1
KERNBEGRIPPEN
LES 1
• Hoofdstuk 1
Basis definitie Psychologie
- Psychologie is een wetenschap waarbij gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat
gedrag ten grondslag liggen.
- Door systematische observatie van meetbare kenmerken (gedrag) inzicht krijgen in
processen die niet rechtstreeks kunnen worden geobserveerd (interne processen)
Dualisme
- Descartes
- Lichaam vs geest, connectie door pijnappelklier (rede)
Evolutieleer
- Darwin, Origin of Spiecies over de Evolutie theorie & natuurlijke selectie
- Mensen stammen af van dieren dus menselijk gedrag kan bestudeerd worden net zoals
dierlijk gedrag. Enkel de ziel is niet gezelfde.
Normaalverdeling
- Quetelet met de eerste methodes voor menselijke observatie
- Individuele verschillen zijn normaal verdeeld.
Er vormt een theorie over de gemiddelde mens
Mentale Chronometrie
- Donders & Helmholtz meten de snelheid van zenuwimpulsen via experimenten
- Stimulusdiscriminatie (46ms), antwoordkeuze (42ms), …
Experimentele Psychologie
- Combinatie van psychologie (interne observatie) en fysiologie (zintuiglijke ervaring)
- Wundt: startpunt van de wetenschappelijke psychologie
(eerste labo, methodisch werken, …)
- Hoe beïnvloeden de fysiologische processen de interne observatie?
Introspectie & Experimentele Zelfobservatie
- Introspectie: subjectieve zelfreflectie, zelf nadenken over interne processen
- Experimentele zelfobservatie: gestandaardiseerde methodes, observeren om interne
processen te ontdekken, enige toelaatbare methode volgens Wundt
, 2
Structuralisme
- Tichener, de structuur van het bewust zijn begrijpen door de complexe elementen te
reduceren tot elementaire componenten
Functionalisme
- Psychologie moet ten dienste zijn van de maatschappij en economie, bewustzijn is
nutteloos, toegepaste psychologie
- Binet stelt intelligentietests op, men kijkt wie waar het beste kan functioneren
- VS domineert, industrie
Behaviorisme
- Watson
- Bewustzijn is niet meetbaar en dus nutteloos, gedrag is wel direct observeerbaar
- Psychologie = wetenschap van het gedrag
- Invloed van het positivisme
Operationele definities
- Van het subjectieve het objectieve maken (vb: honger —> 5u niet gegeten)
Onafhankelijke Variabele
- Factor die het gedrag kan beïvloeden (met opzet of niet)
- vb: moeilijkheidgraad van een test, lichtintensiteit, vermoeidheid, …
Afhankelijke Variabele
- Gemeten aspect van het gedrag
- vb: snelheid, accuraatheid, gewicht, hersenactiviteit, …
S-R psychologie
- Een stimulus/prikkel (OV) leidt tot een respons (AV) op basis van wetmatigheden
- Behaviorisme heeft geen oog voor mediërende processen, leerpsychologie
Cognitieve Psychologie
- Hedendaags, neemt zelfde methode maar niet standpunt van Behaviorisme over
- Kan beschreven worden als Behaviorisme plus interne processen
- Er is een actieve informatieverwerking aanwezig tussen S & R:
• Mentale representaties & processen en coginitieve controle —> metafysisch
Informatiefeedback
- Informatieverwerking is een interactie tussen ‘eenvoudige processen’
- vb: thermostaat
, 3
Natuurwetenschappelijke en hermeneutische benadering
- Volgens Dilthey sluit psychologie beter aan bij geesteswetenschappen (kwalitatieve
benadering) dan bij natuurwetenschappen (wetmatigheden, kwantitatieve benadering)
- Volgens Freud en de psychoanalyse moet men patiënten helpen (trauma’s,
psychopathologie, …)
Evolutiepsychologie
- Het gedrag begrijpen vanuit de evolutieleer: aangeboren eigenschappen (mens & dier)
- De rol van biologische factoren (vb: hersenletsels, ondervoeding, erfelijkheid, …)
- De rol van sociale factoren (vb: reputatie, sociale wenselijkheid, culturele verschillen, …)
Het bio-psychosociale model
- Psychosociale factoren zijn even belangrijk als biomedische
- Verklaringen, genezingen en onderzoeken via pyschologie
- Onderzoek: biologisch gen komt meer tot uiting bij bepaalde sociale omstadigheden
- Natuurwetenschappelijke benadering
• Psychofysica
• Mentale chronometrie
• Experimentele psychologie
- Introspectie
- Structuralisme
- Functionalisme
• Behaviorisme
- Operationele definities
- Onafhankelijke en afhankelijke variabelen
- Wetmatigheden
- S-R psychologie
• Cognitieve psychologie
- Actieve informatieverwerking
- Informatiefeedback
, 4
LES 2
• Hoofdstuk 1
Litteratuurstudie
- In kaart bregen van een gebied (structureren, advies voor onderzoek, …)
meta-analyse: hoe vaak wordt iets beschreven? Bestaat het echt of verzonnen?
- Heuristische waarde: helpen formuleren van nieuwe vragen of
theorieën
Beschrijvend onderzoek
- Zoeken naar verbanden, voorspellen van gedrag, via verschillende methodes
Naturalistische observatie
- Systematische observatie in natuurlijke context
- vb: onderzoek van Blatchford over leerlingen in een klaslokaal (groot of klein)
- Vaak aangevuld met vragenlijsten, interviews, …
Reactieve gedragingen
- De aanwezigheid van een onderzoeker bij naturalistische observatie kan invloed hebben
op het gedrag: het gedrag zal niet meer natuurlijk zijn
Vragenlijst
- Problemen met subjectieve perceptie en sociale wenselijkheid
Gestructureerd interview
- Vaste vragen die strict achtereenvolgens worden gesteld
Ongestructureerd interview
- Geen vaste vragen, men gaat in op vorige antwoorden
Subjectieve perceptie
- De vraagstelling en/of antwoordkeuzes bij vragenlijsten en interviews hebben een
invloed op de antwoorden
- vb: vraag over seks met dronken vrouw (verkeerd geïnterpreteerd), aantal uren tv kijken
(keuze van tijdsintervallen beïnvloed het antwoord)
Sociale wenselijkheid
- Mensen willen zich goed voordoen, beter dan ze zijn, en zullen daardoor minder
extreem of niet helemaal eerlijk antwoorden