1. Een definitie van psychologie
—---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
“Wetenschappelijke studie van het gedrag met als doel deze gedrags evidentie te gebruiken om de interne processen
te begrijpen die aan dit gedrag ten grondslag liggen”
2. Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt heeft
—---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2.1. Context
● De observatie werd DE wetenschappelijke methode dit bracht vragen met zich mee over menselijke
informatieverwerking
○ Reden: De copernicaanse revolutie + de wetenschappelijke revolutie
○ Centraal: waarneming en observatie
○ Gevolg:
■ Wetenschappers begonnen zich vragen te stellen over de mogelijkheden en beperkingen van de
menselijke waarneming
■ ⇒ Resultaat: eerste natuurwetenschappelijke studies over het menselijke functioneren /
informatieverwerking
2.2. De eerste natuurwetenschappelijke studies over het menselijke informatieverwerking
1. De persoonlijke fout
● Studie Domain: Astronomie
● = Om de beweging v planeten en sterren te bestuderen was het nodig om precies vast te
stellen wnr (tijdstip) een hemellichaam een bep. lijn aan de hemel overschreed
● MAAR: Er ontstaat een discussie tss 2 personen die niet op dezelfde tijd komen
○ Reden: De ene persoon had meer tijd nodig om info te verwerken dan de andere
○ = “de persoonlijke fout”
2. De snelheid v informatietransmissie in de zenuwen
● Onderzoek van Hermann Von Helmholtz
● Aanvankelijk: men dacht dat informatieverwerking geen tijd kosste
● Na onderzoek: Men kwam tot de conclusie dat informatieverwerking toch tijd koste
○ Snelheid infoverwerking: 30 m/s
3. Donders’ substractie method
● “ka-ke-ki-ko-ku experiment “
● Centraal: hoeveel tijd h mensen nodig om eenvoudige taken uit te voeren
● Hypothese: alle mentale handelingen (waarneming, discriminatie, wilsuiting, maken v keuzes) h een zekere
verwerkingstijd nodig
● Drie verschillende condities:
○ Eerste conditie: steeds dezelfde stimulus aangeboden (ki, ki, ki, ki), de proefpersonen moest deze zo snel
mogelijk herhalen. (ki-knop indrukken)
■ Situatie: men heeft 1 knop en 1 klank
■ A-reactie, eenzelfde reactie op steeds dezelfde stimulus
■ Duur: 197 ms
○ Tweede conditie: vijf lettergrepen werden door elkaar aangeboden, proefpersoon moest deze zo snel
mogelijk herhalen.
■ Situatie: men heeft 5 knoppen en 5 klanken (ka, ke ,ki, ko, ku)
■ B-reactie:
● zowel een discriminatie van de stimulus
● als een keuze van het antwoord gemaakt moest worden
■ Duur: 285 ms
○ Derde conditie: vijf lettergrepen werden opnieuw aangeboden, maar de proefpersoon diende alleen de
lettergreep ‘ki’ te herhalen.
■ Situatie: men heeft 1 knop ( ki) en 5 klanken
■ C-reactie, een reactie waarbij alleen een discriminatie van de stimulus gemaakt moest w
■ Duur: 243 ms
● Conclusie
○ Perecptueel discrimineren: 46 ms (= c-a)
○ Keuze van antwoord: 42 m/s (=b-c)
1
, 3. Het ontstaan van de psychologie
—---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Psychologie als nieuwe wetenschap
⇒ Een aantal kerngebeurtenissen:
● 1. Wundt → Het eerste laboratorium voor psychologie
○ Hij was de 1e wetenschapper die zichzelf een psycholoog noemde
○ Hij richtte het eerste psychologisch laboratorium op aan de universiteit van Leipzig
■ Dit w beschouwd als het startpunt vd wetenschappelijke psychologie
● 2. Binet → De geboorte van de toegepaste psychologie
○ Maakte de eerste intelligentietest
■ test die zou uitmaken of kinderen met leerachterstand een tekort aan intelligentie hadden of
geholpen konden w met extra onderwijs
○ Stond aan de basis van de toegepaste psychologie
● 3. VS → Functionalisme
○ = Functionalisten zijn geïnteresseerd in de veranderlijkheid, de dynamiek in het bewustzijn.
■ Er werd gezoch naar de functies van het bewustzijn
○ De eerste belangrijkste stroming binnen de Amerikaanse psychologie: het functionalisme
■ een soort toegepaste psychologie
■ Doel: praktische problemen oplossen
● 4. Ontwikkeling behaviorisme
○ Uitgangspunt:
■ enkel observeerbaar, meetbaar gedrag kan het onderwerp vormen van psychologisch onderzoek
en theorievorming
● Ze keren zich tegen de methode van introspectie
■ Ze namen 3 ideëen over van het positivisme
1. Replicaties: operationele definitie
○ Replicatie:
■ De theorieën moeten gebaseerd zijn op directe observaties die
door anderen herhaald konden worden
■ Hoe? operationele definitie
○ Operationele definitie
■ = alle termen die men gebruikt in het onderzoek gaan we zeer
duidelijk moeten definiëren
■ Bv: een wetenschapper zal niet zeggen: “een hongerige rat werd gebruikt
...” maar hij zal zeggen “een rat die 24 uur geen eten gekregen heeft werd
gebruikt ...”
2.
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen afhankelijke en onafhankelijke
variabelen.
○ Onafhankelijke variabele:
■ = karakteristieken van de situatie die op de persoon of dier
kan inwerken en de onderzoeker kan manipuleren.
■ = stimulus / oorzaak
○ Afhankelijke variabele:
■ = de gedragingen van de persoon of het dier die de onderzoeker
kan meten om na te gaan of de onafh variabele een effect h
gehad.
■ = reactie / gevolg
⇒ Hierdoor wordt het behaviorisme ook de S-R psychologie genoemd,
→ een stimulus lokt een respons uit.
3. Het beschrijven van de relatie tussen de stimulus en de reactie, liefst in de vorm van
een wiskundige wet.
○ Beginpunt: pamflet “Psychology as the behaviorist views” van John Watson
■ Hij stelde dat psychologie nooit een echte wetenschap zou w als zij zich met het bewustzijn bleef
bezighouden
○ Opmerking:
■ Het bewustzijn viel dus buiten het studiegebied van het behaviorisme
● als je wil voorspellen hoe iemand gaat reageren, heb je weinig aan de mentale
processen
■ Het enigste wat we nog hebben overgehouden van het behaviorisme is de
natuurwetenschappelijke methode
2
, 4. Onderzoeksmethoden in de psychologie
—---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
● Verloop:
○ Het formuleren van een onderzoeksvraag o.b.v. een theorie
○ Literatuurstudie
○ De keuze van de onderzoekstechniek:
■ Beschrijvend onderzoek
■ Correlatieonderzoek
■ Experimenteel onderzoek
Het hebben van een onderzoeksvraag
(obv een theorie)
Literatuurstudie
Beschrijving Voorspelling Verklaring
- Wat gebeurt er? - Samenhang tss de gegevens - Waarom?
- Hoe dikwijls? - Hoe?
- Data vergeleken met soortgelijke data - Proberen te begrijpen wrm sommige - Evaluatie hypothese
variabelen correleren en andere niet - Indien nodig, theorie aanpassen en
- Hypothese opstellen opnieuw onderzoeken
1. Beschrijvend onderzoek
“Beschrijvend onderzoek is het verzamelen van betrouwbare en correcte informatie over een onderwerp. Met als doel het
onderwerp beter te kunnen begrijpen.”
Vragenlijsten
● = een reeks van vragen die de ondervrager in hun eigen tempo kunnen antwoorden.
● Voorbeeld: studie van Blatchford
○ Onderwerp: effect klasgrootte op agressie bij kleuters
○ Onderzoek: leerkrachten moesten vragenlijsten invullen over het gedrag van de kinderen
Interviews
● = er worden open, gerichte en mondelinge vragen gesteld in interactie met de bevraagde
● Onderscheid
○ Gestructureerd interview
■ = de ondervrager heeft een vaste lijst met vragen die in een bepaalde volgorde aan bod komen
○ Ongestructureerd interview
■ = de vragen liggen niet van tevoren vast (behalve de eerste misschien), er wordt ingehaakt op
wat de ondervraagde zegt.
3
, Opiniepeilingen
● = korte snelle inventaris van de opinies over een onderwerp bij een grote, representatieve steekproef. Men zal hieruit
conclusies trekken over de hele populatie.
● Voorbeeld:
○ Opiniepeiling doen om verkiezingsresultaten in te schatten
Psychologische tests
● = Tests voor het meten van menselijke eigenschappen en vaardigheden
● Gestandaardiseerde test:
○ = manier voor het meten van vaardigheden of eigenschappen die aan een zorgvuldig en uitgebreid
vooronderzoek onderworpen werden, men weet nu dat we op deze manier objectieve gegevens kunnen
verzamelen
● Voorbeeld
○ IQ-test → intelligentie meten
○ persoonlijkheidstest → persoonlijkheidseigenschappen meten
2. Correlatie-onderzoek
“Correlatie-onderzoek is een onderzoek waarbij men verbanden gaat leggen tussen verschillende waarnemingen”
Voorbeelden
● vb. Verband tussen computerspelletjes en agressie op speelplaats
● vb. Verband tussen IQ en levenskwaliteit
“Bij experimenteel onderzoek grijpen de onderzoekers actief in en manipuleren één variabele en kijken of dit effect heeft op de
andere variabele. Buiten het manipuleren van één variabele, blijft al de rest constant.”
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jokeversteen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.