Sociologie
Maatschappelijke patronen
Handelen van mensen
H1 Een mens leeft nooit alleen
1.1 De mens maakt de smlv
1.1.1 Mensen maken de smlv
Samenleven is mogelijk door
- Interactie (actie en reactie)
- Invloed uitoefenen en ondergaan (communicatie)
- De ander interpreteren
Pas mogelijk wanneer mensen aan dezelfde situatie dezelfde betekenis geven (gelijke
interpretatie)
Gelijke interpretatie = orde in smlv
Vb: bij aanschuiven niet voorkruipen, achteraan zetten
Vb: civil inattention (beschaafd negeren, kort oogcontact in drukte en door)
Vb: ongeschreven regels thuis (niet elkaar de hand schudden bij ontmoeting)
Vb: stil zijn in aula
De mens creëert zijn eigen sociale realiteit
Thomas Theorema: If people define situations as real, they are real in their consequences
Als mensen situaties beschouwen als echt, dan wordt de situatie echt in de gevolgen ervan
Bv: iemand komt in paniek binnengelopen BRAND, iedereen loopt weg
Bv: kind gelooft in geesten, blijft wakker
Bv: Antwerpen is veilig, iedereen fietst alleen naar huis
Bv: Antwerpen is onveilig, iedereen fietst samen naar huis
Bv: video Macdonalds presenteren onder biologisch op voedselmarkt
Theorema in praktijk
Bv: opvoeder zegt de je ne moeilijke bent, collega’s geloven het, het kind gelooft het zelf
(variant op selffulfilling prophecy)
,1.1.2 Groepen en organisaties maken de smlv
Groep = groep mensen die een…
- duurzame interactie hebben
- samenhorigheidsgevoel hebben
- spontaan groepsregels ontstaan (winnaar trakteert met tennis)
- leden hebben een positie in de groep (zorgers,leiders,grapjassen)
Soorten groepen
1) Primaire groep
-frequente en intensieve en emotionele interactie
-gezin
- Peergroup (groep van gelijke)
2) Secundaire groep
-minder intense, meer zakelijke interactie
-doel is belangrijk
-collega, monitoren
3) Doelgroep
-niet echt een groep
-term in beleid, hulpverlening, reclame
-bv: jupiler, 20 jarige mannen
- geen verbondenheid en geen doel, wel eenzelfde kenmerk
4) Organisatie
- samenwerken
- gemeenschappelijk doel
- duidelijk omschreven posities
- herkenbaar als geheel
- interactie met andere organisaties
Bv: hoge school KDG, vzw Rozemarijn (pwp)
1..1.3 Instituties maken de smlv
Institutie = abstract (macro niveau)
Gestandaardiseerd gedrag= vast gedrag/ interactiepatroon in de hele smlv zichtbaar bij heel
veel mensen (moet je niet over nadenken)
Kenmerken institutie
- Gestandaardiseerd gedrag
-door mensen gecreëerd
- stabiel maar kan veranderen
, - zorgt voor routine, voorspelbaarheid
- biedt antwoord op levensnoodzakelijke vragen
Vb: institutie kledij: kledij is gestandaardiseerd, dragen kleren en stemmen die af aan situatie, door
mensen gecreëerd, veranderlijk in tijd en ruimte (andere soorten kledingstijlen), geeft antwoord op
levensnoodzakelijk vraag: hoe beschermen we ons lichaam.
Vb institutie onderwijs (uitgewerkt)
- Gestandaardiseerd gedrag: stil zijn, van kleins af aan naar school
- Door mensen gecreëerd
- Stabiel, verandering: vroeger enkel mannen/rijke, straffen, online lessen
- Routine: dagbesteding, kind naar school terwijl ouders werken-> rust
- Levensnoodzakelijke vragen: hoe bereiden we mensen voor op de arbeidsmarkt?
Vb gezin:
- Gestandaardiseerd gedrag: mama + papa+ kinderen
- Door mensen gecreëerd
- Stabiel, veranderen: éénoudergezin, adoptie, pleegzorg
- Routine: voorspelbaarheid, orde
- Levensnoodzakelijke vragen: voortplanting, opvoeding
Vb taal:
- Gestandaardiseerd: woorden, grammatica, zinsbouw
- Stabiel: meer Engels, SMS
- Routine: bergrijpen elkaar
- Vraag: hoe communiceren?
Belangrijke institutie: Solidariteit (= zorgen voor uw medemens)
Harde solidariteit is wel een institutie
Geeft rechten = welvaarsstaat
Bv: sociale zekerheid, heb je recht op
Zachte solidariteit is geen institutie
Geeft gunsten en is willekeurig
Liefdadigheid (warmste week), maar geen rechten op hulpverlening
Institutionaliseren (zie pwp)
- Het worden van een gestandaardiseerd gedragspatroon in de hele smlv