1. Analyse van het passief
1.1 Algemene solvabiliteitscoëfficiënt = EV/BT
Financiële autonomie van het bedrijf
Graad van zekerheid aan schuldeisers
Norm: 1/3
Alarm: 15%
1.2 Financiële onafhankelijkheidscoëfficiënt op LT = EV/PK
Bankiers
Norm: ½
1.3 Terugbetalingscapaciteit van schulden op LT
NCF = nettowinst + afschrijvingen + voorzieningen
Netto-autofinancieringscapaciteit
Terugbetalingscapaciteit van schulden op LT = NCF/schulden op 1 jaar
1.4 Nettokasstroom (netto cashflow)
Terugbetalingscapaciteit op KT = NCF/financieel opeisbaar op KT
Inbegrip van schijf van schulden die binnen het jaar vervallen
2. Analyse van het actief
Coëfficiënt van de vaste activa = netto vaste activa/totaal activa
3. Het verband tussen actief, passief en de bedrijfsresultaten
3.1 Het bedrijfskapitaal
BK = PK - netto vaste activa
BK = VlA – VVKT
Overschot vormt veiligheidsmarge die aantoont dat het bedrijf een deel van zijn
permanent kapitaal gebruikt voor iets anders dan financiering van vaste activa
Veiligheidsmarge = BK/VVKT
Liquiditeitscoëfficiënt = VlA/VVKT
In welke mate overtreffen de activa die geacht worden liquide te zijn het opeisbaar
op KT?
Rekening houden met het relatief belang van de omzet
RBO = BK/omzet