100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Variatie in het Nederlands

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
43
Geüpload op
30-09-2022
Geschreven in
2021/2022

samenvatting lessen + ppt notities












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
30 september 2022
Aantal pagina's
43
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Astrid Van den Bossche


Variatie in het Nederlands
College 1: introductie + basisbegrippen

Wat is het Nederlands?
Taaltypologie: houdt zich bezig met het vergelijken van talen

Structureel (talig) criterium
1. Wederzijdse verstaanbaarheid:
- Variëteiten waarvan de sprekers elkaar begrijpen (en die voldoende structurele
overeenkomsten vertonen) behoren tot dezelfde taal
o Subjectief principe: geldt niet bij Nederlandse variëteiten, toch dezelfde taal
- Zodra variëteiten voldoende significante verschillen vertonen in termen van taalstructuur
(fonologie, morfologie, lexicon, syntaxis) zijn het verschillende talen
o Grens tussen talen is zacht (West-Germaans dialectcontinuüm)
o Het is niet omdat er een grens is, dat die zich toont in grammatica
➔ Overgangen: continiuüm



West-Germaans
dialectcontinuüm

▪ geel: Nederduitse
dialecten

▪ groen: Middelduitse
dialecten

▪ vuilgroen:
Opperduitse dialecten

▪ oranje: Friese
dialecten

▪ mosterdgeel:
Nederlandse dialecten



Sociopolitieke criteria
1. Nationale grenzen (Duits, Noors, Frans)
2. Gepercipieerde culturele verschillen
- We zijn cultureel verbonden met NL (Groot-Nederlandse gedachte)
- Verschillen met NL zitten vooral in ons hoofd (resultaat van categoriseringen)
3. Religieuze grenzen




1

,Astrid Van den Bossche


Wat maakt ‘Nederlands’ ‘Nederlands’ (en niet Duits?)
Twee belangrijke invloeden: Hoogduits & Ingveonisme (= noordzee gemaanse variëteiten)

1. Hoogduitse klankverschuiving (7de eeuw na Chr.)
- Fenomeen: africaatvorming
o Stemloze plofklanken [p], [t], [k] worden affricaten
o [pf], [ts], [(k)ch] aan het begin van een woord (pferd = paard, zeichen = teken)
o Worden respectievelijk: Ook klanken vallen weg: ik -> ich slapen -> schlafen
- Hoe meer naar het NW, hoe minder inherent Hoogduitse taalkenmerken

Benrather Linie & Speyerer Linie: 2 isoglossen (= geven scheidingslijn aan tussen gebieden waar een
woord op een verschillende manier geproduceerd wordt). Deze lijnen tonen in hoeverre iets
Hoogduits is doorgeschemerd in het Nederlands. (vooral invloed in oosten van Vlaanderen,
aangezien deze gebieden deel uitmaakten van HRR)

- Benrather Linie: maken vs. Machen
- Speyerer Linie: appel vs. Apfel

Terraslandschap: in het kerngebied is een bepaalde taal zeer invloedrijk (zoals Hoogduits). Hoe meer
je naar de periferie gaat, hoe meer dit verzwakt (af en toe nog doorschemeringen, zoals ‘ich’ of
umlautisering in Limburg). = fonologische grenzen

2. Ingveonismen (Noordzee-Germaans) (einde 3de eeuw) = Saksische variëteiten

- Vergoedingsrekking: komt voor bij een ronde klank gevolgd door een nasaal
o In ingveoonse dialecten verdwijnt de nasaal, en de o of u worden langer
(compensatie)
o Fünf – vijf – five
o Plaatsnamen: Ruppelmonde vs. Diksmuide (on wordt ui)
o Invloedsfeer wordt minder naar het oosten toe (terraslandschap)
- Ontronding:
o Pit – put (Brugge: vreemd -> zou Brigge moeten zijn)
- Meervouden op /-s/ in plaats van /-er/ of /-en/

Schelde is plaats waar Saksische variëteiten (westen) en Frankische variëteiten (oosten)
samenkwamen (belangrijke scheidingslijn)

• Groen vs. gruun of kaas vs. kèès (Umlautisering: typisch Hoogduits)
• Manneke <-> menneke
• Voet – voeten <-> voet – vuute
• Jij komt <-> jij keum

De kaart van de geografische variatie:

Vele varianten zijn afgescheiden door duidelijke
grenzen (zoals De Gete tussen Brabants en
Limburgs) Door deze grenzen is het moeilijker om
taalcontact te hebben met elkaar.




2

,Astrid Van den Bossche


College 2: variatie + sociolinguïstiek

Variatie
1. Horizontale variatie
- Voorbeeld kast: verschillende soorten kleren
- Gebied waar je verschillende variëteiten hebt (bv. Gendervariatie, geografische variatie)
2. Verticale variatie
- Voorbeeld kast: bepaalde kledij is meer gepast bij een bepaalde situatie → rangschikking
- Bepaalde talen zijn meer gepast in een bepaalde situatie
- Vertrekt vanuit een repertoire → kijken welke variant het meest gepast is

Variëteiten van het NL: de variatiekegel
We hebben onze dialecten, tussentaal en standaardtaal. Hiertussen zit veel variatie. De top van de
kegel is eigenlijk een stompe top, aangezien er op het niveau van de standaardtaal nog steeds
variëteiten zijn (BEL-NL, NL-NL, Suriname NL)

Verticale variatie vertrekt vanuit ons repertoire.




Variatiekegel is niet helemaal correct: scherpe top moet platte top zijn → Er zijn 3 standaardtaal
variëteiten: NL NL, Surinaams NL en Belgisch NL




3

, Astrid Van den Bossche


Horizontale variatie: terraslandschap




Variëteit = vorm van het Nederlands die geografisch, sociaal, gender bepaald is

- Elke variëteit worden gedefinieerd door varianten!!
- Varianten zijn talige fenomenen die het verschil tussen variëteiten kunnen
beargumenteren. Bv. verschil in uitspraak: die elementen zijn varianten. Met varianten
kan je dan een dialectkaart maken (bv. kaart met verschillende varianten van
prikkeldraad)

Vlaamse terraslandschap: geografisch gezien hebben 2 belangrijke factoren een rol gespeeld:

- Hoogduits
- Ingveoonse kustdialecten
- Variatie in Vlaanderen tussen verschillende regiolecten valt te verklaren door clash
tussen invloed van Hoogduits en invloed van Ingveoonse kustdialecten
- Op basis hiervan heb je een onderscheid tussen West-Vlaamse, Oost-Vlaams, Zeeuws-
Vlaams, Brabants, Limburgs, Zeeuws-NL en Brabants-NL

Horizontale variatie: terraslandschap
1) West-Vlaams
- conservatiever klanksysteem: behoud van
Middelnederlandse [i] en [y]
- syncope (= weglating van onbeklemtoonde klank in een
woord) van sjwa voor eind-n

2) Oost-Vlaams
- spanningsverlies: /g/ en /ng/ in midden van een woord worden slapper uitgesproken (of
kunnen volledig wegvallen)
- zwakke verleden tijd op /-tege/ of /-dege/ (“hij speeldege”, “hij paktege”) (Taeldeman
2005: 29)

3) Limburgs
- “mouillering”/palatalisering: /sch/ als /sj/ (isoglosse: Panningerlijn: onderscheid sch/sj)
- sterke umlautisering, ook bij meervouds- of verkleinwoordsvorming

examen: voorbeeld krant → beargumenteer waarom dit ‘Limburgs is’



4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
astridvandenbossche1 Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
21
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
6
Documenten
12
Laatst verkocht
1 week geleden

4,5

2 beoordelingen

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen