Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: De politie in Nederland...............................................................................................................2
Werkgroep 1: De politie in Nederland...............................................................................................................11
Hoorcollege 2: Politietaken & -bevoegdheden..................................................................................................15
Werkgroep 2: Politietaken & -bevoegdheden...................................................................................................24
Hoorcollege 3: Politiestrategieën......................................................................................................................27
Werkgroep 3: Politiestrategieën.......................................................................................................................39
Hoorcollege 4: Legitimiteit en geweldsmonopolie............................................................................................41
Werkgroep 4: Legitimiteit en geweldsmonopolie.............................................................................................50
Hoorcollege 5: Sturing en cultuur (politiecultuur en werkstijlen).....................................................................51
Werkgroep 5: Sturing en cultuur.......................................................................................................................55
Oefententamen.................................................................................................................................................57
Betoog 59
,Hoorcollege 1: De politie in Nederland
‘Rechtshandhaving’ = Het handhaven van de wetten/regels
• Law enforcement: the activity of making certain that the laws of an area are obeyed
(Cambridge English Dictionary)
• Twee paradigma’s: straffen (bijvoorbeeld beboeten) vs. ‘doen naleven’ (gedrag
beïnvloeden voor mensen de fout in gaan, bijvoorbeeld snelheidscontroles)
Er is een instantie nodig die kijkt of burgers zich houden aan wetten en regels, maar dit is een andere
organisatie die deze wetten en regels maakt (scheiding der machten; Montesquieu)
‘Politie’ = Een rechtshandhavende overheidsinstantie met geweldsmonopolie
• Maar… de politie is niet de enige rechtshandhaver (NS, BOA’s, douane)
• En… de politie doet meer dan alleen rechtshandhaving
Leerdoelen
• De organisatie, positie en aansturing van het Nederlandse politiebestel begrijpen en
evalueren;
• Taken en bevoegdheden van de politie benoemen en deze beoordelen in concrete
voorbeelden;
• De belangrijkste politiestrategieën definiëren en herkennen;
• Reflecteren op de rol van politiecultuur, hoe agenten beslissingen maken en het belang van
legitimiteit;
• De aanpak van criminologische problemen door de politie identificeren, analyseren en
evalueren.
Vandaag: de Nationale Politie en lokaal veiligheidsbeleid
1. Hoe is de Nationale Politie tot stand gekomen en georganiseerd?
Filmpje geschiedenis;
,Vraag 1. Welke 3 politiestelsels zijn er sinds de jaren ‘60 geweest?
Vraag 2. Wat is de grootste verandering?
De politie gaat effectiever functioneren ten behoeve van de veiligheid van burgers en dieren. ….Er
komt een nationale politie onder verantwoordelijkheid van de minister die belast is met de zorg voor
veiligheid.
Twee belangrijke veranderingen:
• Indeling van de organisatie
• Bestuurlijk: verdeling van verantwoordelijkheden (Beheer van de politie ligt nu bij de minister i.p.v.
de korpsbeheerder)
Vraag 3. Is er ook iets hetzelfde gebleven?
Burgemeester en OvJ hebben nog steeds het gezag.
Vraag 4: Is er in het bijzonder iets wat je opvalt aan dit filmpje?
Het filmpje is gemaakt door de Nationale Politie zelf. Het is heel positief en dus eigenlijk een
soort promotiefilmpje te noemen.
De Nationale Politie, waarom?
“Problemen” met het regionaal bestel
• Aansturing van landelijke prioriteiten moeizaam
• Grote kwaliteitsverschillen
• Te weinig samenwerking
Van verzorgingsstaatparadigma (de Politie is er om de burgers te helpen) naar normatief-repressief
paradigma (vooral veel straffen, afschrikkende werking)
, 2. Wie is nu feitelijk de baas over politiewerk?
De aansturing van de politie
Gezag
• “de macht om te beslissen over de inzet en het optreden van de politie en te bepalen welke
prestaties de politie moet leveren en daarop te sturen” (Naeyé, 2014)
• Taakuitvoering / inzet / optreden: wat de politie doet
Beheer
• “zeggenschap over de organisatie en de instandhouding van het politieapparaat, en de
bevoegdheid tot het treffen van maatregelen opdat de politie zo doeltreffend mogelijk
functioneert”
• Organisatie en bedrijfsvoering: wat de politie kan & hoe dit kan worden gerealiseerd
Voorbeeld voetbalclub;
- Gezag: coach bepaalt wie er spelen en tactiek
- Beheer: directeur bepaalt wie er gekocht worden
Voorbeeld politie:
- Gezag: inzetten van de middelen, bijvoorbeeld politieagenten bij evenementen
- Beheer: verdeling auto’s, wapens, etc. over Nederland
Beheer volgt gezag
“De minister bepaalt wat de politie kan, het gezag wat de politie doet’.
” [Het beheer] “schept de randvoorwaarden waarbinnen de verschillende gezagen hun taken
kunnen uitvoeren. Zo stelt de minister onder andere de begroting en het beheersplan
(inclusief de verdeling van de operationele sterkte over de eenheden en de formatie van het
korps) vast.”
Als je de capaciteiten en middelen hebt (beheer) kun je deze ook inzetten / optreden (gezag).
Maar let op: er is altijd sprake van schaarste!
Beheer volgt gezag?
“Wie het beheer heeft, die heeft ook, ipso facto (=noodzakelijkerwijs), gezag.”
Taken van de politie
De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming
met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de
rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven (Art. 3 Politiewet).
I. Opsporing van strafbare feiten
, II. Handhaving openbare orde en veiligheid
III. Hulpverlening
Bij wie ligt het gezag?
• Burgemeester = Openbare orde & hulpverlening (Bestuurlijke politie, art. 11 Polw.)
• Officier van Justitie = Strafrechtelijke handhaving (Justitiële politie, art. 12 Polw.)
Maar… openbare orde en opsporing soms ook verbonden met elkaar !!
Een ongedeelde politie
Iedere agent moet elke taak kunnen uitvoeren! Dat is niet in ieder land zo.
• “De reguliere politie is in functionele zin ongedeeld.” Koopman (2013)
• Sturing van de politie is complex, omdat beide hoofdtaken soms tegengestelde eisen
stellen aan de organisatie, sturing en inbedding van de politie
Er ontstaat een spanningsveld tussen centraal en decentraal.
Lokaal driehoeksoverleg
District, basisteam, gemeente
,Beheer
Inrichting van de politieorganisatie, processen en zorg voor het personeel en middelen
Gecentraliseerd:
• Belegd bij de korpschef (art. 27)
• Politieke (eind)verantwoordelijkheid van de Minister JenV
• Doel: minder bestuurlijke drukte
Vastgelegd in het beheersplan, begroting en meerjarenraming
• Personeelsbeleid, huisvestingsbeleid, ICT, communicatie, financiën, etc…
De regioburgemeester
Schakel tussen landelijk en lokaal – beheer en gezag
Wat?
• Bestuurlijk aanspreekpunt in de regionale eenheden
• Schakel tussen landelijke en lokale belangen
• Regioburgemeesters hebben inspraak op het beheer
Wie?
• Aangewezen voor 4 jaar op aanbeveling van de burgemeesters uit de regio
• Praktijk: Burgemeester van de grootste gemeente in de politieregio
• Groningen, Nijmegen, Utrecht, Haarlem, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Tilburg,
Eindhoven, Maastricht
Rol?
Bestuurt en hakt knopen door (o.b.v. Art 39 & 56)
• Vaststellen regionaal beleidsplan
• Interveniëren bij onderlinge capaciteitsdiscussies tussen burgemeesters
Vervult de rol vooral op basis van natuurlijk gezag
• Verbindingen leggen tussen HOvJ en burgemeesters
Legt verantwoording af aan overige burgemeesters uit de eenheid
• Burgemeesters kunnen gezamenlijk de minister verzoeken de regioburgemeester van zijn
functie te ontheffen
,De regionale driehoek
niveau: eenheid
Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP)
Artikel 19-overleg
• Landelijke schakel tussen beheer en gezag
• Periodiek overleg over taakuitvoering en beheer
• Aanwezig:
• De regioburgemeesters (als vertegenwoordigers van het gezag binnen hun regio)
• 2 ‘extra’ burgemeesters uit kleinere gemeenten
• De voorzitter van het College van procureurs-generaal (OM)
• De Minister van Justitie en Veiligheid (voorzitter)
• De korpschef (toehoorder!)
Landelijk Overleg Veiligheid en Politie
Inhoud
a) inrichting van de politie;
b) landelijke beleidsdoelstellingen;
c) verdeling van sterkte;
d) ontwerp van de begroting, meerjarenraming, jaarrekening, beheersplan jaarverslag;
e) benoeming van leden van de politieleiding;
, f) wetsvoorstellen en ontwerpen van andere regelingen die betrekking hebben op de
taakuitvoering door en het beheer ten aanzien van de politie.
Maar soms ook bredere veiligheidsthema's die de taakuitvoering van de politie raken
Conclusie: Invloed van het gezag op het beheer
De Minister schrijft in de Herijkingsnota (2015): “Deze beide doelstellingen – lokale ruimte
en centraal beheer – vragen om een balans die in de loop van de tijd steeds opnieuw
gevonden moet worden. Deze balans is op dit moment onvoldoende aanwezig. Hierdoor
komt lokaal en regionaal maatwerk onvoldoende tot stand”
Maatwerk waar nodig, standaardisatie waar kan.
Oplossingen:
• Meer zaken worden besproken in Artikel 19 overleg
• Eerder toesturen van stukken aan regioburgemeesters
• Meer budgetruimte voor politiechefs
3. Hoe komt nationaal, regionaal en lokaal beleid tot stand?
Sturingsinstrumenten
1) Gemeentelijke doelstellingen
• In het integraal veiligheidsplan van een gemeente
• Vastgesteld door de gemeenteraad
, • Opgesteld door regioburgemeester & HOvJ
• Vastgesteld (unaniem) door alle burgemeesters
• Inhoud:
• Moet bijdragen aan verwerkelijking landelijke doelstellingen
(controle door Minister JenV)
• Verder vrij in te vullen, meestal verdeling van personen en middelen
(vaak belangrijke gemeentelijke thema’s)
3) Landelijke doelstellingen
• Prioriteiten in taakuitvoering van de politie
• Doelstellingen per eenheid
• Vastgesteld door minister JenV (art. 18)
• Gehoord: Regioburgemeesters en VZ College van procureurs-generaal (Landelijk
driehoeksoverleg)
• Waarom landelijke doelstellingen belangrijk?
Er is weinig kennis of middelen op lokaal en/of regionaal niveau. Coördinatie als iets land
overschrijdend is
4. Democratische inbedding: Aan wie moet de baas zich verantwoorden?
Democratische inbedding
“het gevaar [dreigt niet] bij een sterke politie, maar wel bij een zwakke democratie”
, De regioburgemeester heeft geen controle (problematisch?!)
Wie is de baas over de politie?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Margow. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.