiving spontaan naar geconstrueerd
Overheid VS. Markt
➢ Groeiend belang van overheid na WOII
➢ Groeiend belang van markt in jaren ’80 (wereldwijde recessie na oliecrisissen) → neoliberalisme
= beleidsepidemie (recht doen aan wensen ouders/leerlingen + concurrentieprikkel voor scholen
➢ Socio-culturele ontwikkelingen: individualisering, multiculturele samenleving, dalende geboortecijfers…
Voor Tegen
Vrije schoolkeuze van ouders (onderwijs = pso) → meer Vrije schoolkeuze is niet écht voor iedereen vrij →
betrokkenheid ouders → scholen concurreren → invloed door sociale status, gender en etniciteit →
streven naar kwaliteit/responsiviteit financiële overwegingen? → reputaties
= ‘circuits of schooling’ (toch onderwijssegregatie)
✓ Scholen hebben een bepaalde hiërarchie (reputatie)
✓ Acties van scholen streven naar behoud en verbetering van de eigen plaats in die hiërarchie
= expliciete (voorwaardelijk) en impliciete (aantrekken) selectie
✓ Reden voor marktfalen: informatie-asymmetrie = hoe goed kunnen ouders de kwaliteit van scholen
inschatten? → overheid moet ouders voldoende en betrouwbare informatie geven over kwaliteit scholen
→ welke gegevens zijn adequaat voor het beoordelen hiervan?
Beleid bij marktwerking
✓ Context is zeer belangrijk!
✓ Een sterke markt vereist een sterke overheid (kan spelregels bepalen)
✓ Zorgen voor een evenwichtige concurrentie (niet o.b.v. leerlingsamenstelling = segregatie)
✓ Doel moet altijd het verbeteren van de onderwijskwaliteit zijn, geen ‘symbolische’ aanpassingen
2
, Hoofdstuk 2: Het onderwijs in de Lage Landen in historisch en internationaal perspectief
Hoe wordt invulling gegeven aan de hoofdfuncties van onderwijssystemen doorheen de tijd?
•Agrarische samenleving
•Domscholen (priesters) = eliteschool en kloosterscholen (monniken) = handarbeid
7e eeuw = socialisatie- en selectie/allocatiefunctie
•Parochiescholen (focus op christianisatie/gedragsregels)
= socialisatie- en integratiefunctie
12e eeuw
•Stedelijk en dorpsonderwijs --> toename bevolking, selectie/allocatiefunctie via taal: Frans of Latijn
•Lager onderwijs (Christianisatie/schrijven/lezen) --> beroepsonderwijs (gildenonderwijs en Franse scholen) -->
14e eeuw algemeen vormend onderwijs (Latijnse scholen) + particulier onderwijs (bijscholen)
•Van hoofdelijk onderwijs --> nieuwe denkbeelden
•Hoofdelijk onderwijs = houten plak/roede, onderwijs ten dienste van de Kerk (bekeringsoffensief)
16-18e eeuw •Nieuwe denkbeelden = Verlichting, kennis is deugd (beschavingsoffensief) = klassikaal onderwijs
•Industrialisatie (kwalificatiefunctie)
•Monitorial system: leerkracht geeft les aan oudere leerlingen, die geven les aan jongere leerlingen enz.
19e eeuw •Vrijheid van onderwijs in grondwet, schoolstrijden/verzuiling/Schoolpactwet/leerplicht
•Jaren '80: neoliberalisering: decentralisatie, privatisering, deregulering --> autonomievergroting
20e eeuw
Nederland: een calvinistisch schoolsysteem
1580: Noordelijke gebieden kiezen na Reformatie voor protestantisme (Calvinisme)
➢ Volkstaal i.p.v. Latijn in de Kerk
➢ Scholen met als doel alfabetisme bestrijden
➢ Lager onderwijs: Armenscholen (gratis onderwijs om Bijbel te kunnen lezen)
➢ Voortgezet onderwijs: Gildenonderwijs, Franse en Latijnse school
➢ Eind 18e eeuw: Vakonderwijs (tekenscholen jongens en naaischolen meisjes)
Een internationaal perspectief
✓ Vanuit Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
= internationaal vergelijkend onderzoek voor onderwijs (Wat kunnen landen leren van elkaar?)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper KDM. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,49. Je zit daarna nergens aan vast.